Schiermonnikoog bezoeken we ieder jaar om onze vriendschap te vieren

fotograaf Femke van den Brink

We zijn weer op Schiermonnikoog. Ons jaarlijkse uitstapje als drie vriendinnen. Een volle week met elkaar doorbrengen, lang slapen, lezen, praten en wandelen zijn de basis activiteiten. Het belangrijkste is het delen van onze verhalen, over kwetsuren en dat wat vreugde geeft. Ieder bivakkeert op haar bank of stoel en de tafel is verdeeld in drie compartimenten waar we eten en werken.

Mijn vriendinnen zijn 30 en 25 jaar jonger dan dat ik ben. We hebben elkaar op de Universiteit Utrecht leren kennen als studente en docente, daarna als promovendi en als collega’s. Het is een bijzondere en dierbare vriendschap. We delen diep verdriet met elkaar, helpen waar we kunnen en hebben de slappe lach samen. We gunnen elkaar het beste en stimuleren elkaar om stappen te zetten en verder te ontwikkelen. We zien elkaar in pyama en in toga. Er wordt royaal gedeeld in kennis en ervaringen.

We zijn thuis bij elkaar al leven we in een huis met anderen. Vriendschap is zo belangrijk in mijn leven. Gezien worden met open blik en een warm hart, is de essentie voor mij. De ruimte krijgen om nieuwe stappen te durven zetten. Me gedragen voelen in het contact met anderen.

Op pagina 90 van Zeg me wie ik ben. Over grenzen van identiteit schrijf ik:

“Sta samen, maar niet te dicht bijeen want de zuilen van de tempel staan ieder op zichzelf, en de eik en de cipres groeien niet in elkanders schaduw. Kahlil Gibran uit De profeet”.

Gisteravond was het heel stil in onze woonkamer. We waren alledrie aan het lezen. Ik las Het uur van het hart van Irvin Yalom en ik keek op wat zij lazen. Zij lazen allebei mijn nieuwe boek. Mijn hart maakte een roffeltje. Er verscheen een grote glimlach om mijn mond en besefte wat een bijzonder moment dit was. Ik sprak dat ook uit en we lachten.

Echt contact in een vluchtige wereld is de ondertitel van het boek van Yalom. Echt contact, behoefte aan menselijke verbondenheid, is zo wezenlijk voor de kwaliteit van ons leven.

We hebben grenzen nodig en anderen om onszelf vorm te geven

Mijn Uitgeverij Ten Have wil altijd graag een ondertitel. Dat is voor Zeg me wie ik ben. Over de grenzen van identiteit geworden. Als je de klemtoon op het eerst woord legt, Over, dan betekent de ondertitel dat we altijd meer zijn dan de identiteiten, die we leven. Als je de klemtoon legt op op het woord grenzen, dan gaat het erom dat we grenzen nodig hebben om tot een identiteit te komen. Alles is niets! Als ik zeg, ik ben vrouw, dan zeg ik tegelijkertijd dat ik geen man ben. Als ik zeg dat ik een oudere ben en die ouderdom onderdeel laat zijn van mijn identiteit, dan zeg ik impliciet dat ik niet jong ben.

Iedere tijd en cultuur heeft beelden en verhalen over wat een vrouw en wat een oudere is. We vallen niet samen met de aangeboden ideaalbeelden en daar zit precies de rek. Kan ik zelf betekenis geven aan wat een vrouw is? Kan ik zelf de invulling van wat een oudere is maken? Nee, want het zijn relationele begrippen in een samenleving. Het is de jij die mij ik maakt dus mijn ik is al doordesemd met culturele betekenissen. Het zijn de mannen die mij vrouw maken en het zijn de jongeren die mij tot oudere maken. Maar ik behoor niet alleen tot de groep vrouwen en de groep ouderen. Door mijn geboorte, de ervaringen van mijn voorouders en mijn eigen ervaringen, ben ik een uniek wezen. Van mij is er maar een. Door te leven, te studeren, fouten te maken en vooral scheppend bezig te zijn om aan de aangeboden beelden en betekenissen te rammelen, kan er vrijheid ontstaan om iets nieuws in de wereld te brengen. En mezelf op een ruimere manier betekenis te geven.

Ik probeer in dit boek vanuit mijn psychologische kennis, mijn levenservaring, filosofie,- en feministische literatuur de ingewikkeldheid van ik en de ander, hechten en onthechten, van verbinding, begrenzing en vrijheid te doordenken en handvatten aan te reiken om tot iets meer positieve vrijheid te komen. Pas als je begrijpt waardoor je gevormd bent, kan er een begin zijn van positieve vrijheid. Daar hebben we grenzen en keuzes maken bij nodig.

Rumi het gedicht Vragen dat ik voorlas tijdens mijn boekpresentatie Zeg me wie ik ben.

Vragen

De hele dag kan ik aan niets anders denken, elke nacht vraag ik mezelf af: waar kom ik vandaan en wat moet ik doen? Ik zou het echt niet weten. Mijn ziel komt van een andere wereld, dat weet ik zeker. Even zeker als ik voel, dat ik daar ook eindigen zal.

Ik werd dronken in de een of andere kroeg, maar als ik weer ben teruggekeerd, zal ik helemaal nuchter zijn. Ondertussen ben ik als een vogel van verre oorden, gekooid in den vreemde. De dag breekt aan dat ik uitvlieg, maar met wiens oren hoor ik mijn eigen stem? Wie spreekt met mijn mond? Wie ziet met mijn ogen? Wat is de ziel?

Het zijn vragen die blijven komen. Zelfs de schim van een antwoord zou me al verlossen uit deze kerker van dronkaards. Ik kwam hier niet uit vrije wil; zomaar weggaan lukt me niet. Degene die me hier heeft gebracht, zal me ook thuis moeten brengen.

Deze gedichten. Nooit weet ik wat ik ga zeggen. Een schema of plan heb ik niet en als ik ze niet voordraag, kan ik heel stil worden, en nauwelijks mijn mond opendoen.

Rumi, een Soefi dichter, stelt in dit gedicht de vragen waar komen we vandaan en waar gaan we naartoe? Wat is de ziel? En waar zijn we thuis? Wie spreekt er als wij spreken? Hij werd geboren in 1207 in het huidige Afganistan en stierf in 1273 in het huidige Turkije.

Wezenlijke vragen die we ook nu in onze tijd stellen. Ik raak ontroerd door zijn zin degene die me hier heeft gebracht, zal me ook thuis moeten brengen. Zo diep als Rumi gaat, herken ik uit mijn puberteit en jongvolwassenheid. En deze zoektocht zou ook heel goed voor onze jonge mensen van nu kunnen gelden.

Nu troost ik me dat ik het niet weet en vertrouw erop dat degene die me hier bracht me ook weer thuis brengt.

Boekhandel Heinen, het eerste gesprek over Zeg me wie ik ben

fotograaf Barend Boot

28 januari 2025 was ik te gast bij Boekhandel Heinen in Den Bosch. Barend was mijn chauffeur van dienst en we waren ruim op tijd, voor de file uit, van huis vertrokken. In de stromende regen stonden we voor de grote boekwinkel met op alle ramen en deuren een aankondiging van het gesprek, met foto, van die avond. Dat werkt toch altijd wat vervreemdend. Maar dat gevoel verdween snel. We werden hartelijk ontvangen door Marieke Verhoeven, een bevlogen boekhandelaarster, die haar winkel, met allerlei gangetjes en trappetjes voor ons open stelde. Mijn boek, waarvan de inkt nauwelijks droog is, had ze al twee keer gelezen. Eerst als pdf en daarna als boek. Dat leest toch lekkerder zei ze en dat ben ik met haar eens.

Mijn vorige boek Wie ben ik als niemand kijkt, is goed verkocht en ook toen deed ik een ronde langs boekwinkels. De Volkskrant, in de persoon van Nathalie Huigsloot, had een prachtig portret van mij gemaakt en bijna alle interviewers daarna, stelde me vragen naar aanleiding van dat interview en minder vanuit het boek zelf. Dat vond ik jammer, bemerkte ik, nadat Marieke, deze week, alleen maar vragen over het nieuwe boek stelde. Dat was erg fijn en er ontstond een gesprek.

We spraken over de noodzaak van ons geheugen om te weten wie ze zijn. Herinneringen die een gevoel van samenhang in onze ervaringen maken en daardoor een zelf gevoel van eenheid geven. In het boek vertel ik over mijn moeder die dement was en wat dat betekende voor haar identiteit. Over het belang van grenzen om tot een min of meer coherente identiteit te komen en uiteraard de grote invloed van anderen op wie we zijn.

Marieke vertelde ook persoonlijke stukken uit haar leven en ik uiteraard ook maar het boek stond mooi centraal, dat kun je ook goed op de foto zien. De staande boekenkast naast me met alleen mijn boeken erin en de stapel naast de kassa en ook nog in de kast bij andere interessante boeken samen met een aankondiging op de ramen en deuren van de winkel, voelde heel uitnodigend.

Ik, mijn boek, voelt zich gezien door de zorg die deze boekhandel aan mij besteed. En dank aan de mensen die het boek nog niet gelezen hadden om hier aanwezig te zijn. Met een blij en tevreden gevoel reden we naar huis.

Boekpresentatie klooster Huissen

foto Barend Boot

Vandaag al een eerste foto, een eerste beeld, van mijn hartverwarmende boekpresentatie Zeg me wie ik ben in het klooster in Huissen. We waren met een mooie groep van 90 mensen uit alle hoeken van het land. Inhoudelijk leverden Rachel van de Pol, Claartje Kruijff en Angela Stoof een bijdrage.

De directeur, Aalt Bakker, die al stiekem in mijn nieuwe boek had gelezen, overlaadde me met mooie complimenten. De afwisseling van persoonlijke notities, gedichten, overdenkingen en analyses spraken hem zeer aan. Ik ben dankbaar dat hij ruimhartig de mooie kapel voor ons open stelde. Mijn uitgeverij Ten Have in de persoon van Rick van Rijthoven zei dat dit mijn beste boek was tot nu toe. Daar stond ik wel even van te blozen.

Ik heb het boek geschreven om een bijdrage te leveren aan verbinding en te vertellen dat we zoveel gemeen hebben met elkaar als mens. Dat ons ik kleiner is dan diegene die we zijn. Dat ons ik altijd een ik is ten opzichte van een ander. Het gedicht Vragen van de dichter Rumi waar we de middag mee begonnen, viel in goede aarde. Het pianospel en zang, ondanks de verkoudheid van de muzikant Barend Boot, ondersteunde de middag op een fijne manier.

In een volgende post met meer foto’s maar die heb ik nu nog niet, zal ik vertellen over de inhoud en de geweldige interviewbijdrage van de Rachel van de Pol. Maar voor nu, dankjewel klooster Huissen en haar team voor de bedding waarin mijn boek mocht verschijnen.

23 januari 2025 een feestelijke bijeenkomst, 3 psychologen in gesprek en muziek

Volgende week donderdag is het zover. Mijn nieuwe boek Zeg me wie ik ben. Over de grenzen identiteit wordt 23 januari a.s. gepresenteerd in mijn geliefd klooster in Huissen.

We hebben een mooi programma gemaakt rondom de kern van mijn nieuwe boek namelijk relationele identiteit. Dat betekent dat wij ons allemaal verhouden tot anderen. Sterker gezegd: het zijn de anderen die ons gedurende het hele leven een identiteit geven. Ik werd een dochter en meisje door geboorte en ik maakte Geertje en Theo tot moeder en vader. Ik kreeg van hen mijn naam. Anderhalf jaar later werd mijn broer geboren en hij maakte mij tot een zus, ik hem tot een broer. Dit proces beslaat ons hele leven. Steeds komt er iets bij en gaat er ook wat af. Ben ik mijn naam? Ben ik een vrouw?

Wie ben ik dan als er in de levensloop iets bijkomt en afgaat? Bestaat er iets als vaste grond of zijn we slechts onderdeel van een netwerk, van een groter geheel? Zoekende wijs gaan we daarover in gesprek om vanuit zoveel mogelijke perspectieven naar onszelf te kijken.

Ik nodigde predikante en psychologe Claartje de Kruijff uit omdat zij ook geschreven heeft over ik en de ander, namelijk de relatie tussen mens en God. Daarbij nodigde ik ook Angela Stoof uit die een mooi boek heeft geschreven over ik en wij en de consequenties van de sterke nadruk op het ik ten koste van de andere levende wezens en de aarde.

Rachel van de Pol is onze gespreksleider en Barend Boot speelt muziek en zingt liederen die aansluiten bij het onderwerp identiteit.

Voel je uitgenodigd om deze middag bij te wonen. Meld je wel van te voren aan via het klooster Huissen. Bij de prijs is het boek inbegrepen dat ik na afloop met liefde wil signeren.

Geef het beste aan jezelf en de ander

foto uit 1980

Op een of andere manier past deze foto van mij uit 1980 bij dit verhaal.

6 januari 2025 Driekoningen, een nieuw jaar, wat zal dit jaar brengen en wat zal ik dit jaar geven. De drie koningen Melchior, Kaspar en Balthasar gaven het beste van wat ze hadden, namelijk goud, wierook en mirre.

Ik droomde vannacht dat ik op de universiteit was in een oud, vuil klaslokaal. Ik zou zo Trump gaan interviewen. Ik keek nog eens rond en dacht het ziet er hier niet uit. Hoe kan ik in die korte tijd toch iets van aardigheid en orde aanbrengen in deze troep? Ik maakte wat schoon, ruimde wat spullen weg maar het maakte amper verschil uit. Ineens schoot het door me heen, verrek, ik heb me niet voorbereid en het moet ook nog in het Engels. Hoe heb ik zo stom kunnen zijn om hier ja op te zeggen? Er was niets meer aan te doen. Ik had geen tijd meer om wat dan ook voor te bereiden en daarmee werd ik wakker.

Dat Trump weer president is geworden doet me zeer en maakt me ook een beetje angstig, vooral omdat de democratie met mensen zoals hij uitgehold wordt. Had ik me hierop voor kunnen bereiden? Had ik, hadden wij daar iets aan kunnen doen? En wat kan ik er nu tegenover stellen?

Ik verwacht dat 2025 veel chaos zal brengen, vervreemding, angsten en verdriet en waarschijnlijk ook een paar mooie geschenken, dat kan niet anders, al weet ik niet wat of hoe. En wat kan ik schenken, wat kan ik geven in 2025? Ik geef mijn nieuwe boek Zeg me wie ik ben. Over grenzen van identiteit dat 23 januari uitkomt in een feestelijke en inspirerende middag in het klooster in Huissen. Ik zal zoveel mogelijk aanwezig zijn in ieder contact met een ander mens. Ook ga ik door met het werken aan mijn schaduwkant zodat mijn onvermogen, chaos en verdriet niet leidt tot het lastig vallen van andere mensen. Ik zal gespitst zijn op wonderen en verder zal ik mijn stem gebruiken om de zachte krachten te laten spreken.

Ook is het waarschijnlijk dat ik zal stampvoeten uit nijd en onvermogen en vele tranen zal laten van verdriet. En toch en toch…….. weer aansluiten bij de zachte krachten.

Welke boeken gaven me vooral vreugde en inzicht in 2024?

Naast een schrijver ben ik toch vooral een lezer. Ik lees nog steeds met plezier papieren kranten. Iedere week haal ik een stapel boeken uit de openbare bibliotheek, een van de fijnste plekken om te zijn.Fictie, non fictie en gedichten, ik lees al die vormen met interesse. En uiteraard ben ik ook een fervente boekenkoper in de plaatselijke boekwinkel. Ik las 87 boeken dit jaar waarvan een paar nieuwe juweeltjes.

Tove Ditlevsen (1917-1976) is een schrijfster die ik in 2024 heb ontdekt. Ik las de biografie over haar en haar roman de gezichten. Het is donker in haar boeken vol angsten en hallucinaties en bijzonder interessant. Ze was een arbeidersvrouw en is een aantal keren getrouwd geweest en had ook iets met drugs. Haar recent vertaalde boek Vilhelms kamer ligt op een stapel om in 2025 te lezen. Ik kijk ernaar uit.

Olga Tokarczuk (1962-heden) Empusion was een andere ontdekking. Ook een boek vol duistere krachten en prachtig geschreven.

In de categorie non fictie staken voor mij Abraham Heschel met zijn Wie is de mens en de Belgische Ann Sevant Sprekend lichaam eruit. Beide boeken traag gelezen, met een potlood in de aanslag om opmerkingen erbij te zetten. En beide boeken goed gebruikt voor mijn boek Zeg me wie ik ben dat 23 januari 2025 uitkomt.

Maar nu nog vakantie met negen boeken die naar me lonken. Veel leesplezier.

Het regent, het is grijs en toch vond ik warmte op straat

Het regent flink en ik zie de druppels op mijn raam en de intense grijsheid. Het is stil. De donkere dagen voor kerst. Ik moest vroeg op om met de bus naar Driebergen te gaan. Er zijn al best veel mensen op straat. Vooral jonge mensen, scholieren op weg naar school en ik zie drie jonge mannen die nieuwe beplanting aan brengen in de perken op straat. Ik zeg hen gedag en vertel dat ik blij ben dat zij wat fleurigheid aanbrengen in deze grijze dag. Ja zegt de witte stevige jongen jullie gemeente geeft hier goed geld aan uit. Dat betekent, zei ik, dat jullie niet hier vandaan komen. Dat klopt ik kom uit Ochten en mijn maat uit Utrecht. De tengere donkere jongen glimlacht lief en de derde jongen neuriet een liedje. Ondertussen buffelen ze gewoon door. Ochten waar ligt dat, vroeg ik. Hij legt het uit, dat het een klein dorp is waar hij woont en net zelf een huis heeft gekocht, vlakbij zijn ouders. Ik vertel dat ik uit Utrecht kom en hier een huis kocht om dicht bij mijn zoon en zijn gezin te zijn. Dat is mooi, zegt hij, wij kunnen veel leren van ouderen. Ja, beaamt de andere jongen. Het is fijn om samen met meerdere generaties te zijn. Met Kerstmis komen we drie dagen bij elkaar allerlei leeftijden en kleuren bij elkaar. Als u zin hebt, kom gerust.

Ik ben zo in gesprek dat ik bijna mijn bus mis. Diep ontroerd zit ik in de bus en voel ons gesprek na. Drie jonge mannen zo rond de dertig, nog nooit gezien, en zo’n open en eenvoudig gesprek. Mijn hart is verwarmd en ik besluit nog minder in de wereld van de media en de beelden te wonen en nog meer op straat, in de bus, in de bibliotheek en winkels om zomaar andere mensen te spreken en te voelen dat we veel op elkaar lijken en elkaar nodig hebben en elkaar kunnen verwarmen met een glimlach en een lief woord.

In gevecht met mezelf

De donkere dagen voor kerst. Een enorme grijze deken ligt er over ons land. Ik moet alle zeilen bijzetten om niet in somberheid en angst weg te zakken. Netanyahu die Syrie en Gaza bombadeert en zijn grondgebied weer uitbreid. Poetin die Oekraine nog steeds aanvalt en in Nederland criminelen die vuurwerkbommen gooien in woonwijken. En niet te vergeten de miss Nederland verkiezing die stopt.

Ik wil niet cynisch worden maar mensen wat is dat soms lastig. Strakgetrokken gezichten, dikke opgespoten lippen, extreem dure tassen en kleding aan de ene kant en veel mensen die heel snel praten. Tegelijkertijd gezichten van mensen uit oorlogsgebieden met diepe rimpels, zwarte kringen onder de ogen en amper kleding aan hun lijf tussen hun kapotgeschoten huizen. Het zijn beide gezichten voor mij die me vragend aankijken. Ik voel beide gezichten als een oproep. Zie mij.

Gisteren in Podium, het geweldige muziekprogramma, zag ik een prachtige jonge vrouw van 26 met een heldere stem die zingt met mensen in een verzorgingshuis. Ik zag haar terwijl ze op haar hurken zat, bij een man met autisme en dementie in een rolstoel en ze begon te zingen, zo zuiver, zo beeldschoon. Al heel snel viel hij in. Ik moest ontzettend huilen.

Al die verschillende beelden krijg ik moeilijk bij elkaar. Ik vind het ingewikkeld om al die gezichten te zien. Echt te zien. Het zijn er teveel en maakt me machteloos. Maar dan die ene, zoals de zangeres, die geeft me weer moed en troost.

Die ene durven zijn dat wens ik ons toe.