Ik, zelf, het lichaam en de rol van de Ander

Wat een wonderlijk kwartet is dat toch. Ik ben er al zolang mee bezig hoe die vier concepten zich tot elkaar verhouden. En op een of andere manier kom ik steeds weer bij Carl Gustav Jung, Emmanuel Levinas en Martin Buber uit.

Genieten, plezier in en met het lichaam, daar begint de analyse van Levinas. Wanneer het genieten doorbroken wordt door behoefte, tekort en gebrek ontstaat er afstand. Afstand is dat wat het lichaam overkomt.

Ook Jung spreekt over het ontstaan van het ik als een botsing van het lichaam met de buitenwereld. Zodra dit ik bestaat, ontwikkelt het zich verder vanuit wrijving met de buiten- en met de binnenwereld.

“Men klampt zich nu eenmaal vast aan bezittingen die eens rijkdom betekenden, en hoe minder effectief, begrijpelijk en levend ze worden, des te hardnekkiger klampt men zich eraan vast. (Men klampt zich uiteraard alleen aan steriele ideeen vast: levende ideeen hebben inhoud en rijkdom genoeg, zodat men geen aanleiding heeft zich eraan vast te klampen.) Zo verandert in de loop van de tijd het zinvolle in het zinloze “. p. 42 Ik en zelf, Jung. 3de druk, 1993.

Uit lichamelijke onvrede en angst klampen we ons vast aan gedachten en overtuigingen en vergeten we te ervaren, te voelen, wat er aan de hand is.

Wij zijn allemaal uniek, van ons is er maar een. Ik heb het al zo vaak gezegd en geschreven, maar het daalt, ook voor mijzelf, steeds dieper in. Het psychologische zelf is een transcendentaal begrip, want het bevat het totaal van bewuste en onbewuste inhouden. Dat betekent dat naast dat we uniek zijn, we ook algemeen zijn en als wij eenmalig zijn dan zijn we ook eeuwig. Lichte en donkere, mannelijke en vrouwelijk aspecten dienen opgenomen te worden, zodat we onszelf kunnen worden.

De Ander kan ons scherpen om te ervaren wat ons ontbreekt en waar werk aan de winkel is.

Zet 23 januari 2025 vast in je agenda

We zijn volop bezig om van 23 januari 2025 een mooie inspiratiemiddag te maken in het klooster van Huissen. De prachtige kapel dient ook nu weer voor de viering van mijn boek, net als mijn eerdere boeken. Ik verheug me er nu al op.

Mijn nieuwste boek wordt gepresenteerd aan de hand van gesprekken met twee en soms met drie mensen. Er worden gedichten en liederen voorgedragen die betrekking hebben op het thema van het boek, identiteit. Wat zie je als je een mens ziet? Zie je hem of haar als een ding of als persoon? Een ding nemen we waar en een persoon ontmoeten we, leerde ik van Martin Buber en rabbijn Abraham Heschel.

Ik lees een stukje voor uit mijn nieuwe boek en ga dan in gesprek met Rachel van der Pol die ook de podcast Lieve Liesbeth heeft gemaakt, aan de hand van lezersbrieven. Al snel komt Claartje Kruijff erbij zodat we het gesprek als drietal voortzetten. Gedichten en muziek door Barend Boot die uitgekozen zijn om het onderwerp, relationele identiteit, meer te laten voelen/ervaren.

Na de pauze voegen we het element van hoop en het grote belang van wederkerigheid en resonantie toe, en komt Angela Stoof erbij. Het wordt een uitnodiging om het over wij te hebben, over wortelen en thuiskomen. Afrondend lees ik nog een stukje voor ter inspiratie en klinken we met elkaar op meer wij.

We werken op dit moment aan de teksten voor de website van het klooster Huissen. Zodra die klaar zijn, kan ik jullie de aanmeldingslink geven, maar zet de datum vast in je agenda 23 januari 2025. Uiteraard plaats ik het uitendelijk programma samen met de link ook in mijn agenda op mijn website.

Zien en tekenen

Sinds september 2024 zit ik op een cursus tekenen/schilderen. Het is een beginnerscursus en we verkennen allerlei materialen. We begonnen met potlood, houtskool, inkt en allerlei soorten verf en papier en doek.

Ik heb nooit getekend. Ook niet als kind omdat ik echt dacht dat ik dat niet kon. Creatief dat zijn de anderen, zo dacht ik. En toch en toch…… het kriebelde. In het kader van mijn opvatting dat het goed voor me is ieder jaar iets nieuws te ondernemen, werd het dit jaar dus tekenen. Ik kwam terecht op het Wijksatelier samen met 8 andere cursisten die allemaal al veel konden. Sommigen hadden zelfs tekenen in hun eindexamenpakket gekozen. Daar zat ik dan, de minst ervaren van de klas met een redelijke portie weerzin. Ook dat nog.

Tijdens de eerste les kregen we een vel papier en verschillende soorten potloden en had de juf objecten liggen die je kon kiezen om na te tekenen. Ik koos een vaasje, een schelp en een veer. Daar moest ik naar kijken. Ik kreeg het heel warm en raakte bijna in paniek. Ik zag de anderen een oog dichtknijpen en met hun potlood naar voren steken. Ik begreep niet wat zij deden en vrij snel lette ik niet meer op de anderen. Ik heb heel lang gekeken en werd steeds rustiger. Eindeloos zag ik objecten veranderen. Nee dat druk ik niet goed uit, want de objecten veranderden uiteraard niet, maar mijn blik. Ik zag steeds iets anders, vlekjes, lijnen, schaduwen die ik eerder niet zag maar hoe kreeg ik in vredesnaam dat wat ik zag op papier?

Iedereen was al volop aan het tekenen, behalve ik. Ten einde raad vroeg ik de juf om te helpen. Waar moet ik beginnen? Ze zetten wat punten op mijn papier als begin, als houvast. En zachtjes probeerde ik de vormen op het papier te krijgen.

Aan het eind van de les bekeken we elkaars werk. Ik was duidelijk de minste maar dat deerde me niet. Ik was trots dat ik mijn eerste tekening had gemaakt. Ik had geleerd dat hele gewone dingen bijzonder worden als je ze werkelijk gaat zien.

Profielwerkstukken en boeken lezen

Het is blijkbaar weer de tijd van het jaar.

De verzoeken van middelbare scholieren in de eindfase van hun opleiding stromen weer binnen. Zij dienen een profielwerkstuk te schrijven en velen doen dat rond een thema over cosmetische chirurgie en lichaamsbeeld. Ik kan ze niet allemaal honoreren dus de selectie doe ik aan de hand van hun verzoek. Ze stellen zich meestal voor met hun namen en op welke school ze zitten, bijvoorbeeld Gymnasium Bernrode, klas 6. Deze meisjes hebben als onderwerp de evolutie van schoonheidsidealen en hebben niets van mij gelezen maar vonden mijn naam op internet. Leerlingen van het Martinuscollege VWO 6 schrijven een onderzoek over de invloed van sociale media op het schoonheidsideaal van westerse vrouwelijke adolescenten. Zij hebben mijn boek Je bent al mooi gelezen maar willen graag nog wat aanvullende vragen stellen. Ik geef ze een half uur en soms zijn het verrassend aardige en slimme mensen en soms denk ik wat jammer dat ik hieraan mijn tijd besteed. Het is niet altijd eenvoudig om op voorhand te beslissen wie wel en wie niet.

Naast het geven van interviews, een enkele workshop of lezing heb ik nu veel tijd om te romans te lezen. Er is zoveel moois verschenen. Honolulu King van Anne-Gine Goemans heb ik net uit. Een bijzonder knap boek met een verrassend slot. Nederlands Indie, Hawaimuziek en de vrijmetselaarij zijn de ingredienten en ik genoot vooral door de verwevenheid van heden en verleden van de hoofdpersoon.

Nu lees ik Arthur Japin Het Strawinsky spel en ook in dit boek verspringt tijd en plaats De jeugdvriendschap van Susan Sontag en Cody Garner, eind jaren veertig en decennia later zien we de vrienden in Sarajevo een toneelstuk regisseren. Voor mij springt vooral de liefde voor lezen en nieuwe gedachten naar voren. Het hongeren naar jezelf ontwikkelen. Hebben jonge mensen dat van nu ook nog, vraag ik me af.

Alle vormen van liefde kennen risico’s

Vanmorgen las ik in de Trouw een geweldig mooie tekst van Colet van der Ven over haar geliefde Huub Oosterhuis. Ik citeer: “Huub kon niet goed uit de voeten met een vereenvoudigde interpretatie van dat zelf, het ik, zijn ik. Gelaagd was hij. Complex. Vol innerlijke tegenstellingen”.

Ontroerende en liefdevolle zinnen. Het raakt me door de herkenning. Het raakt me om een mens zo in zijn totaliteit beschreven te zien. Verderop schrijft Colet dat hij huis na huis bouwde. Huizen waarvan hij hoopte dat alles er zou kunnen wonen. De Populier, de Balie, de Rode Hoed, De Nieuwe Liefde. Indrukwekkend wat een werkkracht, wat een energie, wat een voorbeeld.

Hoeveel huizen hebben we nog om elkaar in bezield verband te ontmoeten? Ik denk aan de kerken en kloosters. De stilte plekken in allerlei vormen zoals de Huijberg of de Spil in Maarssen. Ik denk ook aan bibliotheken die druk bezocht worden en waar allerlei activiteiten worden georganiseerd voor mensen van alle kleuren en vormen. Maar ook musea en tentoonstellingen en galeries kunnen zo’n bezield huis zijn. De natuur niet te vergeten.

En wijzelf? Durven wij een bezield verband te zijn voor onszelf en voor anderen?

In een van zijn laatste gedichten schrijft Huub Oosterhuis:

Die nieuwe wereld die komt anders dan wij dachten en hoopten. Zij komt met droogte wolven overstroming aardbeving, brandende wouden misbruikte kinderen liegende kerken met wreed getwitter in smoking naakt in vernedering komt zij en wij aanschouwen en omhelzen haar, zijn in haar. Niet wetend hoe verder We zullen stilte zingen, oefening in solidaiteit en volharding Wij zijn zeg maar van geloof hoop en liefde Deze drie, de grootste is de liefde.

Negatieve opmerkingen over je uiterlijk

Een journaliste van de Belgische krant De Morgen vroeg me wat de invloed is van vrouwelijke rolmodellen, vooral moeders, op haar dochter. Dit weekend is het gepubliceerd maar dat kan ik niet lezen omdat het achter een betaalmuur zit.

‘De opmerkingen van ouders vind ik echt schokkend en behoorlijk hard. Er klinkt een bepaalde liefdeloosheid in door’ | De Morgen

Dit waren enkele voorbeelden die ze me voorlegde.

– De surplus van de plussize van je trouwjurk moet je zelf betalen want jij hebt er zelf voor gekozen om er zo uit te zien (Mijn mama terwijl ze me had gezegd mijn hele trouwjurk cadeau te doen)

– “Met die afhangende schouders van jou valt natuurlijk geen enkel kledingstuk deftig. Steek daar eens schoudervullingen in.” (Mijn moeder en mijn grootmoeder, vanaf ik een jaar of tien was)

– “Je mag nooit een trainingspak dragen bij je man. Je moet er altijd piekfijn uitzien, anders zal hij je verlaten voor een andere vrouw” (Mijn oma)

– “Praat niet zo luid. Luide vrouwen zijn onaantrekkelijk.” (Mijn vader tegen mij toen ik 10 was) 


Dit is een verslag van ons gesprek dat ik met de journaliste had maar hoe het uiteindelijk in de krant staat dat weet ik niet.

Liesbeth Woertman (70) is een Nederlandse psycholoog en emeritus hoogleraar aan de Universiteit Utrecht. Ze is bekend om haar onderzoek naar zelfbeeld, schoonheid en hoe deze thema’s vooral vrouwen beïnvloeden. In haar boeken, zoals ‘Wie ben ik als niemand kijkt?’, gaat ze in op de relatie tussen uiterlijk en identiteit, en pleit ze voor een bredere kijk op zelfwaarde, los van schoonheidsidealen.

De Morgen vroeg aan vrouwen welke uitspraken uit hun kindertijd en jonge volwassenheid hen het meest zijn bijgebleven. Hoe komen al deze reacties bij u binnen?

“Als ik de opmerkingen lees, vind ik ze echt schokkend en behoorlijk hard ook. Er klinkt een bepaalde liefdeloosheid in door. Ik had zelf ook een moeder die de hele tijd commentaar gaf. Dat ik niet elegant was, dat niets mij stond. Dan zei ze: “Als andere kinderen een jutezak aanhebben, zien ze er nog leuker uit dan jij.” Dat is heel hard.”

Waarom zijn het vaak moeders die deze opmerkingen maken?

“Ik geloof niet dat dit pure slechtheid is van moeders. Ze zijn bang dat hun dochters anders uitgesloten worden en willen ons voorbereiden op een harde maatschappij. Zoals mijn moeder treffend zei als ik huilde: “Bewaar je tranen maar voor later, dan zul je ze nog hard genoeg nodig hebben.” Ik denk dat onze moeders zelf denken dat ze met dit soort opmerkingen iets nuttigs doen voor ons. (lacht) Het is een wonderlijke vorm van bescherming van bepaalde moeders om hun dochters voor te bereiden op een hardere volwassenheid.”

“Vergeet ook niet dat een groot deel van ons gedrag onbewust is en voortkomt uit ervaringen van onze ouders en grootouders. Ook vrouwen van nu – die zelf beslissingen nemen en autonomer zijn – worden beïnvloed door hun voorouders. Dat zit in ons DNA. Daarom gaan echte veranderingen zo ontzettend langzaam.”

Wat doet dit met meisjes?

“Kritische opmerkingen van moeders richting hun dochters raken vaak diep, omdat zij de eerste en meest invloedrijke rolmodellen zijn voor wat het betekent om vrouw te zijn. Dat leren we in eerste instantie door onze moeder na te doen, en pas in de tweede plaats van leeftijdgenoten en vanuit de media.”

Hoe maken we onszelf los van deze schadelijke opmerkingen en ontwikkelen we een positief zelfbeeld?

“Oef, dat is moeilijk. Je zelfbeeld bouw je immers op aan de hand van ervaringen met anderen, dat is doordesemd met ideeën van andere mensen over ons. Als je opgegroeid bent met dit soort opmerkingen, helpt het om je te omringen met zoveel mogelijk verschillende mensen. Je zult zien dat je dan op andere manieren aangesproken wordt.

“Verder helpt het om jezelf de vraag te stellen: wie kies ik om als volwassene te zijn en hoe krijg ik dat voor elkaar? Want die lelijke stemmen – zéker als ze vaak tegen je gezegd zijn en echt onderdeel uitmaken van je zelfbeeld – krijg je niet heel eenvoudig uit je hoofd.”

Nu zien we vaak het omgekeerde: moeders die als tegenreactie hun dochters juist overladen met complimenten. Heeft dat zin?

“Nee, eigenlijk niet. Een kind ziet heel snel dat als het een lijntje op een tekening zet en daar applaus voor krijgt, dat niet zo oprecht is. Je moet juist heel duidelijk differentiëren en ook zeggen wat niet goed gaat. Dat hoeft niet bestraffend te zijn, dat kan op een warme manier. Als je dan een compliment geeft, komt het ook aan. Let er wel op dat het niet alleen opmerkingen over het uiterlijk zijn. Dan voed je narcisjes op.”

Welke invloed heeft het gedrag van een ouder op het zelfbeeld van een kind?

“Als je je dochter de hele dag complimenteert over haar uiterlijk en vervolgens als moeder zelf de hele dag loopt te zeuren dat je jezelf te dik vindt of een uur per dag je make-up staat op te brengen, vertel je wel een verhaal aan je dochter. Dan kun je nog tegen haar zeggen dat ze prachtig is en goed zoals ze is, maar dat helpt niet. Jij bent het rolmodel: van jou leert ze wat de ruimte in de samenleving is, wat de mores zijn.”

We hebben alleen vrouwen gevraagd om te reageren. Klopt het dat jongens bij het opgroeien minder opmerkingen over hun uiterlijk krijgen?

“Ja. Mannelijkheid wordt niet primair langs de lichamelijke lijn getrokken. Mannelijkheid is nog steeds gekoppeld aan diploma’s, aan status, aan sportief zijn bijvoorbeeld. Zij hebben veel meer bronnen om hun identiteit aan te ontlenen. Het is pas in deze tijd dat schoonheid, uiterlijk en knap zijn voor jongens een rol spelen, maar nog lang niet zo’n grote rol als status, macht en spieren.

“Ik ben er verder van overtuigd dat mannen minder kritisch naar hun dochters zijn dan moeders. Er wordt altijd gezegd dat mannen zoveel commentaar leveren. Dat valt nog wel mee. Net zoals het idee dat mannen een dunne vrouw willen als geliefde. Veel mannen willen juist een wat vollere vrouw.

“Wel zijn meisjes en vrouwen cultureel en historisch altijd afgerekend op hun uiterlijk. Bij ons zit dat veel meer in onze biologie. Bij ons vrouwen, hoe belachelijk het ook klinkt, of je nu hoogleraar, rechter of minister bent: je wordt als vrouw primair beoordeeld op je uiterlijk. Hoe ongewenst dat ook is. Ik zie daar nog heel weinig vooruitgang in.”

Toch komen we van ver.

“Ik zie vooral een golfbeweging. In de jaren ’70, het begin van de tweede feministische golf, verbrandden we onze bh. We wilden amper tot geen make-up dragen. Knellende kledingstukken kwamen er niet meer in. Dat ging twee decennia lang hartstikke positief. En ineens, verdomme, ergens begin jaren ‘90 – god mag weten waardoor – zie je dit kantelen: de druk op het uiterlijk begint weer toe te nemen. Ik denk domweg door de ontwikkeling van de cosmetische chirurgie en door de enorme invloed van de reclame van de cosmetische industrie.

“Nu zien we ook weer allerlei beelden over traditionele vrouwen, de vrouw die huisvrouw wil zijn. Ik ben verbijsterd. Het is elke keer een beweging van een stap vooruit en dan weer twee stappen achteruit. Vooral op het gebied van het belang van het uiterlijk: een groot deel van de vrouwen verdient nu hun eigen geld. Ik kan me nog voorstellen toen we van mannen afhankelijk waren. Toen was dat de deal. Maar nu?”

Hoe verklaart u dit?

“Het zit in onze eeuwenlange biologie. En het zijn nog allerlei oude stuiptrekkingen waar we voorlopig nog steeds niet van af zijn. Sterker nog, die worden door de beeldcultuur alleen nog maar sterker ingezet. Door manipulatieve beelden lijkt het net alsof we het voor elkaar kunnen krijgen om op ons 70ste nog rimpelloos en superstrak door het leven te gaan. Elke vrouw weet dat het niet waar is.

“Er valt natuurlijk heel veel geld te verdienen aan onzekerheid. Je ziet nu ook dat het dunne ideaalbeeld weer tot het schoonheidsideaal behoort. De hele body positivity-beweging heeft maar heel kort geduurd.”

Ziet u een oplossing?

“Wat veel mensen zich niet realiseren, is dat we als individuen veel macht hebben. Bijvoorbeeld, als we een maand geen cosmetica kopen. Maar het gemeenste is dat vrouwen elkaar onderling de maat nemen op het gebied van uiterlijk. Wij bepalen onze rangorde op basis van wie de mooiste is, bij een groepje mannen gaat dat op basis van macht. We moeten af van dat soort mechanismen, want daar ligt ons korset nu: dat we elkaar de maat nemen op het gebied van uiterlijk en afserveren. We vragen aan elkaar: “Waarom laat je die rimpels niet wegspuiten, waarom blijf je met wallen rondlopen?”

“Je ziet ook uit onderzoek dat als in een vriendinnengroep één vrouw cosmetische chirurgie heeft gedaan, de kans veel groter is dat de anderen het ook doen, vergeleken met een groep waar dat niet gebeurt. Dus die sociale besmetting tussen vrouwen onderling is heel hoog. Daar moeten we vanaf.

“Misschien moeten we stoppen met complimentjes geven over het uiterlijk en in plaats daarvan vragen wat het betekent als iemand zegt dat ze wil afvallen. Wat verwacht je ervan als je tien kilo afvalt? Wat denk je ermee te winnen als je een cosmetische ingreep ondergaat? Dan zit je daar met je weggespoten rimpels alleen op de bank. Wat heb je daar nu voor profijt van?”

Hoe heeft u zelf uw zelfbeeld gevormd?

“Ik denk dat ik geluk heb gehad. Het is niet omdat ik superknap ben, dat was ik ook niet als jonge vrouw. Maar ik heb wel een bepaald soort energie en een vitaliteit die veel mensen aantrekkelijk vinden. En ik heb zelf veel meer identiteit rondom mijn werk altijd opgebouwd. ik vind het heerlijk om te lezen en te schrijven en te denken en te praten. Dat is mijn redding. En ik heb het geluk gehad dat er geen social media bestond toen ik een adolescent was en geen cosmetische chirurgie op deze manier. Ik weet niet hoe ik was als jonge vrouw nu of ik me er tegen zou kunnen wapenen.

“Hoe een vrouw zich daartegen kan verzetten? Laat je identiteit uit meerdere bronnen bestaan. Als het alleen het uiterlijk is, dan maak je het jezelf echt onmogelijk.”


Zeg me wie ik ben, een boek over wortelen en thuiskomen, en weer open gaan

Vandaag de achterflap gemaakt samen met Robin van Elk van uitgeverij Ten Have. Ik lever wat woorden aan en Robin maakt er een stukje van. Dat stuurt ze dan op naar mij en ik reageer. Zo gaat de achterkant van het nieuwe boek wel een keer of vijf heen en weer. In harmonie en betrokkenheid. Laten we toch een nieuwe eerste zin er boven zetten en laten we het woord moeten vervangen door mogen, zijn enkele voorbeelden. Het is maar een klein stukje maar heel fijn dat we dat zo samen hebben gemaakt.

Ik voel me een gezegend mens dat er zo zorgvuldig met mij wordt omgegaan.

Eerst kreeg ik de geweldige eindredactrice Mieke van Dalen toegewezen die zeer precies en met een goed gevoel voor wat ik wil het hele manuscript doorwerkte. En dan nu het proces van het omslag van het boek. Klaar! Binnenkort gaat het naar de drukker.

Het boek verschijnt pas in alle rust op 23 januari 2025 maar je kunt al een exemplaar reserveren. Hou ook mijn agenda op mijn website in de gaten voor de feestelijke inspiratiemiddag rondom het verschijnen van het boek.

Nu nog even rust, genieten van de gedane arbeid rond dit boek en met een grote glimlach in afwachting om haar in handen te houden.

Droom Liefde geven doe ik met de gordijnen dicht

Vannacht droomde ik dat ik in een bestuur zat met de pvv. Het was in de plaatselijke politiek.

Wilders en andere PVVers liepen er rond en ik probeerde hen een beetje te vermijden. Verbaasd en bezorgd vroeg ik me af hoe ik daar terecht was gekomen. Hoe had ik zo stom kunnen zijn om in een bestuur met hen te gaan zitten? Kon me niet herinneren dat ik ervoor had gekozen. Het was nu eenmaal zo. Ik had ook geen idee welke portefeuille ik had en was totaal niet ingewerkt maar moest direct aan een spreekuur beginnen.

De eerste die zich meldde was een arbeidersman met twee volwassen zonen. Zij hadden wel een heel dossier bij zich. Zou het over werk of over een woning gaan? Ik had geen idee maar dat wilde ik niet laten merken. Ik stak mijn hand uit en stelde me voor. De man was verrast dat ik zelf was gekomen. Hij had een of andere assistent verwacht dus dat viel mee.

Ik maakte aan een van de zonen een compliment dat hij een mooi overhemd aan had en peinsde me suf hoe ik nu verder moest. Het enige dat ik kon bedenken was aardig en meelevend zijn al wist ik niet waarmee. De man trok de gordijntjes dicht en ik omhelsde hem, drukte hem stevig tegen me aan. Dat was toch wel het minste.

Ik voelde me rot dat ik zijn dossier niet kende en dat ik niets beters kon bedenken dan aardigheid. Wilders en companen waren zichtbaar en dominant aanwezig en ik voelde de druk toenemen om in hun straatje mee te gaan. Wat kon ik doen? Met een vervelend gevoel werd ik wakker.

Machteloos voelde ik me in die droom. Hoe daar weer uit te komen? Dit weekend las ik Het goedgeleefde leven. De zes geheimen van een 103 jarige arts voor een gezond en gelukkig leven van Gladys McGarey. Zij is een pionier van holistische geneeskunde. Het gaat over levenskracht en kwistig zijn zijn met je energie. Het gaat over de wijsheid van onze ongeremdheid, de wijsheid van ons lichaam, de wijsheid van de kringloop van het universum. Als we ons richten op iets waardoor onze energie kan groeien, keren we ons zonder er veel op te letten als vanzelf af van wat onze energie ondermijnt.

Ik kreeg daar een ontzettend goed humeur van maar wat betekent nu mijn droom? Ik zoek het in de richting van dat we in de wereld zijn geworpen, niet wetend waar we vandaan komen en in die onzekerheid kunnen we grijpen naar macht of naar liefde. Liefde geven doe ik blijkbaar met de gordijnen dicht en macht blijft trekken.

Investeren in relaties met andere mensen verlaagt onze hyperconsumptie

We zien op de afbeelding de beeldschone bibliotheek van Utrecht.

Wij zijn sociale dieren, ik zei en schreef al het zo vaak. Samenwerking is alles. Elkaar niet zien als concurrenten maar als gevoelige wezens. Als we dit als uitgangspunt kunnen nemen beschermen we onszelf, elkaar, de dieren, de planten en het klimaat. Investeer in ervaringen van vlees en bloed en zintuigen.

We hebben behoefte aan nieuwe ruimten die ons bij elkaar brengen zodat we in gesprek blijven met anderen. Op dit moment zijn dat nog de bibliotheken waar we elkaar kunnen ontmoeten door alle scheidingen heen. Maar kom op, laten we creatief zijn en nieuwe vormen bedenken.

De uitwassen van eigen bezit en de consumptiewaan die daarmee samenhangt, de status van dure spullen om het eenvoudig te zeggen, aan banden leggen.

Als de reclame en de cosmetische industrie belooft dat er pas van ons wordt gehouden, als we merk x gebruiken en er strak en leeftijdsloos uitzien, dan is de beste remedie om te beginnen om van ons zelf te houden zodat die reclames ons niets meer doen en we lachend, schuddenbuikend van het lachen naar het scherm wijzen en tegen elkaar zeggen, wat een onzin, wat een omweg, kom hier en kus me.

Je bent al mooi. Ik vind jou mooi zoals je bent.

Misslukt en de modellenmythe

Ik heb de afgelopen wel weer genoeg documentaires gezien over de modellenmythe.

Je zou zeggen we weten het nu wel. Het extreem dunne is weer terug, iets wat ik niet had verwacht. Naief? Misschien maar ik begrijp oprecht niet waarom we de grote modemerken (klinkt toch minder kinky dan de high fashion industry) zoveel macht toekennen.

Stephanie Tency had een prachtig lichaam en gezicht en werd Miss Universe Nederland. Voelde zij zich ook mooi? Dat weet ik niet. Wel weet ik dat toen zij zich realiseerde dat zij het op moest nemen tegen de vrouwen uit alle delen van de wereld waarvan het merendeel meerdere cosmetische ingrepen had ondergaan, zij zelf ook onder het mes en aan de spuit ging. Drie borstoperaties, twee neusoperaties, botox, fillers en liposuctie, vertelde ze in de documentaire. Ik had haar kunnen vertellen dat haar onzekerheid en ontevredenheid alleen maar toe zou nemen…… wat ook gebeurde.

Eerlijkheidshalve wil ik bekennen dat ik de uitzending niet helemaal heb uitgekeken. Ik werd er zo verdrietig van. Ook nu ze had besloten geen ingrepen meer te ondergaan en zei dat ze deze documentaire had gemaakt om jonge meisjes te waarschuwen, zie ik haar nog steeds met getuite lippen eindeloos op haar telefoon kijken. Is het mogelijk om jezelf weer als mens te zien in plaats van als ding? Ik weet het oprecht niet.

In de vierdelige serie Modellenmythe komen veel verschillende jonge vrouwen uit die wereld aan het woord en een enkele man. Zij vertellen open hoe het in de modellenwereld aan te gaat. Maar waarom die wereld hen zo aantrekt, blijft onderbelicht. Ook waarom de grote modemerken weer teruggegaan zijn naar maatje 34, de maat van een veertienjarige slank meisje, wordt niet beantwoord.

Ik blijf met duizelingwekkende vragen achter. Waarom heeft de modellenwereld zo’n grote aantrekkingskracht op meisjes? Een wereld waarin ze eindeloos op dieet zijn, als een ding worden behandeld, op schoenen moeten lopen waar bijna niet op te lopen is, uren moeten wachten, uren dat ze worden opgemaakt en in ongemakkelijke houdingen moeten staan of liggen. Half naakt ten opzichte van aangeklede mensen moeten staan in de kou.En dat allemaal voor een gemanipuleerde foto, voor een enkeling, op de cover van een tijdschrift, waar notabene de nog dunnere benen van een ander model, aan jouw lichaam zijn geplakt.

Onbegrijpelijk dat we niet massaal tegen deze praktijken protesteren maar ons opnieuw, gedwee, in een onmogelijk korset laten wringen. De enige verklaring die ik kan bedenken is dat we massaal het gevoel hebben dat er niet van ons wordt gehouden en om die reden in de deze valkuil trappen.