Tijd is hoop

Ik lees op dit moment het boek van Joke Hermsen Tijd is hoop, al haar essays over tijd. Daarin las ik tot mijn genoegen een essay over het werk van Hilma af Klint. Een schilderij van Klint siert de voorkant van min boek Zeg me wie ik ben. Over de grenzen van identiteit. Ik had in eerste instantie andere werk van haar uitgekozen maar daar kregen we geen toestemming voor. Het waren de gekleurde cirkels met driehoeken die ik mooi vond, niet gehinderd door enige kennis. Het werden dus de zwanen, wit en zwart die spiegelbeeldig met hun snavels tegen elkaar komen. Ik vond het een mooi beeld van heelheid, mannelijkheid en vrouwelijkheid, wit en zwart, ik en de ander.

Gisteren las ik het essay van Hermsen en zij schrijft op pagina 378 :”Op het eerste doek van haar Zwaan-serie bijvoorbeeld zien we hoe twee nog duidelijk als zwanen herkenbare zwanen in zwart-wittinten aan elkaar gespiegeld worden, waarbij de puntjes van hun snavels en vleugels elkaar nog net weten te raken. Gezamelijk vormen ze een zogeheten ouroboros, een voor Af Klint belangrijk symbool uit de Egyptische oudheid en de hermetische traditie, dat naar zelfverwerkelijking, wedergeboorte en de cyclische aard van de natuur verwijst. Alles hangt met alles samen, de fysieke en de mentale wereld, en alles keert terug in een andere vorm. Halverwege de serie zijn de zwanen in twee cirkels veranderd, die door veelkleurige driehoeken doorsneden worden”.

Iets verderop schrijft Hermsen dat Af Klint op zoek was naar samenhang, naar eenheid, tussen boven en beneden, ogenblik en eeuwigheid, begin en einde, ik en de ander.

Dit wist ik allemaal niet. Tijdens mijn keuze voor de omslag heb ik me laten leiden door schoonheid, naar een beeld dat me raakte. De verschillende kleuren en vormen die me aanspraken maar ik had niet door, dat ze me echt aanspraken en zo goed passen bij de inhoud van het boek. Of heb ik dit essay eerder gelezen maar weet ik dat op bewustniveau niet meer?

Interview en signeersessie bij Boekhandel Baas

Wat een bijzonder middag bij de ruime en goedverzorgde Boekhandel Baas in Driebergen. Ik werd geinterviewd door Manda Heddema. Ze begon te vertellen dat ze het jammer vond dat ze deze middag had georganiseerd, want hoe meer ze las in mijn boeken des te interessanter vond ze het. Ze stelde direct voor om ook nog een avond te organiseren, zonder het lawaai van de koffiemachine en het publiek in de winkel om nog intensiever, geconcentreerder met elkaar te spreken. Hoewel het een wonder was dat dit toch lukte in de hectiek van de dag.

Daarna stelde ze me vragen over de relatie tussen taal en identiteit. Dat is toch zo bijzonder dat ieder interview echt anders is, andere perspectieven en daardoor andere vragen oplevert. Iedere recensie is anders. Zelden heb ik bij het uitkomen van een boek zo sterk ervaren dat een boek van de lezer is, als bij dit boek.

Ik zocht naar woorden om die dubbelkracht van woorden en identiteit te laten leven. Een woord bijvoorbeeld het woord vrouw levert houvast op. Ik kan dan zeggen ik ben een vrouw zodat het vrouw zijn onderdeel kan worden van mijn identiteit. Maar het toeeigenen van het woord levert naast houvast ook vervreemding op, een splitsing in mijzelf.

Want het woord vrouw heeft al allerlei betekenissen in een bepaalde tijd en cultuur. Is er dan nog ruimte om zelf betekenis te geven, het woord wat uit te laten dijen? Eigenlijk zeg ik als ik het woord vrouw zeg tegelijkertijd, ik geen man ben. Als ik probeer uit te leggen wat vrouw zijn, is dan kan ik slechts wat kenmerken stotteren die mannen niet hebben. Kortom vrouw en man zijn begrippen die naar elkaar verwijzen. Identiteit is dan meer iets tussen mensen. Ik voelde me vrij een ontspannen om zo met elkaar te spreken en te zoeken en werd het een stromend, interessante gesprek.

Een van de mensen voegde het mijmeren toe als mogelijkheid om een intern gesprek met jezelf te kunnen voeren. Mijmeren, zomaar een poosje verwijlen bij je zelf, waardoor er andere stemmen naar boven kunnen komen die gehoord willen worden. Uiteindelijk kwamen we met elkaar tot een soort komma door te zeggen dat ons onbewuste misschien wel het meest onze kern vormde.

Echt een prachtig inhoudelijk samenzijn. Dankjewel Manda Heddema dat je dit mogelijk maakte en ik kijk uit naar onze avond. Voel me uitgedaagd door je om verder na te denken over de relatie taal en identiteit.

Signeren bij boekhandel Pettinga

Tijdens de boekenweek ben ik uiteraard ook aanwezig bij mijn geliefde boekhandel Pettinga in Wijk bij Duurstede.

Hartelijk werd ik ontvangen. Er was een tafeltje in de hoek voor me vrijgemaakt met daarop Zeg me wie ik ben en ook mijn vorige boek Wie ben ik als niemand kijkt. Ik kreeg een kopje thee met een slagroomsoesje en ook de klanten werden verwend.

De winkel is niet heel groot maar staat bomvol boeken en de Pettinga’s zijn meesters in klantvriendelijkheid. Je kunt daar echt binnenkomen met een warrig verhaal zoals ik zag laatst een rood boek met een drukke afbeelding en het boek gaat over relaties. Nou negen van de tien keer toveren ze het boek tevoorschijn.

De mensen druppelden in kleine groepjes naar binnen zodat het mogelijk was met iedereen een praatje te maken. De eerste die voor mijn tafeltje stond was een jonge vrouw die speciaal voor mij naar Wijk bij Duurstede gekomen. Ze had al mijn boeken gelezen, zei ze en wilde me graag even persoonlijk ontmoeten en bedanken omdat ze er veel aan had gehad. Hoe ben je bij mijn werk terechtgekomen, vroeg ik. Dat was toen ik een scriptie wilde maken over het spiegelbeeld en uw boeken in de bibliotheek vond. Nu ben ik erg nieuwsgierig naar dit nieuwe boek over identiteit. Je maakt mijn hele dag, zei ik tegen haar, ik wil graag jonge mensen op weg helpen.

Maar de meeste mensen waren wat ouder en kwamen op dit boek af omdat ze genoten hadden van wie ben ik als niemand kijkt. Een enkeling kocht het voor een vriendin omdat die het moeilijk had. Met de man op de foto sprak ik over biodanza. Met een vrouw sprak ik over het proces van identiteit dat nooit af is, steeds in ontwikkeling, er gaat iets af, meestal door een verlies en er kan ook weer iets nieuws bijkomen, zodat je kan zeggen, dit ben ik ook. Bijzonder hoe open deze korte gesprekjes zijn. Dat geeft me altijd weer zin en moed om dit soort activiteiten te ondernemen.

Ik kreeg nog mooie bloemen en een boekenbon van de Pettinga’s, signeerde nog een paar boeken voor de komende dagen want de boekenweek duurt nog een week. Blij liep ik naar huis.

Vrijdag 21 maart ben ik bij boekhandel Baas in Driebergen.

Twintigers en cosmetische ingrepen

Vandaag was ik op de Hogeschool Utrecht in de kas van de Botanische tuinen. De studenten hadden een debat georganiseerd over fillers en botox en hoe jonge mensen van nu daarmee omgaan. Melle, een influencer, die alles wat je maar kunt bedenken aan zichzelf heeft laten wegspuiten, opspuiten, snijden, drie studenten die nadenken over wel of geen cosmetische ingrepen en ik als schrijver/onderzoeker op het gebied van uiterlijk en lichaamsbeelden vormden de leden van het debat.

Ook de zaal werd erbij betrokken. Sommigen hadden al botox en fillers laten inbrengen, anderen wilden het niet en de meesten overwogen het. Deze twintigers hebben het idee dat het hun eigen keuze is en dat iedereen dat voor zichzelf moet weten.

Tot het moment dat een van de vrouwen uit de zaal vertelde dat zij ook een host is, net als Melle en dat ze heel graag beroemd, heel mooi en rijk wil zijn en in alle magazines en online te zien. De vraag die bij haar leeft was, of ze dit wilde vanuit een gemis of dat ze dit echt wil?

Ik bedankte haar voor haar mooie vraag en zei dat iedereen leeft vanuit een gemis omdat we allemaal gespleten mensen zijn. Dat wij denken dat we onze gedachten zijn, dat je jezelf niet objectief kunt waarnemen, dat waar we naar verlangen ons aangepraat wordt door de commercie, dat wij veel doen om bij de groep te horen en tegelijkertijd iemand op ons zelf willen zijn. Dat we volgens mij allemaal een en hetzelfde verlangen hebben, namelijk dat er van ons wordt gehouden en dat we echt gezien willen worden. Het werd stil in de serre. Een spoken word kunstenares maakt de samenkomst rond met een prachtige tekst over echt contact tussen mensen. Een mooie timing.

Na afloop complimenteerde ik haar en zei ik “we lijken wel zielsverwanten”. Ze knikte heftig en zei ja dat denk ik ook en dat ze genoten had van mijn uitleg over de gespletenheid van de mens in object en subject.

De studente van de mooie vraag, gaat Zeg me wie ik ben kopen en zei me tot slot. Dit weekend zijn we samen want dan lees ik u.

Ontroerd liep ik door de beeldschone botanische tuinen naar de bus.

Activiteiten in maart rondom zeg me wie ik ben

Boekhandel Broese op 8 maart was een mooi begin met een interview en een signeersessie.

14 maart ga ik naar de Hogeschool in Utrecht waar in de serre van de Botanische Tuin een debat is georganiseerd door studenten over cosmetische chirurgie. Onderwerp die aan bod komen zijn: het normaliseringsproces, de discrepantie dat we nog nooit zo mooi zijn geweest en de ontevredenheid over het uiterlijk en zijn er grenzen?

15 maart heb ik een ontmoetings- en signeersessie bij boekhandel Pettinga in Wijk bij Duurstede.

18 maart is er een masterclass over leiderschap georganiseerd door Jose@bendeleiders.nl waar ik te gast ben via Zoom en cursisten me vragen mogen stellen over Zeg me wie ik ben.

21 maart opnames voor Hoedan? een programma voor twintigers NPO3 om 14.00 bij boekhandel Baas in Driebergen en aansluitend een interview met signeersessie.

24 maart opname podcast met Coen Simons van Filosofie Magazine

26 maart interview voor Vrij Nederland met Doortje Lenders

Voor de maand april heb ik weer wat ruimte voor verzoeken van boekwinkels, bibliotheken en interviews.

De dolle mina is terug

Op deze foto zijn we in de prachtige boekhandel Broese in Utrecht op 8 maart 2025 internationale vrouwendag. De journaliste en schrijfster Dieuwerje Mertens interviewde mij over mijn nieuwe boek Zeg me wie ik ben. Over de grenzen van identiteit.

Zij stelde mooi open vragen waar ik veel in kwijt kon. Ze begon met een lastige vraag namelijk wat betekent vrouwelijkheid voor mij, als kind, als jongere en als volwassene. Ik moest daar echt over nadenken. Vrouwelijkheid als kind??? Ben geneigd om te zeggen dat het als kind geen betekenis voor me had. Ik kom uit een gezin met vier broertjes, waar ik als meisje de oudste ben.Jammer heel jammer vond ik het dat ik geen zusje had. Bij de geboorte van mijn vierde broertje stelde ik aan mijn moeder voor om deze maar terug te sturen en begon het langzamerhand tot me door te dringen dat er geen zusje kwam. Blijkbaar wilde ik wel heel graag iemand zoals ik om me heen en voelde ik me anders dan mijn broertjes maar vrouwelijkheid?? Uiteindelijk heb ik mijn derde broertje gebombardeerd tot zusje en met hem een mooi zussen contact ontwikkeld. ,

Als puber was ik stomverbaasd dat er naar me gefloten werd. Wat zagen die jongens en mannen wat ik zelf niet zag?

Als volwassene heb ik vooral de inperking gevoeld van vrouw zijn op straat en door de verwachtingen van dienstbaarheid aan anderen in verschillende werksituaties. Maar dat kan ik nu achter mijn laptop bedenken maar niet op 8 maart bij Broese terwijl het publiek aandachtig luisterde.

Uiteraard gingen Dieuwertjes vragen vooral over identiteit en hoe die steeds verandert en of er iets als een kernidentiteit bestaat.

We hadden een mooie volle zaal met mensen van verschillende leeftijden. Aan het eind vroeg een van de vrouwen of ik de paragraaf bovenaan pagina 134 wilde voorlezen en meer uitleg geven. En zo geschiedde “Ons lichaam is geen ding. Wij zijn ons lichaam.Ons lichaam is steeds aangepast en veranderd in de evolutie. Onze lichamen hebben een geschiedenis, die ruim voor onze geboorte begonnen is. Niet alleen een evolutionaire maar ook een sociale geschiedenis. Dat is een spannende en lastige gedachte. Zo gaat het ook in ons individuele leven, waarin het lichaam zich aanpast en verandert”.

Ik antwoordde ongeveer zo. Onze identiteit, ons lichaam is al eerder ontstaan dan bij onze geboorte. We worden in een wereld geworpen die al allerlei betekenissen heeft rondom mannelijkheid en vrouwelijkheid qua uiterlijk, gedrag en emoties. Ervaringen van onze voorouders zowel biologisch als sociaal drukken hun stempel op wie we zijn en met welke bagage we al ter wereld komen. In die zin is onze identiteit altijd relationeel ten opzichte van anderen en het is de vraag waar onze vrijheid om onszelf vorm te geven uit bestaat als we niet doorhebben hoe we bepaald zijn.

De vrouw knikte en ik zei, jij bent niet verantwoordelijk voor je voorouders, maar dat ze op jou van invloed zijn, is zeker.

Dank Broese voor de perfecte organisatie en ontvangst. Dank Dieuwertje Mertens voor je mooie vragen.

Zaterdag 15 maart 15.00 uur, ben ik te gast in boekhandel Pettinga en 21 maart 15.30 boekhandel Baas in Driebergen.

Onderwijsfestival Universiteit Utrecht

Het Onderwijsfestival is het jaarlijkse terugkerende onderwijsevenement binnen de Universiteit Utrecht. Studenten, docenten en andere medewerkers van de UU gebruiken deze dag om met elkaar naar het onderwijs te kijken. Wat gaat er goed, wat kan er beter, simpel gezegd. Op de foto ziet u de Senaatszaal in het academiegebouw van de Universiteit Utrecht aan het Domplein. Drie oud winnaars van de docentenprijs voeren een gesprek over academisch onderwijs onder de leiding van een masterstudente.

Het was fijn vandaag weer in het prachtige academiegebouw te zijn. Een bruisende en gezellige sfeer waarin studenten en docenten samen nadachten over goed onderwijs in barre tijden. Ik nam deel aan een panelgesprek samen met twee andere oud winnaars van de docentenprijs. Al 30 jaar bestaat de docent van het jaar prijs, als waardering en stimulans voor goed onderwijs. Ieder jaar wordt er in het academiegbouw een onderwijsparade gehouden waarin docenten ruimte krijgen om nieuwe bevindingen die met onderwijs en academisch leren te maken hebben, te presenteren aan elkaar. Inspirerende onderwijsvernieuwers die in een intercollegiale setting elkaar informeren en voeden met werkzame praktijken.

Masterstudente Nikki van Stekelenburg was onze moderator en zij deed dat op een fijne manier. Betrok de zaal er met regelmaat bij en gaf ons genoeg ruimte om ons verhaal te vertellen over de veranderende universiteit. Goede en betrokken studenten en docenten zijn van alle tijden.

Academische vrijheid is die de laatste dertig toe of afgenomen. De kwaliteit van het onderwijs, de toetscultuur, veranderende generaties studenten, teveel regels waren zo de onderwerpen.

Waar sta ik voor? Wie wil ik zijn?

Naast het bezoeken van boekwinkels en geinterviewd te worden over Zeg me wie ik ben en het signeren en ontmoetingen met lezers hou ik me op dit moment bezig met de Bergrede. Ik ben altijd aan het studeren en hoop dat mijn hele leven te blijven doen. Dat studeren helpt me om niet gesloten achterover te leunen en in beweging te blijven. Mezelf steeds te bevragen en te openen. Waar sta ik? Een goede leraar en een groep mede leerlingen om met elkaar over de tekst te buigen, is verrijkend. De Bergrede wilde zich niet voor mij openen met zalig dit en zalig dat maar toen kwamen we bij het zout der aarde. Het was alsof het licht aanging. Ja meedragen aan een betere wereld ook al weet ik vaak niet hoe.

Als kind wilde ik heel graag Sinterklaas zijn. Hij was mijn idool. Zo goed te zijn en iedereen te geven wat ze het liefste wilden hebben. Ik wilde het liefst heilig zijn, een engel was ook goed. Maar dat liep anders. Ik werd ook aangetrokken door de wereld en wilde graag weten wat er achter elke deur te beleven viel. Ik verdwaalde, liep tegen muren aan, vond schatten en struikelde opnieuw. En nu ben ik uiteindelijk aangekomen bij het zout der aarde en het is vast niet mijn laatste beeld.

Zout als smaakmaker, vitaliteit, verbinder en levensopwekkend. Zout heeft ook een reinigende werking. Iedereen die wel eens zoutloos heeft gegeten, begrijpt de belangrijke rol van het zout, het maakt alle andere ingredienten smakelijker. Zo mens te zijn! Durf ik mezelf iedere dag de vraag te stellen of ik voor mezelf en een ander iets toegevoegd heb? Durf ik zichtbaar en aanwezig te zijn?

Ik weet niet of we een ziel hebben en of de ziel bestaat maar wat ik wel weet, is dat ik bezield wil leven. Bezield leven heeft voor mij te maken met het vuurtje in mezelf brandend houden en dat van een ander ook aan te wakkeren. Zoals het zout die een kracht is en in dialoog treedt en alles tot een ander niveau brengt.

Beladen huis

Wat een aangrijpend boek heeft Christien Brinkgreve geschreven. Ik heb het langzaam gelezen omdat het me zo raakte en ik het dan even weg moest leggen.

We hebben overeenkomsten. Zij was eerder hoogleraar dan ik maar wel allebei aan de universiteit Utrecht. Zij werd in 1987 benoemd tot hoogleraar vrouwenstudies aan de universiteit van Nijmegen en ik dacht in 1991 hoogleraar sociale wetenschappen in Utrecht. We leerden elkaar kennen omdat zij in de beoordelingscommissie zat van mijn proefschrift over Beelden van een lichaam in 1994. Ik werd in 2009 benoemd tot hoogleraar en ondertussen waren er meerdere vrouwelijke collega’s waarmee ik me kon verbinden en spiegelen. Ook ik heb twee zoons maar het verschil zit hem vooral in haar langdurige relatie met een man ten opzichte van mijn gefladder. Ik heb meerdere relaties gehad in verschillende huizen. En toch raakt haar verhaal omdat het behalve een persoonlijk verhaal ook een sociologisch geschrift van een tijdperk is.

De overeenkomst zit hem vooral in het proberen te leven in verschillende werelden. De academische wereld die zolang van mannen is geweest en waar we ons als vrouwen als gelijkwaardig in storten. De thuissituatie met partner en zoons en alle hoge eisen die aan het moederschap zijn verbonden. Dat was niet eerder vertoond. Partner, vriendin en geliefde zijn, hoogleraar en moeder in een lichaam, opgevoed met klassieke beelden over mannen en vrouwen en vol vuur dat alles ging veranderen.

In beladen huis blikt ze terug op haar leven en laat haarscherp zien dat idealen van gelijkheid nog lang geen praktijk zijn. Zij spaart ook zichzelf niet en vraagt zich in stomme verwondering af hoe ze hier terecht is gekomen. Op pagina 84 schrijft ze: “thema in mijn leven is: plaats innemen, lukt me in huwelijk en gezin minder goed dan daarbuiten, wel de vanzelsprekende plaats als de onzichtbare spil- weet hoe ze me zullen missen als ik er niet meer ben, maar ik heb niet veel plaats ingenomen; van huis uit slecht geleerd en levend met een man die me vaak klein maakt. Maar ik ben vitaal, besluit ik monter, en heb plaats in de buitenwereld verworven. Vroeg besluit om niet depressief te worden. Aan het lot van mijn moeder met haar terugkerende inzinkingen heb ik willen ontsnappen, maar je hebt niet in de hand hoe het leven zich verder ontwikkelt. Je leeft in een krachtenveld met processen die zich van buiten en van binnen voltrekken, raakt daarin gevangen, je kan hoogstens achter beschrijven: zo is het gelopen. Zo heb ik het gedaan”.

Ik ben van Christiens generatie, vijf jaar jonger, en herken het gevoel van al die ballen in de lucht willen houden en daar afwisselend diep wanhopig en dan weer heel blij mee zijn en doodmoe. Voor jonge vrouwen van nu is dat dwingende schoonheidsideaal nog bijgekomen. Ik ben benieuwd hoe zij dit boek lezen en of en wat zij herkennen want de gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen is nog lang niet bereikt en lijkt zelfs alweer wat verminderd te worden.

Het boek Zeg me wie ik ben komt tot leven

fotograaf Barend Boot

Mijn boek staat in de etalage van de boekwinkel den Boer in Baarn omdat ze aanbevolen wordt door Suzanne (die ik niet ken). Was u dat al opgevallen dat in veel grote autonome boekwinkels het personeel veel leest en hun favoriete boeken extra onder de aandacht brengt van het publiek? Soms zelfs met een handgeschreven briefje erbij. Ik weet niet wat Suzanna’s overwegingen waren maar het maakt me blij. Tot nu toe was ik alleen op 28 januari bij Adrie Heinen in Den Bosch geweest, alwaar ze mooie stapels hadden liggen en de boekhandelaarste me had geinterviewd maar verder niemand het nog gelezen had.

Het wonderlijke proces van het grote niets, na het verschijnen van een nieuw boek, is voorbij. Ik vermoed dat alle schrijvers dit fenomeen kennen. Je hebt een tijd met hart en ziel aan een boek gewerkt. Er zijn verschillende scharnierpunten in dit proces. Een van die scharnierpunten is het uitkomen van je boek, vaak feestelijk, in mijn geval in het klooster in Huissen, in een volle kapel. Maar niemand heeft het dan nog gelezen op je eindredacteur na. De eerste boeken worden verkocht en er ontstaat een periode van wachten. Dat voelt spannend en met het verstrijken van de dagen word ik langzamerhand onzeker. Wat als er niets gebeurt? Wat als ik geen enkele reactie krijg van een lezer? Wat als het boek onzichtbaar blijft?

En dan ineens ziet je man jouw boek in de etalage van boekhandel den Boer in Baarn en maakt hij er een foto van. Ze komt tot leven….. dat is wat ik dacht, toen hij het me vertelde en ik voelde me blij. En ineens ging het stromen en kwamen de verzoeken van boekwinkels en anderen binnen.

8 maart 2025 11 uur boekhandel Broese in Utrecht interview en signeren

15 maart 2025 15.00 boekhandel Pettinga Wijk bij Duurstede. Ook hier ligt het boek in de etalage.

21 maart 2025 15.30 boekhandel Jacques Baas Driebergen

Kijk voor de actuele data in de agenda op mijn website