Alles op de wereld begon met een ja

Mijn vorige column over Joodse filosofie en mystiek eindigde met de zin “en toen moest de dag met Clarice Lispector nog beginnen”.

“Alles op de wereld begon met een ja. Een molecuul zei ja tegen een andere molecuul en het leven ontstond. Maar voor de prehistorie was er de prehistorie en was er het nooit en was er het ja. Die zijn er altijd geweest. Ik weet niet hoe of wat, maar ik weet dat het universum nooit is begonnen”. Uit Het uur van de ster van Clarice Lispector

Ik weet niet hoe het u vergaat maar ik word direct vrolijk van deze tekst. Hoe te beginnen, zegt Lispector als dingen gebeuren nog voor ze gebeuren?

De mystiek van Clarice Lispector en haar gebruik van taal werd door Michel Dijkstra (een van de docenten van de week over Joodse mystiek) vergeleken met het Taoisme. TAO is de mysterieuze oorsprong van alles. Het is geen scheppergod maar een instantie waaruit het universum spontaan voortkwam. Het gaat erom de taal stromend te laten zijn, zodat begrippen niet gaan stollen.

Eerder schreef ik over haar prachtige beeld van geven: “genot is je handen openen en ongeremd het volledig weg laten stromen dat zich vurig had vastgegrepen. En ineens de schok: oh, ik heb mijn handen en mijn hart geopend en ik verlies niets! Tot je beseft dat in het uitlopen het zeer gevaarlijke genot van het zijn ligt. Maar dan komt een vreemde zekerheid: je hebt altijd iets om weg te geven”.

De wijze pot niets op. Als hij wat hij heeft aan anderen geeft, dan heeft hij zelf nog meer. Daodejing vers 81, fragment.

Ik heb zoveel aangereikt gekregen. Bijvoorbeeld dat denken een daad is en dat de woorden moeten blijven stromen en dat geven, krijgen is. Er is een lichtheid, speelsheid en taalgevoeligheid zichtbaar geworden en ik voel me als een kind zo blij en zeg ja.

Gun jezelf poëzie want dichters raken aan het wezenlijke

Internationale School voor de Wijsbegeerte Leusden

Ik ben in Leusden om een Summerschool te volgen over Joodse mystiek. Op dit fijne landgoed met aardige kamers, heerlijk eten en behulpzame medewerkers is het een feest om hier leerling te mogen zijn. Zij bieden een rijk programma en dit jaar koos ik voor deze week vooral omdat Clarice Lispector wordt besproken. Al een jaar of veertig geleden maakte ik voorzichtig kennis met deze intrigerende sfinx van Brazilië zoals ze ook wel wordt genoemd. Recent publiceerde Benjamin Moser haar biografie en ook de dagboeken van Lispector zijn verschenen bij Privé Domein en al haar verhalen in het Nederlands. Ik kwam dus voor Lispector naar deze Summerschool en voor de rest stelde ik me open.

Vol verwachting stapte ik maandagmorgen de school binnen en ontmoette daar dertig mensen met allerlei verschillende achtergronden, wel allemaal hoog opgeleid, om ons te openen voor Joodse mystiek. De gedreven docent begon met Spinoza en Maimonides en al snel gingen allerlei vragen over tafel. Ik ga niet eens een poging wagen om een inhoudelijke samenvatting te geven want daarvoor is het allemaal te vers.

Vandaag ging het over Paul Celan en Meister Eckhart. Van Paul Celan had ik nog nooit iets gelezen, wel de traktaten en preken van Meister Eckhart. Het begon met een gedicht van Paul Celan op de vroege ochtend.

IK KAN JE NOG ZIEN: een echo, tastbaar met voel- woorden, op de bergkam van het afscheid

Je gezicht schrikt zacht terug, als het opeens lampachtig helder wordt in me, op de plek waar je het pijnlijkst Nooit zegt Uit: Lichtdwang 1971 Paul Celan

De woorden waren geprojecteerd op een scherm en werden ook voorgelezen. Ik had het gedicht nooit eerder gezien of gehoord en ik werd totaal onverwachts overmand door een diep verdriet en moest huilen. Ik zat midden in de zaal en de tranen stroomden over mijn gezicht. Uiteraard voelde ik me ongemakkelijk maar ik kon het niet tegenhouden. Een van de deelnemers begon met spreken en zei: “Ik begrijp niets van het gedicht” en er ontspon zich een gesprek tussen de docent en verschillende deelnemers. Ik zweeg.

Ik heb amper woorden om te beschrijven hoe dit gedicht me raakte. Het gaat voor mij over iets of iemand die er feitelijk niet meer is en toch aanwezig is. In de terugtrekking wordt iets of iemand getoond, als een droom die je bij het ontwaken ontglipt, maar waarbij je voelt dat het heel belangrijk is, wezenlijk, daar waar je verlangen naar uit gaat. Thuiskomen, zonder plek, zoiets.

Even licht het glashelder op maar op het moment dat ik het wil grijpen, verdwijnt het en gaat het voorbij. Ik zit hier met een groot warm hoofd, wat stijve nek en vol verbazing over wat me overkomt en dan moet de dag over Clarice Lispector nog beginnen.

De ademhaling van de wereld is dat wat wij horen als stilte

Zaterdagmiddag is er een inspiratiemiddag geweest in het Graalhuis in Utrecht. Negen heel verschillende vrouwen die de tijd en aandacht namen om aan de slag te gaan met innerlijke schoonheid. Ik weet niet precies wat ik bedoel met innerlijke schoonheid maar het heeft iets te maken met verbinding, traagheid en meerstemmigheid.

ik koos daarvoor twee briljante schrijfsters Andreas Burnier en Clarice Lispector omdat zij mij zo inspireren. Andreas door haar moedige romans over mannelijkheid en vrouwelijkheid en haar essays over mystiek en Clarice omdat zij mij wijst op het uitdrukkingsloze, de witregel. Twee moedige vrouwen die tegen hun tijdsgeest ingingen en trouw bleven aan hun eigen zoektocht.

En het was interessant dat Lispector onbekend was bij de deelnemende vrouwen en ook Burnier was geen grote bekende en toch resoneerde er blijkbaar iets in de aankondiging waardoor de vrouwen op deze inspiratiemiddag waren afgekomen.

Negen onbekende vrouwen in een kring. We stelden ons aan elkaar voor door al onze rollen en stemmen te noemen die deel uitmaken van onze identiteit. Ik begon met: ik ben een grootmoeder, moeder, dochter, zus, witte vrouw, geleerde, ridder, vriendin, geliefde, buurvrouw, schrijfster, onhandige…………… ik weet niet eens meer precies wat ik allemaal opnoemde. Maar de andere vrouwen sloten mooi aan en het gaf een wat breder beeld dan alleen het noemen van je naam.

Daarna schetste ik in vogelvlucht de levens van Andreas en Clarice. Joodse vrouwen met meerdere namen, schrijfsters, academisch geschoold, trouw aan dromen en goede denkers en voelers.

De hoogtepunten van de middag was het langzaam lezen van tekstfragmenten, voorgelezen door verschillende vrouwen, dezelfde tekst soms drie keer, zodat de woorden konden resoneren in ons binnenste. Wat raakt je? Wat neem je mee?

Ik nam mee uit deze inspiratiemiddag een gevuld hart en een gevoed lichaam en een diepe dankbaarheid dat het mogelijk is om met negen onbekende vrouwen zo’n openheid en verbinding te ervaren, geïnspireerd op de onafgebroken ademhaling van de wereld dat wij horen en aanduiden met stilte.

Via iets of iemand anders afdalen in jezelf, het blijft een mysterie.

Meerstemmingheid van innerlijke schoonheid

februaru 2020 Graalhuis in Utrecht

Vorig jaar maakten we een tweeluik in het Graalhuis over mijn boek Je bent al mooi en dit jaar doen we dat opnieuw maar nu meer gericht op het innerlijk.

Vrouwen die trouw zijn aan de lokstem leven altijd een gecompliceerd en rijk leven. Ik mocht sommigen van hen persoonlijk ontmoeten in mijn leven maar vele van deze vrouwen ontmoette ik als lezer. In onze tijd van sterke polarisatie voel ik me niet thuis omdat ik mijn hele leven zoveel verschillende stemmen hoor die in mij leven.

Het Graalhuis in Utrecht vroeg me een middag (19 juni 2021) te maken over innerlijke schoonheid en ik koos Clarice Lispector waar ik in mijn vorige column al over vertelde en Andreas Burnier waar ik trouwens ook al eerder over schreef. Zij raken mij allebei rechtstreeks in mijn hart, in mijn ziel en laten me vaak vertwijfeld achter.

In 1988 las ik het eerste fragment van Lispector in Lust en Gratie.

“Geef me je hand: Ik ga je nu vertellen hoe ik binnen ben getreden in het uitdrukkingsloze, waar ik altijd blind en heimelijk naar op zoek ben geweest. Hoe ik binnen ben getreden in datgene wat bestaat tussen het getal een en het getal twee, hoe ik de lijn van mysterie en vuur zag, die een slinkse lijn is. Tussen twee muzieknoten bestaat een noot, tussen twee feiten bestaat een feit, tussen twee zandkorrels, hoe dicht ze elkaar ook raken, bestaat een ruimte, er bestaat een voelen dat zich bevindt tussen het voelen – in de tussen ruimten van de oorspronkelijke materie bevindt zich de lijn van het mysterie en vuur die de ademhaling van de wereld is: en de onafgebroken ademhaling van de wereld is dat wat wij horen en aanduiden met stilte”.

Ik werd omver geblazen en onder andere via deze tekst van Clarice Lispector ging er iets in me stromen.

Een tweede schrijfster die dit bij me teweeg bracht was Andreas Burnier. Zij vertelde in haar romans over deze meerstemmigheid en over de ingewikkeldheid om tegenstellingen in jezelf tot een eenheid te laten komen zoals de kunstenaar en de krankzinnige, de misdadiger-heilige en de polariteit man-vrouw.

In mijn jong volwassen jaren was ik me sterk bewust van al die roepstemmen en leed ik eraan dat het me niet lukte om een vrouw uit een stuk te zijn. Troostend, zo troostend en inspirerend waren deze vrouwen die ook dit verlangen kende en probeerden taal te geven en deze paradoxen te leven.

Laat je niet mee slepen in het polaire denken en durf alles te zijn. Dat is geen makkelijk leven maar het is wel jij.

Als ik mij was is een manier om bij je verlangens te komen

Op deze mistige maandagmorgen weet ik niet zo goed waar over ik moet schrijven. Op mijn bureau ligt De ontdekking van de wereld van Clarice Lispector en ook Yourcenar kijkt me aan. Ter inspiratie sla ik Lispector open en lees:

“Wanneer ik niet meer weet waar ik een belangrijk papier heb gelaten en al mijn zoeken zinloos blijkt, stel ik mezelf de vraag: als ik mij was en ik moest een belangrijk document opbergen, waar zou ik dat dan doen?”

Oh Clarice wat doe je me aan, je hebt me weer een nieuwe manier gegeven om over mezelf en over dat raadsel ik na te denken. Als ik mij was, dan zou ik veel meer schrijven, omdat ik in het schrijven de mij kan ontmoeten. Vraag me niet hoe want dat weet ik niet.

En als ik mij was dan zou ik veel meer mediteren om tot rust te komen en ruimte te ervaren. En als ik mij was zou ik meer plezier maken en lachen, zomaar zinloos lachen omdat fijne gevoel van een schuddend lichaam.

En als ik mij was dan zou ik dankbaar zijn, diep dankbaar voor het prachtige leven dat zich nu in mij, aan mij ontvouwt. Lieve mensen, het is heerlijk om met pensioen te zijn en de tijd en rust te hebben om zomaar te schrijven over als ik mij was.

Wees slim en begin er eerder mee, hopelijk al als je twintig bent of veertig, en speel met jezelf rondom de vraag als je mij was, wat zou je doen en wat wil je vormgeven? Het geeft eerst iets ongemakkelijks en waarschijnlijk kom je eerst bij verdriet maar het opent zeker de deur naar jou.

Lispector verwoordt het zo: “Ik weet heus wel dat we dan uiteindelijk het verdriet van de wereld ten volle zouden ervaren. En van ons eigen verdriet, waarvan we geleerd hebben, dat niet te voelen. Maar we zouden ook af en toe gegrepen worden door een extase van pure legitieme vreugde, die ik nauwelijks kan raden. Of nee, ik geloof dat ik haar op een of andere manier al raad, want ik voel me glimlachen en voelde ook een soort schaamte die je hebt voor iets wat te groot is”.

Vrouwelijk denken in Texel

We zijn weer op Texel in ons geliefde huisje met stapels boeken, muziek en heerlijk eten.

Na een autorit met stormachtig weer en bij tijd en wijle heftige regens kwamen we in het donker aan bij ons huisje. Pete had zich al geinstalleerd en toonde me zijn boeken. Veel Jung en wat Kierkengaard, Ton Lathouwers en Marieke Lucas Rijneveld. Wij lenen elkaar met regelmaat boeken uit en ik had Zij is soms altijd, vrouwelijke gestalten van compassie voor hem meegenomen en hij leende mij Vrouwelijk denken in Parijs van Renee Hable uit de jaren tachtig van de vorige eeuw.

Ik ging als eerste, vroeg naar bed. Het zal rond 22.30 geweest zijn. Ik slaap veel in deze stille periode en ik droomde vannacht dat ik in een stoet liep met allemaal prachtige intelligente vrouwen. We waren vrolijk en liepen met stevige pas en armen zwaaiend door de straten. Er kwam ons een man tegemoet die blij knikte omdat hij zoveel mooie, slimme vrouwen zag. Ja dat ging de goeie kant op.

Tijdens het ontbijt vertellen we elkaar onze dromen maar ik was deze flard alweer vergeten. Na een wandeling en boodschappen gehaald te hebben, pakte ik het boekje Vrouwelijk denken in Parijs uit de jaren tachtig en ik las over lezingen van Helene Cixious, zoals die uit 1987 waarin het werk van Clarice Lispector centraal stond. De Braziliaanse schrijfster die zo precies schrijft en die vraagt om een aandachtige, liefdevolle en tedere manier van lezen. Het gaat er om om dichtbij het lichaam van de tekst te blijven om haar betekenissen te kunnen verstaan. Lispector is ook een van mijn geliefde schrijfsters.

“en nooit heben wij de nodige tijd, die kalme, bloedrode tijd, die de voorwaarde voor deze liefde is, die rustig nadenkende tijd die de moed heeft iets gewaar te laten worden”. Het gaat om de langzaamheid, die de bron van tederheid is”. p. 26

Luce Irigaray, Helene Cixous, Clarice Lispector en vele andere prachtige en slimme vrouwen waarmee ik door de straten mag marcheren en op wiens schouders ik mag staan, wat een gevoel van vreugde geeft me dat en ook fijn om te weten dat mijn animus zag dat het goed was.