We zijn weer op Texel in ons geliefde huisje met stapels boeken, muziek en heerlijk eten.
Na een autorit met stormachtig weer en bij tijd en wijle heftige regens kwamen we in het donker aan bij ons huisje. Pete had zich al geinstalleerd en toonde me zijn boeken. Veel Jung en wat Kierkengaard, Ton Lathouwers en Marieke Lucas Rijneveld. Wij lenen elkaar met regelmaat boeken uit en ik had Zij is soms altijd, vrouwelijke gestalten van compassie voor hem meegenomen en hij leende mij Vrouwelijk denken in Parijs van Renee Hable uit de jaren tachtig van de vorige eeuw.
Ik ging als eerste, vroeg naar bed. Het zal rond 22.30 geweest zijn. Ik slaap veel in deze stille periode en ik droomde vannacht dat ik in een stoet liep met allemaal prachtige intelligente vrouwen. We waren vrolijk en liepen met stevige pas en armen zwaaiend door de straten. Er kwam ons een man tegemoet die blij knikte omdat hij zoveel mooie, slimme vrouwen zag. Ja dat ging de goeie kant op.
Tijdens het ontbijt vertellen we elkaar onze dromen maar ik was deze flard alweer vergeten. Na een wandeling en boodschappen gehaald te hebben, pakte ik het boekje Vrouwelijk denken in Parijs uit de jaren tachtig en ik las over lezingen van Helene Cixious, zoals die uit 1987 waarin het werk van Clarice Lispector centraal stond. De Braziliaanse schrijfster die zo precies schrijft en die vraagt om een aandachtige, liefdevolle en tedere manier van lezen. Het gaat er om om dichtbij het lichaam van de tekst te blijven om haar betekenissen te kunnen verstaan. Lispector is ook een van mijn geliefde schrijfsters.
“en nooit heben wij de nodige tijd, die kalme, bloedrode tijd, die de voorwaarde voor deze liefde is, die rustig nadenkende tijd die de moed heeft iets gewaar te laten worden”. Het gaat om de langzaamheid, die de bron van tederheid is”. p. 26
Luce Irigaray, Helene Cixous, Clarice Lispector en vele andere prachtige en slimme vrouwen waarmee ik door de straten mag marcheren en op wiens schouders ik mag staan, wat een gevoel van vreugde geeft me dat en ook fijn om te weten dat mijn animus zag dat het goed was.