Vrouw in de spiegel

Gisteren waren we in museum Singer Laren. Het was laat in de zondagmiddag rustig en we konden de tentoonstelling goed bekijken. Een tentoonstelling waarin kleur en licht de hoofdrol spelen. Liefde voor kleur. In zes thema’s zien we de werken van veertig kunstenaars.

We komen graag in Singer. Dat verwachtingsvolle gevoel waarmee ik een tentoonstellingsruimte binnen ga, vind ik al prettig. Zo open mogelijk kijken, soms kort maar vaak wat langer. En dan dat onbenoembare dat je geraakt wordt en blijft kijken. Om wat te zien vraag ik me af of beter gezegd om het schilderij te kunnen ervaren. Het wordt op een of andere manier levend en raakt me aan. Ik begrijp lang niet altijd waarom.

Bij dit schilderij weet ik het wel. Dat bijna eeuwige thema van vrouwen die zichzelf in de spiegel bekijken, van buitenaf, om zichzelf te ontdekken. In een poging om een glimp van zichzelf op te vangen? Om in stomme verwondering haar eigen gezicht te zien? Of in een ingewikkeld spiegelspel de kijker naar haar te laten kijken?

Het kleine kind dat zichzelf voor het eerst in de spiegel ziet en uitbundig begint te lachen en te bewegen. Kijk dat vriendje doet precies hetzelfde. Het wonder dat je bestaat. Het wonder dat je jezelf ziet. Het wonder dat je je eigen gezicht ziet.

Laten we op deze manier naar onszelf en de ander kijken. In stomme verwondering.

De nieuwe vrouw

Marlene Dumas Het kwaad is banaal 1984

Afgelopen weekend waren we naar de tentoonstelling over De Nieuwe Vrouw in het Singer museum in Laren geweest. In verschillende zalen die thematisch waren geordend werd het verhaal verteld van veranderende maatschappelijke posities van vrouwen gereflecteerd in de Nederlandse kunst vanaf eind 19de eeuw. Vrouwen die nieuwe werkvelden betreden, collecties aanleggen, gingen schilderen naar naaktmodellen. Haren afknippen, kortom tornen aan de conventies van vrouwelijkheid en mannelijkheid en proberen grenzen te verleggen.

De Nieuwe Vrouw was een scheldwoord voor vooruitstrevende vrouwen en Singer Laren gebruikt die benaming nu als geuzennaam. Een van de meest indrukwekkende werken, vonden wij het werk van Iris Kensmil: Dutch nurses. “Dat is een werk met allemaal portretten van verpleegkundigen die in de zestiger jaren vanuit Suriname naar Nederland kwamen om het tekort aan medisch personeel op te vullen. Je hoort meestal dat Nederland Suriname moet helpen, maar het komt ook andersom voor”.

Ook voor het schilderij van Marlene Dumas heb ik een poos gestaan. Aangedaan. Wat zie ik eigenlijk? Waarom raakt dit me zo?

De tentoonstelling als geheel vind ik troostend. Troostend om te zien, om te ervaren dat er altijd vrouwen zijn geweest die nieuwe luiken proberen open te zetten. Die dapper zijn en tegen de tijdgeest in durven gaan van wat we onder vrouwelijkheid verstaan.

Mogen wij vrouwen, altijd dapper genoeg zijn om nieuwe vrouwen te zijn.