Het wonder van een groep

Thuisgekomen na een prachtige driedaagse over ik en de ander en het lichaam samen met Pete Pronk. Deze foto is gemaakt in de Sjoel die zich bevindt op de zolder van het klooster in Huissen. Een grote ruimte waarin we met zijn achttienen drie dagen in stilte zijn geweest, teksten hebben gelezen, aanrakingsoefeningen hebben gedaan, geschreeuwd, gelachen en gestreeld.

18 onbekenden die aan het durfden om deze reis met elkaar te maken. Zeldzaam bijzonder om mee te maken hoe snel er vertrouwen ontstond. Zeldzaam bijzonder om mee te maken en onderdeel te zijn van een groter geheel en toch mij te blijven.

Plezier en gemak, angst en moed, zwijgen en spreken, mannelijk en vrouwelijk, kind en volwassene, taal en stilte, beweging en rust en dan ben ik vast nog tegenstellingen vergeten, transformeerden zich tot eenheid. We konden de paradoxen leven.

In de groep mooie momenten van inzichten en nieuwe vragen die ontstonden. De grond waarop we stonden, had haar dragende invloed waardoor wijsheid vrij kon stromen. Op eeuwen van stilte, gebed en reflectie mochten we verder bouwen.

Grote dank aan de gastvrijheid van de mensen van het klooster die dit mede mogelijk maken.

Ik ben thuisgekomen.

Drie dagen mogen voelen wie we zijn

Sinds zondag zijn we in het klooster in Huissen met onze driedaage workshop Ik en de Ander en het lichaam. Met zeventien mensen, vier mannen en 13 vrouwen, in de leeftijd van 39 tot 79 maken we een boeiende reis rondom dit thema. Mensen met verschillende achtergronden en verlangens die elkaar niet kennen, durven zich al snel aan elkaar te laten zien. Wat is het voorzichtig laten zakken van de maskers toch altijd iets bijzonders.

Met enige schroom, sommigen zichtbaar onthand, sommigen voor de eerste keer van hun leven in het klooster, vormen we een kring en gaan aan de gang. Er ontstaan kleine openingen, soms een woord of een blik, een uitgestoken hand en de zeventien individuen weven zich tot een groep. Mooi proces is dat. Gezichten die gesloten waren, gaan open. Bewegingen van het lichaam worden soepeler en steeds meer stemmen klinken.

We beginnen de ochtend met een gezamenlijke meditatie. Dat geeft direct voor de rest van de dag een verstilling en diepgang.

We zijn op weg om de jij’s te inventariseren, die in onze levensloop, ons tot ik hebben gemaakt. Er wordt in tweetallen gewerkt en vele stukken, ook donkere en pijnlijke stukken, worden met elkaar gedeeld. Soms vloeien er tranen of klinkt er in een groepje vrolijk gelach. En er wordt veel gespeeld en bewogen.

Uit het hoofd en in het lichaam gebruiken we onze taal zorgvuldig. Onze wensen mogen luid en helder klinken in de groep en worden door een ieder gehoord. Op die manier kunnen ze hun werking doen. Bijzonder hoe snel we met elkaar vertrouwd raken.

Nog een volle dag morgen vol avontuur. Ik verheug me erop.

Wij kunnen onszelf alleen via een omweg kennen

In het Filosofie Magazine van oktober 2023 ben ik geinterviewd door Alexandra van Ditmars en de foto is gemaakt door Amke.

In de rubriek wat antwoorden denkers van onze tijd op de vier grote vragen van Kant mocht ik de vragen Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? En wat is de mens beantwoorden vanuit mijn werk over psychologie van het uiterlijk. Uiteraard moest het allemaal kort en krachtig.

Wonderlijk genoeg sloot mijn eerste zin, eerst is de mens een wezen dat een lichaam is. In de baarmoeder zijn we een eenheid……, op de vraag wat is een mens prachtig aan bij een ander artikel in dit tijdschrift. In het recent verschenen boek Ik ben zee en hemel van Jonna Bornemark hoogleraar filosofie in Stockholm, hoe zwangerschap ons op een andere manier over mens zijn en autonomie laat nadenken. We komen allemaal van een ander lichaam, van een beginsituatie waarin we niet zomaar een of twee zijn. Tijdens de zwangerschap schieten de termen ik en jij tekort. Zo vertelt ze en ik ben het helemaal met haar eens.

Niet alleen tijdens de zwangerschap maar in ons hele bestaan zijn we verweven met elkaar.

Fijn dat psychologie van het uiterlijk. Hoe ons lichaamsbeeld ontstaat opnieuw in het licht mag staan in dit filosofie nummer.

Gevoelscontact met het lichaam, de ander en de ons omringende wereld

Frida Kahlo de omarming

Ik schreef al eerder over dit schilderij dat me ontroert. Frida Kahlo die haar man Diego omvat en zij beiden, omsloten en gedragen door de Mexiaanse traditie en moeder aarde. Zij was zich bewust van haar verticale en horizontale verbinding en zich gedragen weten.

Iemand op jezelf zijn en in relatie staan tot een ander is nog niet zo eenvoudig. Wij zijn onafhankelijk en afhankelijk tegelijkertijd. Het idealisme stelt vaak dat de mens vrij is (onafhankelijk) is, maar dat is niet zo. Jan Keij zegt het heel mooi met een beeld van een ritssluiting: “De mens is als het ware een ritssluiting: de twee zijden van de rits voeg ik samen, waarmee de rits niet een is, want het samenstel van de twee kanten blijft. Ik ben als mens subject en contrasubject. Ik ben de combinatie van onderwerp en onderworpen”.

Deze dubbelheid is moeilijk te denken maar wel te ervaren, te voelen, in en met ons lichaam. Wij zijn een levende contradictie. Gesplitst in subject en object en niet in staat samen te vallen ons zelfbeeld. Alleen ons lichaam is in het nu, in het heden. Om die reden zouden we veel meer aandacht aan haar dienen te besteden. Als bron van informatie hoe het met ons gaat en wat we nodig hebben op dit moment.

Gevoelscontact met ons eigen lichaam, de ander en de ons omringende wereld doet ons ervaren wie we zijn. Luister hiernaar, durf te voelen, want het heft in het levende heden, de splitsing op.

Kijk nog eens naar het schilderij en voel de omarming.

Onze schaduw zit niet alleen in ons verleden maar reikt ver naar de toekomst

fotograaf Pete Pronk

In september genoten van de zee en het strand. Heerlijk afgekoeld in het water. De kracht van het water gevoeld en de verfrissing. De speelsheid komt tevoorschijn. Pete zei “doet dit je niet denken aan je kindertijd”. Nee, zeg ik als kind was de zee niet in mijn leven. We hadden geen televisie, ik had nog nooit een film gezien. Een dag in mijn leven ben ik met mijn ouders naar Egmond aan zee geweest. Dat was eng en groots en overweldigend en warm. Mijn broertjes zaten daar in een vakantiekolonie. Een huis voor arme kinderen om aan te sterken. Om een of andere reden hoefde ik niet. Zij verbleven daar zes weken en wij bezochten ze een keer. Ik herinner mij het grote huis in Egmond bij de nonnen en mijn broertjes die bekend en vreemd tegelijk waren en in die verbijstering zag ik ’s middags de zee. Eng was het, onbekend en overweldigend. Heel voorzichtig voelde ik toen met blote voeten maar verder aangekleed het water. Ik ben nog steeds geen held in het water.

In het nu leven, vele mensen proberen dat. Maar we leven nooit in het nu. We leven altijd ook in het verleden en in de toekomst.

Ik lees het fantastische boek van Jan Keij. Tijd als kwetsbaarheid in de filosofie van Levinas. Bij Levinas is kwetsbaarheid, gevoeligheid en aanraakbaarheid maar ook sterfelijkheid en vergankelijkheid. Kwetsbaarheid en vergankelijkheid schenken ons leven waarde. Je zintuigen gaan er meer van open en je voelt meer. Je bent met je lichaam in de werkelijkheid. Keij laat heel duidelijk zien dat de mens tijd is.

En ander prachtig artikel dat ik lees dezer dagen is dat van Bregje Hofstede in De Correspondent Waarom ik niet in het moment kan en wil leven. Ik weet niet of zij het werk van Levinas of van Keij kent, maar de teksten sluiten naadloos op elkaar aan. Ook zij pleit hartstochtelijk om bewuster van ons gedrag te zijn dat altijd consequenties heeft voor onze toekomst. En ze vertelt ontroerend over haar ervaringen met haar kind wat haar doet zakken in de tijd en in verbinding brengt met haar eigen kind zijn.

Je bewust zijn van je voorouders, je verleden en je bewust worden van je gedrag in de toekomst, maakt het leven intenser, waardevoller en ons meer mens in een levend lichaam.

Klasseverschillen of zorg dat je een kantoorpikkie wordt

Iedere maandagmorgen gaan we wandelen in het prachtige bos in Doorn. Heerlijk rustig in plaats van zondagmiddag. Maar goed, we wandelen en genieten van het prachtige licht en ineens zien we een kudde schapen. Verwonderd blijven we staan. Grappig wat doen die schapen hier? Nou die waren volop aan het knabbelen aan de bladeren en de takken.

Er komt een man aangelopen met een hond. Leuk die schapen zeg ik tegen hem. Hij kijkt me vernietigend aan en zegt “helemaal niet. Nu moet ik mijn hond aan de riem houden, omdat die schapen daar lopen”. “Ja dat moet van die schaapsherder”, zei hij. De minachting droop van zijn stem. Ik moest mijn best doen om niet hard te gaan lachen. Hij was boos, zijn schouders zaten aan zijn oren. Hij vond het volkomen normaal dat hij kwaad was en met een uiterst gespannen lichaam, liep hij ons voorbij. Ik keek hem lang na.

Waarom dacht deze man dat hij recht had op het bos? Waarom raakte hij van streek omdat er iets was veranderd? UIteraard heb ik geen idee uit wat voor achtergrond deze man komt of dat hij recent iets heel ergs heeft meegemaakt, maar het riep de vraag bij me op:

Waarom of waardoor raakt iemand zo snel van streek? Waarom was het bos voor hem, zijn wereld en niet de wereld van iedereen van alle levende wezens?

Een ander moment dat mij triggerde om opnieuw over verschillen na te denken was de podcast van mijn zoon met zijn vader. Andreas Bouman interviewt zijn VADER Jan Bouman – Raaak Praaat | Podcast on Spotify

Hierin vertelt hij over zijn arbeidersafkomst en het advies van zijn oma om een kantoorpikkie te worden in plaats van een fabrieksarbeider. Kantoorpikkies hoeven niet veel te doen, worden niet moe van hun werk en jochie je verdient er meer. Zorg dat je een kantoorpikkie wordt. In de podcast vertelt hij dat hij in een volstrekt andere wereld kwam op de HBS en kinderen ontmoeten die met elkaar konden praten en vertellen…….. Het was voor hem een totaal vreemde wereld.

Het derde voorbeeld dat me deze week opviel was een journaal item waarin verteld werd dat het aantal 9 en 10 jarigen sterk was toegenomen die al naar de middelbare school gingen. We zagen een klas met alleen witte kinderen.

We gebruiken wel de woorden armoede en ongelijkheid maar het woord sociale klasse wordt amper gebruikt in onze op het individu gerichte samenleving. En er wordt bijzonder weinig nagedacht over welke vergaande consequenties de grote klasseverschillen hebben als De wereld niet ook jouw wereld mag zijn.

Laatbloeiers theaterfestival voor zestigplussers

Vanmorgen had ik een zoom bijeenkomst met Alet Klarenbeek en Anita Witzier. We hebben eerder met elkaar gewerkt, een jaar geleden, in het prachtige Doornburg in Maarssen. Anita interviewde me toen over Wie ben ik als niemand kijkt. Maar nu ontstaat er langzaam een nieuwe vraag in mij en dat komt door de uitnodiging om deel te nemen aan Laatbloeiers. Zoals ik in dit boek betoog kunnen we als mens bloeien tot op hoge leeftijd omdat er sprake is van verval en bloei tijdens onze hele leven. Ons leven is meer een spiraal dan een rechte lijn.

Vandaag spraken we over het theaterfestival Laatbloeiers dat bijna helemaal rond is met talkshows en een cultureel programma.Dit festival gaat over generaties. Op wiens schouders sta je? Wat heb je meegemaakt in je gezin van herkomst? Welke verhalen werden verteld? Kortom wat is jouw verhaal in het licht van de generaties voor en na je? Het eerste dat ik zie als ik naar mijn voorouders kijk is de extreme armoede en dat doet zeer.

Ondanks de pijn die de levens van mijn voorouders oplevert (en die pijn zit er toch of ik daar nu wel of niet aandacht aan wil geven) is het waardevol om de verhalen van je voorouders toe te laten in je eigen leven. Dat levert diepte en verbinding op in je leven en een sterker wij gevoel. Iedere generatie heeft verhalen over wat een vrouw en wat een man is of beter gezegd zou moeten zijn. Ieder mens heeft dingen overgenomen van haar (groot) ouders. Ieder mens begint veel eerder dan bij haar geboorte.

Het is niet zo eenvoudig om al die beelden en verhalen te ontwarren en te ontdekken waar jij staat. Welk stuk in jou mag niet leven? Welk verhaal wordt niet gehoord? Het is een hele ontdekkingstocht en zeker zestigers houden zich met deze vragen bezig. Mijn moeder zei eindeloos tegen ons dat we geen kuddedier moesten zijn maar voorop moesten lopen. Dat vond ik als kind afschuwelijk en nu denk ik verdomd het is een waardevolle les maar wel een lastige. Wie ben ik als al die generaties voor mij naar mij kijken? En ineens leef ik weer een andere vraag.

Ik kijk uit naar dit festival. Het is een rijk programma rondom oud zeer, familie en moedige stappen zetten. Ik ga er vast weer veel leren.

Dinsdag 31 oktober 2023 10.00-18.00 Laatbloeiersfestival tivoli.vredenburg.nl

Professor Beppie is mijn nieuwe leermeester

Relaties heb ik lange tijd moeilijk en ingewikkeld gevonden maar nu niet meer.

Iedere woensdagmiddag heb ik een afspraak met mijn leermeester. Ik haal haar uit school en we fietsen samen naar huis. Tijdens het fietsen krijg ik meestal al direct een vraag voor mijn kiezen. Deze week was de vraag eenvoudig, namelijk, ik heb niets meer te lezen, kunnen we vanmiddag naar de bibliotheek, vroeg ze. Ja hoor dat gaat wel lukken. Ik moet er trouwens toch heen om een reservering op te halen.

We lunchen iedere woensdag samen. Ik zet dan schaaltjes fruit en groenten klaar. Maiswafels en brood, hagelslag en pindakaas, alles biologisch. Ze controleert dat ook. Ze leest hardop wat er op het pak hagelslag staat. Weet je zei ze dat er 62 procent suiker zit in de hagelslag per 100 gram? Nee zei ik, ik schrik me dood, wat veel. Iedere week maak ik iets nieuws zodat ze alles kan proeven en haar smaak kan ontwikkelen. Vandaag had ik met zuur ingelegde courgettes gemengd met eieren en zalm en een tikje mayonaise. Ze pakte het direct en vroeg wat erin zat. Ik vertelde dat en ze smeerde het op haar boterham. Ze nam een hap, ze straalde en zei heerlijk. Ik zei oh jammer dat je dit ook lekker vind en we lachten samen voluit.

Ik had drie monturen meegenomen uit de brillenwinkel en ik vroeg haar mening. Welke bril vind je het beste staan? Ik zette ze een voor een op en ze gaf direct haar reactie. Ze heeft een lichte voorkeur voor de blauwe maar de rode zat er dichtbij en de derde bril werd afgekeurd. Ja nu moet je maar zelf beslissen, welke de lekkerste zit, zei ze.

We stonden naast elkaar voor de spiegel en ze zei vind je dat we op elkaar lijken. Ja best wel, zei ik, maar jij bent toch anders, want ieder mens is uniek. En van binnen, vroeg ze, lijken we daar op elkaar? Ben jij dromerig, vroeg ze. Kun jij je goed concentreren, vroeg ik aan haar en zo gingen we een poosje door. Ook de binnenkant gaf overeenkomsten en verschillen.

We gingen naar de bibliotheek en ze koos een boek en ik nam mijn gereserveerde boek mee. Thuisgenomen gingen we samen, ieder in haar eigen boek lezen. Heerlijk met haar warme benen over me heen. Na een poosje keek ze rond en zei je hebt teveel boeken. Vooral die dikke……daar doe je lang mee. Je kunt beter eerst alles lezen en dan pas nieuwe halen.

Daarna gingen we eten koken. Zij zocht in de tuin naar frambozen en tomaten die we konden gebruiken. Ik kookte de bietjes en de aardappelen en we maakten een mooie salade.

Ik ben zo gelukkig met mijn leermeester en kan me helemaal (over)geven. Ik noem haar professor Beppie en zij mij oma Lies. Uiteraard noem ik haar meestal bij haar naam Isabella. die hetzelfde betekent als mijn naam Elisabeth, verbonden aan God. Dus ook hier overeenkomst en verschil.

Aanraking als basis van wie we zijn

Adriaan van Dis schreef een nieuw boek waarin de huishoudster van zijn grootvader een centrale rol speelt. In een interview in Trouw zegt van Dis het zo:

“De aanraking is misschien wel, hoe vreemd het ook klinkt, het allerbelangrijkste. Ik ben altijd voor korte en krachtige titels, maar toen kwam ik een dichtregel van Adriaan Roland Holst tegen: ‘Diep woelt in hen ’t onzegbare verlangen / naar zachtheid, warm omhelzen en de lange / strelingen van een vrouw die spraakloos mint.’ Misschien klinkt het aanstellerig, maar als ik ergens behoefte aan heb, is het wel aan zachtheid en een warm omhelzen. Ik geloof dat we er allemaal een beetje naar verlangen.”

Ik zou zeggen laat “een beetje “maar weg en ik vind het helemaal niet raar klinken dat aanraking het belangrijkste is. Aangeraakt worden is voor baby’s van levensbelang zoals ik onder ander beschreef in Psychologie van het uiterlijk. Hoe ons lichaamsbeeld ontstaat.

In de grond verlangen alle mensen ernaar om gezien te worden. De aanrakingen, blikken en woorden van de ander maken ons tot wie we zijn. Op pagina 23 schrijf ik: “Door liefdevolle aanraking leert een pasgeboren baby dat hij welkom is op de wereld. We worden in de wereld geworpen, zoals Heidegger het zo mooi uitdrukt. Dan maakt het nogal uit of we opgevangen worden door uitreikende handen en armen, of wat afwezig in een wiegje worden gelegd”.

De cosmetische industrie zou nooit zo kunnen bloeien als we allemaal liefdevol waren ontvangen. Hoeveel mensen durven hun verlangen naar aangeraakt worden, geraakt worden te voelen en daar uiting aan te geven? Gestreeld, belangenloos gestreeld worden en je daarin bemind voelen…… ik voel me al helemaal smelten.

Ik verheug me op het lezen van dit boek en neem vandaag de zachtheid van de dichtregels mee.

Ik en jij dialogisch leven en schijn

Wat voor mens willen we zijn? Wat voor leven willen we leven? Een wereld van uiterlijke schijn? Of willen we ons echt laten zien en de ander ook echt als ander? Wij kunnen onszelf alleen maar leren kennen via de ander.

Veel mensen maken zich druk om wat anderen van hen vinden. Als zij in de spiegel kijken dan kijken anderen met hen mee en treedt het oordeel, de veroordeling direct in. Wij zijn groepsdieren en vanuit die optiek is het logisch dat we ons bezighouden met wat andere mensen van ons vinden. De kans dat we hierin doorslaan is groot en het risico dat we lopen is dat we op die manier vanuit een beeld naar onszelf en naar anderen kijken. We halen daarmee het leven uit ons en daarmee de verwondering en blijdschap. Leven vanuit een gestold beeld is geen leven.

Martin Buber zegt het zo: “Wij mogen een onderscheid maken tussen twee vormen van menselijk bestaan. De ene kan aangeduid worden als leven vanuit het wezen, leven, bepaald door datgene wat men is; de andere als leven vanuit het beeld, leven, bepaald door hoe men wil schijnen p. 139 Buber, dialogisch leven.

Buber schreef dit boek in de jaren vijftig van de vorige eeuw.

Zeventig jaar nadat Buber ons dit vertelde, leven wij in de 21ste eeuw met social media en zijn influencers waar grote groepen mensen hen na doen. Het beeld viert hoogtij. Eruit willen zien zoals zij, willen doen wat de influencer doet. Het woord influencer geeft me al de rillingen over mijn lijf, beinvloeder. Of jonge mensen die naar een cosmetisch arts gaan omdat ze op een pop, op een ding, willen lijken en verwachten dat ze zich daardoor gelukkiger, levendiger gaan voelen. Treurig.

Ik las een bericht dat een tweeling zich voor 180.000 dollar had laten verbouwen tot barbiepoppen. Schandalig dat artsen dit doen.

Je wordt niet gelukkiger noch levendiger door een ander na te doen. Je wordt niet gelukkiger door vanuit een beeld naar jezelf en naar anderen te kijken. Je wordt gelukkiger en levendiger door wat zich in alle openheid tussen twee mensen laat zien. Door fouten te maken en weer op te staan. Waarachtig contact is zo heilzaam in ons leven.

Het gaat niet om een leven met veel spektakel, maar een leven waarin we met de mensen die we ontmoeten, een waarachtige ontmoeting hebben. Gezien en gehoord worden met wat er nu is. Dat kan in de rij voor een kassa, in de bus, op straat of waar dan ook.

Wie we ook zijn, waar we ook zijn, iedereen vindt het fijn om open gezien en benaderd te worden. Laten we echt met compassie naar onszelf en andere mensen kijken, dat zal de aantrekkingskracht van de wereld van de schijn doen afnemen.