Het academisch jaar is weer begonnen. September: de maand van een nieuw begin voor vele mensen. Als een situatie nieuw voor ons is, gaat dat gepaard met onzekerheid. Dat geldt ook voor de kinderen die voor het eerst naar de basisschool gaan, middelbare school of het hoger onderwijs. Als we onwennig in een nieuwe situatie zijn, dan is het uiterlijk het eerste wat we van elkaar zien. We voelen ons daardoor onzeker, want we weten dat we op ons uiterlijk beoordeeld worden. Dat is niet zo gek, want we hebben op dat eerste moment niets anders om ons op te oriƫnteren.
De kinderen van vier op de basisschool zullen zich daar nog niet zoveel van aantrekken. Kinderen van vier richten de wereld in op mensen die ze aardig of onaardig vinden. Hun denken is nog magisch. Zij letten amper op uiterlijk. Hun ouders misschien wel.
Waar laat ik mijn handen als ik praat?
Voor de kinderen van 12 die voor het eerst naar een middelbare school gaan, speelt het uiterlijk wel een rol. Wat moet ik aan? Wat kan ik aan? Met welke kleding heb ik de grootste kans om nieuwe vrienden te maken en erbij te gaan horen? Onwennig met al die grote kinderen in de hogere klassen om hen heen, onwennig in hun lichaam, dat vaak nog niet vertrouwd voelt. Waar laat ik mijn handen als ik praat? Als ik maar geen kleur krijg, als iemand me iets vraagt. Dan kun je als ouder stoer roepen dat je kind een eenling moet durven zijn, maar dat is niet eenvoudig. Bij de groep mogen horen is heel prettig. Je identiteit verder vormgeven, in vergelijking met leeftijdsgenoten, is een belangrijke ontwikkelingstaak op deze leeftijd.
De uniformiteit valt op
Voor de jong volwassenen die op hun 18de naar het hoger onderwijs gaan, is de omgeving nieuw, maar de meeste mensen van 18 hebben wel al wat meer vertrouwen in zichzelf en hun lichaam. Toch valt de uniformiteit van het uiterlijk me op. Eenheid in haardracht en kleding is groot bij mijn eerstejaarsstudenten. De studenten die er net wat even anders uitzien, onthoud ik beter.
Docenten zie ik als belangrijke rolmodellen voor leerlingen en studenten. Als docenten kunnen we helpen om kinderen en adolescenten een positiever lichaams-en zelfbeeld te geven. Maak nooit een negatieve opmerking over het uiterlijk. Wees daar alert op.
Kortom schep een veilig klimaat in je groep en ontmoet ieder kind op een open manier.
Door: Liesbeth Woertman