fotograaf Pete Pronk 7 april 2024
Dit weekend is vriend Pete weer bij ons. Zondag aan het eind van de middag maakten we onze wandeling via de Middelweg en terug langs de dijk van de Lek. Daar maakte hij deze foto.
We tonen als we bij elkaar altijd onze schatten. Dat zijn verhalen en boeken. Hij bekijkt dan mijn boeken die op stapels liggen, boek voor boek die ik de laatste weken gelezen heb. Secuur kiest hij er vier uit om mee naar huis te nemen, te lenen. Dat doen we over en weer. Zo raakte hij ook het boek van Jan Keij aan. Tijd als kwetsbaarheid in de filosofie van Levinas. Mag ik die ook meenemen, vroeg hij en ik begin er zelf weer hardop in te lezen. Ik stuit dan op:
“Ik moet mijzelf verliezen om mijzelf te kunnen vinden. Alleen door het verdwijnen van het heden wordt het bezit ervan mogelijk. Hij schrijft ook over het zichzelf inhalen in een bij zichzelf achterblijven. Opnieuw is hier de band tussen onafhankelijkheid en afhankelijkheid aanwezig, want uit het onvermogen mijzelf te behouden (afhankelijkheid) rijst het vermogen van bewustheid (onafhankelijkheid) op. Het verval toont hier zijn positieve gezicht: wees blij dat het leven vervalt, want pas daardoor is bewustzijn-van mogelijk”.
Ik kijk hem aan, vervuld van wat ik lees en blader nog even in mijn geliefd boek en lees dan:
“Dankzij de tijd ben ik een identiteit die “verduurt”. De tijd is mijn persoonlijke verval, een vernietigng in slow motion, waardoor mijn bestaan op aarde nomadisch is: ik ben op doortocht zonder mij blijvend te kunnen vestigen. De tijd is voortdurend adieu, een afscheid van de wereld, in absolute passiviteit, omdat het proces van verouderen geheel buiten mijn greep valt. De tijd is hier niet een illusie waaraan ik volgens het boeddhisme ontsnap in het heden. Het vergankelijke heden verklaart juist de tijd”.
Nee lieverd dit boek moet nog een poosje bij je blijven. Dat is duidelijk. Dankbaar druk ik het boek tegen mijn borst. Wat is het toch bijzonder dat woorden zo kunnen raken en iets openbreken net als vrienden dat kunnen.