Mooi genoeg? waarom we altijd maar twijfelen over ons uiterlijk

Quest psychologie, nummer 3, 2021

Vandaag viel de Quest psychologie op de mat. Bijna het hele nummer gaat over het uiterlijk. Ik heb bijgedragen aan het artikel Lekker in je vel.

“Voor de spiegel zet je altijd je spiegelgezicht op. Je ziet er dan anders uit wanneer je een boek leest of gierend van het lachen op een terras zit. We kennen ons eigen gezicht amper”, zeg ik op pagina 15. Je bent ook niet op je mooist, ga ik verder, omdat als je in de spiegel kijkt, je direct oordeelt.

Mooi, mooier, mooiste maakt niet gelukkiger. Mensen met een gemiddeld inkomen die daar goed van kunnen rondkomen zijn doorgaans heel gelukkig. Stroomt het geld met bakken binnen dan wordt je daar niet extra gelukkig van. Zo is het ook met ons uiterlijk. Een gemiddeld uiterlijk geeft ons een prima leven. We jagen iets na wat we allang hebben. De paar extra puntjes die je denkt te scoren met botox, fillers of wat dan ook, gaan je niet veel blijer maken. Ze maken je eerder kritischer. Want juist het streven naar een perfect uiterlijk, remt ons geluk.

Ook het artikel vanaf pagina 44 over botox in hetzelfde nummer van Quest is interessant. Er wordt een onderzoek van Harvard Medical School genoemd waarin gezichten van mensen die botox hadden laten inspuiten beoordeeld en het bleek dat de lachposes op de foto als iets minder blij, minder echt, minder spontaan en minder intens werden beoordeeld.

Wordt het niet eens tijd om flaporen te erkennen als een van de acht schoonheden,? We beoordelen kinderen met flaporen als iets aardiger, ijveriger en intelligenter zo blijkt als een klein Zwitsers onderzoek.

En verder allerlei tips hoe je meer tevreden kunt worden met je uiterlijk. Doe er je voordeel mee.

Kunnen we een ander ontmoeten zonder oordeel?

Deze week opnieuw veel mediaverzoeken. Blijkbaar is de redactie van Quest Psychologie weer met de 101 lezersvragen bezig want ik ontving twee vragen.

De eerste vraag ging over op welk uiterlijk kenmerk mensen het eerst afknapte. Dat weet ik niet en ik ken er ook geen onderzoek naar.

De tweede vraag was Is het mogelijk mensen NIET op hun uiterlijk te beoordelen en deze vraag vond ik wat lastiger. Ik heb er de hele avond op gekauwd en kom tot de volgende voorlopige conclusie.

Nee dat is niet mogelijk. Het uiterlijk is in onze tijd een zeer belangrijk onderdeel van wie we denken te zijn. In de ontmoeting met een vreemde scannen we razendsnel of deze mens een goede of een slechte bedoeling heeft. Met andere woorden moet ik gaan rennen omdat deze mens een bedreiging is of niet. Direct in die keuze zitten de volgende dimensies verweven namelijk: is dit een man of een vrouw, iemand zoals ik of anders, wit of zwart, aardig of onaardig, mooi of lelijk. Op onbewust niveau nemen we deze beslissing en we discrimineren dus de hele dag. Discimineren in de zin van onderscheid maken.

Ja het is wel mogelijk om mensen NIET op hun uiterlijk te beoordelen. Dat geldt voor de mensen voor wie het uiterlijk niet belangrijk is. Ik herinner me mijn kleinzoon met wie ik regelmatig wandelde in Utrecht. Hij was twee, drie jaar en zei iedereen maar dan ook echt iedereen gedag. De vuilnisman, de deftige dame, de junk, een man in een rolstoel, een zwerver, andere kinderen, de buren. Opvallend was dat juist de mensen die meestal niet gedag gezegd worden altijd blij op hem reageerden. Zo inderhield hij een innige band met de vuilnismannen en zat hij geduldig op zijn knietjes op de bank uit het raam te kijken en te wachten tot hij zijn vrienden van de vuilisnisdienst zag. Van beide kanten werd er breed geglimlacht en gezwaaid. Ook de zwervers met plakhaar en rommelige kleren werden stralend begroet. Dus ja het kan.

Mensen voor wie het uiterlijk om wat voor reden dan ook, niet belangrijk is, zullen andere mensen niet op hun uiterlijk beoordelen. Mensen die andere waarden belangrijker vinden zoals verbinding maken en zich verbonden voelen met andere mensen maken ook een goede kans om niet op uiterlijk te beoordelen.

Mijn kleinzoon is nu tien en begint zich bezig te houden met zijn uiterlijk. Als hij naar de kapper is geweest, zegt hij “zie je niets aan me?”. En hij vraagt of ik hem wil helpen een goede gel uit te kiezen want de gel die hij nu heeft, plakt. Gelukkig vergeet hij zijn uiterlijk ook nog vaak en speelt volop buiten, heeft plezier met zijn vrienden en sport. Hij heeft nog steeds een blij en open gezicht en zegt nog steeds veel mensen gedag maar heeft hoogstwaarschijnlijk van binnen nu wel een begin van een oordeel over het uiterlijk van anderen. Maar of iemand aardig is, is gelukkig nog steeds het allerbelangrijkste.