Het landschap dat leeft of het landschap dat doodt

Fotograaf Barend Boot

Gisteren liepen we in dit prachtige bos in Doorn. Omdat het zondag was liepen er veel mensen hun hond of hun kinderen uit te laten. Maar een klein beetje doorlopen was genoeg om in de stilte te zijn. Wel wonderlijk dat hier zo weinig vogels te zien of te horen zijn. De kleuren en het licht dansten om ons heen. Ik had het gevoel dat het bos leefde.

Snotverkouden met lichte verhoging zit ik al een paar dagen binnen. Ik wil in ieder geval geen andere mensen aansteken. Het enige dat ik doe is iedere dag een wandeling maken. Heel rustig in het kasteelpark, langs de kromme rijn of in het bos. Langzaam lopend adem ik zo diep mogelijk de frisse lucht in. Mijn hoofd lijkt buiten iets opener net als mijn neus.

Binnen lopen de tranen over mijn wangen. Ik kan nauwelijks lezen of schrijven omdat mijn ogen dat niet willen. Mijn oren zitten dicht. En ik heb vanmorgen door manlief 30 nieuwe pakjes zakdoeken laten aanrukken. Ongelofelijk wat er uit een hoofd te voorschijn kan komen. Gisteren bedacht ik me dat spoelen met zout water helpt. Zo gezegd, zo gedaan. Mens wat is dat smerig maar verdomd er kwam meer ruimte.

Maar wat doet een mens als zij amper kan lezen en schrijven???? Ik schaam me dat ik het zo moeilijk vind om ziek te zijn. En wat stelt een verkoudheid helemaal voor in vergelijking met ernstige longziektes zoals in het verhaal van Olga Tokarczuk Empusion. Een geweldig boek over een landschap dat doodt, wat er gebeurt als je het Andere wegduwt en de verschillende manieren van kijken.

“Zien was het allerbelangrijkste, had Thilo beweerd, het was niet alleen een kwestie van onze ogen, maar we moesten ook met andere zintuigen zien, alleen was dat nog niet bewezen. Doe je ogen dicht en kijk”.

Tokarczuk vertelt vanuit een vrouwelijke meerstemmige stem, een mysterieus wij. In het nawoord verklapt de schrijfster dat alle misogyne uitspraken van beroemde mannelijke auteurs komen.

Misschien moest ik ziek zijn om dit krankzinnige boek te kunnen lezen.

Boeken: plaatsvervangende lichamen

Wie streeft naar vrijheid moet leren vergeven, lees ik in het boek van Jonathan Sacks Genesis.

Vrij zijn, mij zelf bepalen, ruimte hebben, is in mijn leven heel belangrijk. Ik had een moeder die als een zwaan op ons kinderen zat en bleef zitten. Tot stikkens toe, beklemd, vastgezet, kon ik alleen maar heel hard rennen en van me af slaan. Ik liep zo hard en zo ver dat ik zelfs mijzelf voorbij liep. Onderweg ben ik best een aantal keren gevallen maar niet hard genoeg, blijkbaar. Pas op mijn 63ste kwam ik tot stilstand. Waar ik wel voor stilstond is voor lezen van boeken en voor schrijven.

Boeken hebben mijn hele leven een zeer belangrijk rol gespeeld en nog steeds. Zij kunnen nieuwe deuren openen, nieuwe betekenissen aanbieden, zodat ik mijn verhaal over wie ik ben steeds kan vergroten, verbreden en er meer lagen in aan brengen. Ik woon(de) in boeken.Ik lees op dit moment Genesis van Sacks, Buber ik en jij, Annie Ernaux De jaren en Olga Tocarczuk Empation.

Op advies van de dochter van mijn boekhandelaar, waar ik gisteren mijn bestelde boeken ging ophalen, lees ik nu de verzamelde essays van Connie Palmen. In het bijzonder het deel Echt contact is niet te bedoeling. En Palmen schrijft op haar prachtige manier haar relatie met boeken en de wereld. Het boek is een plaatsvervangend lichaam van de schrijver.

Ik wil eraan toevoegen dat het boek ook een plaatsvervangend lichaam is van de lezer. Het lezen en schrijven geeft me veel ruimte en vrijheid. Ik weet nu dat vrijheid niet wegrennen is, maar blijven staan, moedig zijn en je eigen verhaal vertellen en vergeven, vooral dankzij mijn boeken.