Nico Frijda heeft in 1988 zijn boek Emoties. Een overzicht van onderzoek en theorie uitgebracht. Daarin beschrijft hij dat emoties stuurvoorrang hebben op rationele overwegingen. In mijn studie tijd psychologie leerde ik dat cognitie het vertrekpunt is waaruit emoties en gedrag voortvloeien. Op die opbouw zijn vele therapievormen ontwikkeld. Vanuit een afstand naar onszelf en de wereld kijken heeft ons veel gebracht maar ook veel gekost.
In mijn persoonlijke leven merkte ik dat ik veel baat had bij acupunctuur, yoga, haptonomie en stemexpressie om maar een paar varianten te benoemen die ik probeerde om beter in balans te komen.
Nu lijkt het tij wat te keren en zien we maatschappelijk en in het alternatieve circuit steeds meer ruimte ontstaan voor het lichaam als bron van kennis en opslag van ervaringen. Vooral in de trauma literatuur heeft dit gedachtengoed ingang gevonden, denk aan het mooie werk van Bessel van de Kolk en anderen.
In 2023 verscheen het boek Wat het lichaam weet. Over de biologie van beleving geschreven door Hendrik Jan Houthoff. Hij schrijft in zijn proloog:
“Ik gaf les in basisvakken aan een opleiding voor Jungiaanse analytische therapie. Studenten leren daar hoe ze zich vanuit hun hart, hun innerlijk, open dienen te stellen voor de problemen waar clienten mee komen. Vanuit een levensbeschouwelijke visie spreekt het velen aan dat gevoelens en emoties opwellen uit het lichaam: een intuitieve zekerheid. Maar vanuit de medische biologie is het een gedachte die wetenschappelijk gebaseerd is op drijfzand: een metafoor, om aan te geven dat invoelend vermogen belangrijk is”.
Jarenlang heeft hij gezocht en gespeurd om te toetsen of het biologische lichaamsbeeld wel klopt. Biologische netwerken bleken hier een oplossing voor te bieden. Hij kwam er achter dat het inwendige lichaam ook signalen uit de buitenwereld kon opvangen, net als de hersenschors. De buitenwereld komt niet alleen via het gehoor en de ogen naar binnen, maar ook via het innerlijk. Het innerlijk, in feite het hele lichaam, past zich automatisch aan de situatie in de omgeving aan, het grootste deel gaat onbewust maar wat we merken zijn gevoelens, stemmingen en emoties. Subjectiviteit is daarmee een eiigenschap van het lichaam.
Ik ben een tijd met dit boek bezig geweest, soms ademloos, dan weer wat ploeterend met de biologie. Heel spannend wordt het als hij zegt dat er zich momenteel een balansverandering voltrekt, omdat we ons als mens nu zo ver uit onze omgeving hebben losgemaakt dat het mogelijk wordt onze subjectiviteit bewuster te gaan verkennen. Leven vanuit cognitie schept afstand en belet ons op een dieper niveau in verbinding te staan met onszelf en andere wezens in de omgevende natuur.
Sommige mensen ervaren dit als een verrijking en andere mensen worden bang omdat ze denken vanuit de gevoelslaag minder controle te hebben. Houthoff heeft het over een nieuw mensbeeld waarin gevoel en subjectiviteit in het lichaam ontstaan en de basis vormen voor het ontstaan van cognitie en objectiveringsvermogen in de hersenschors.