Ik denk aan haar vanavond op 4 mei dodenherdenking. Mijn geliefde Andreas Burnier, een van mijn voorbeelden. Hoe te leven als vrouw? Hoe te leven als lesbische vrouw? Hoe te leven als Joodse vrouw? Hoe te leven als intellectuele vrouw? Deze verschillende en elkaar uitsluitende vormen toch leven in een lichaam. Wat een krachtsinspanning en wat een lef.
De titel van haar biografie door Elisabeth Lockhorst geschreven, is Metselaar van de wereld. Andreas was een metselaar van haar eigen wereld met brokken die niet bij elkaar pasten. Toch moest ze die verschillende stukken op een of andere manier bij elkaar brengen. En deze onmogelijke taak was precies waardoor ze me inspireert. Het onmogelijk, datgene wat elkaar uitsluit, toch met elkaar verbinden en er een soort eenheid van maken. Heel in gebrokenheid.
En er is er nog een waar ik vanavond aan denk. Mijn geliefde Chawwa ook een van mijn voorbeelden, die het onmogelijke toch vruchtbaar maakte. Ook zij was een vrouw die het vrouw zijn, het geliefde zijn, Joods en lesbisch en kunstzinnig zijn, moest vormgeven in een lichaam. Ook zij moest uit al die onwillige brokstukken een beeld hakken.
Beide vrouwen schreven naast het vele andere werk in verschillende vormen ook gedichten. Poezie leent zich dan uiteindelijk toch het meest om het onzegbare te zeggen ook al hoor je het ontbreken niet. Maar als we heel stil worden en goed luisteren dan horen we het ontbreken wel.
Het onmogelijke, mogelijk maken, dat heb ik van jullie geleerd. In al je gebrokenheid en kwetsbaarheid toch dapper doorgaan en vormgeven. Met grote warmte en diepe dankbaarheid denk ik aan jullie.