Interview in Knack

Liesbeth Woertman
Deze week een interview in het Belgische Knack.
In een samenleving waarin de zelfverafgoding enorme proporties heeft aangenomen, komt wezenlijk menselijk contact onder druk te staan, zegt Liesbeth Woertman, hoogleraar psychologie aan de Universiteit Utrecht (UU). ‘Het schoonheidsideaal is vandaag groter en belangrijker dan het ooit is geweest.’
UU
De Faculty Club van de Universiteit Utrecht, de op één na grootste universiteit van Nederland, is ondergebracht in een middeleeuws pand net achter de beroemde Dom van Utrecht, met zijn 112 meter hoge toren. Professor Liesbeth Woertman zit in een van de gelagkamers met een kop koffie en een tijdschrift op ons te wachten. Woertman is onderwijsdirecteur psychologie van de Universiteit Utrecht, wat betekent dat ze verantwoordelijk is voor het hele psychologieonderwijs, met zijn 2300 studenten en 200 docenten.
Ze krijgt veel interviewaanvragen, maar geeft zelden interviews. Woertman deed veelbesproken onderzoek naar lichaamsbeelden, het onderwerp waarop ze promoveerde, en schreef ook enkele populairwetenschappelijke boeken, zoalsDe Psychologie van het Uiterlijk. De manier waarop veel mensen vandaag obsessief met het eigen lichaam bezig zijn, verraadt volgens Woertman een gapende leegte, die te maken heeft met het wegvallen van grote zingevende kaders en stabiele familiebanden. ‘Daar ben ik heilig van overtuigd. Onzekerheid over wie we zijn en wat we zijn, maakt dat we onze toevlucht nemen tot ons lichaam. Het lichaam waar we controle over denken uit te oefenen middels diëten, sporten en cosmetische chirurgie.’  
Rutgers
Begin september vorig jaar, op World Sexual Health Day, hield Liesbeth Woertman de jaarlijkse zogenaamde Johannes Rutgerslezing, genoemd naar een Nederlandse pionier op het gebied van seksualiteit en anticonceptie, met als titel ‘Seks in het selfie-tijdperk’.
‘Een mooi uiterlijk en een perfect lichaam zijn in onze beeldcultuur belangrijker dan ooit’, legt Woertman uit. ‘We willen eeuwig jong zijn. We willen gezien worden. We maken selfies in plaats van dat we anderen en de omgeving fotograferen.’ In die virtuele wereld, waarin het ik steeds nadrukkelijker op de voorgrond treedt, wordt kijken, aldus Woertman, belangrijker dan aanraken en echt contact maken, en dat heeft ook verstrekkende gevolgen voor ons seksleven.
De selfiecultuur ziet u als een metafoor voor de hele samenleving,
LIESBETH WOERTMAN: Precies. Als ik mijn studenten bekijk: zelfs op het toilet nemen ze foto’s van zichzelf. Ik ben duidelijk iemand van een andere generatie en kijk met verbijstering naar het gemak waarmee jonge mensen op de foto gaan. Ze kunnen ook allemaal direct zo’n gefotografeerd hoofd trekken. Mensen van mijn generatie verkrampen eerder als er een camera op hen wordt gericht. Dat verschil vind ik fascinerend. Kijk ook naar de hoeveelheid foto’s die nu van mensen wordt gemaakt. Ik heb zelf maar een paar foto’s van toen ik klein was. Er werd alleen bij hoogtijdagen gefotografeerd: als er een broertje was geboren of als je ouders zoveel jaar getrouwd waren. Die constante stroom beelden van jezelf, die drang om je hele privéleven tentoon te stellen en jezelf als een sexy object in de etalage te leggen, die enorme nadruk op het uiterlijk, dat is allemaal typisch iets van deze tijd.
Plastic Surgeon
Wat doet die ik-zucht en die tentoonstellingsdrang zoals u het noemt met ons seksleven? Waarover maakt u zich zorgen?
WOERTMAN:Wij zijn per definitie relationele wezens. Ik ben bang dat jonge mensen in een soort spiegelpaleis terechtkomen als we dat ‘ik’ steeds meer uitvergroten. Op het moment dat je alleen nog met je eigen beeld bezig bent en jezelf verdingelijkt als iets wat je kunt bekijken, vastpakken, bewonderen en perfectioneren, verdingelijk en ontmenselijk je immers ook de ander. En wie de hele tijd zichzelf op de voorgrond plaatst, doet dat ook in seksuele relaties. Die heeft niet echt aandacht voor de ander. Seks is dan een activiteit waarbij je vooral gericht bent op je eigen opwinding. Ik zeg het nu even heel grof, maar als je in bed de ander ziet als een soort machine die er alleen is om je behoeften te bevredigen, dan haal je een groot stuk van wat seksualiteit kan zijn, namelijk een spannende ontdekkingstocht, helemaal weg. Want net door uiterlijkheden los te laten en jezelf over te geven aan die seksuele ervaring, kun je uit je basis worden getikt en kan er iets helemaal nieuws ontstaan. Dat ontzeg je jezelf door die ik-zucht en omdat je, als je alleen maar voortgaat op die lege beelden in films en op het internet, ook niet beter weet.
De fixatie op het uiterlijk en de heersende beeldcultuur staan betekenisvolle seks in de weg, zegt u.
WOERTMAN: Ja. Wat ik bijvoorbeeld ook jammer vind voor deze jonge generatie, is dat een aantal van hen al allerlei pornobeelden en geseksualiseerde beelden in films, reclame en op het internet hebben gezien voordat zij zelf seksueel actief zijn. Dat hebben we nog nooit meegemaakt in de geschiedenis. Op het internet zijn seksuele beelden eenvoudig toegankelijk. We zijn allemaal voyeurs geworden op zoek naar opwindende beelden. In mijn tijd keek je hooguit in een of ander ranzig boekje en het merendeel van ons zelfs dat niet eens. Vandaag hebben veel jonge mensen al hele gelikte pornografische films gezien. Zo ontstaan er ideaalbeelden in hun hoofd nog voor ze weten waaraan ze beginnen. Allerlei informatie over wat hoort, hoe het moet, hoe ze eruit moeten zien. Terwijl ze zelf, schuchter en onhandig en met een verwarrende mix aan emoties, hun eerste seksuele ervaringen gaan opdoen. Maar wat in de feitelijkheid gebeurt, staat haaks op die gemanipuleerde beelden die ze hebben gezien. Dat vind ik een groot probleem.
sociale media
Maar we weten toch dat die perfecte beelden op sociale media, in films en in de reclame door en door gemanipuleerd zijn?
WOERTMAN:Er is een groot verschil tussen vrouwen van een zekere leeftijd en de jonge meisjes die in deze beeldcultuur zijn opgegroeid en geen vergelijkingsmateriaal met vroeger hebben. Tegelijkertijd zijn ook volwassen, slimme vrouwen heel makkelijk te beïnvloeden. De hele reclamewereld is op dit soort manipulatie gebaseerd. Maar jonge meisjes die in deze beeldcultuur opgroeien hebben geen enkel verweer tegen die narcistische schoonheidscultus. Ze hebben ooit nooit iets anders gekend en begrijpen dus ook niet waarover ik me druk maak. Het is toch leuk en gezellig om veel beelden van onszelf te maken, om vijf uur per dag vloggers te volgen en precies te weten hoe je je moet opmaken, zeggen ze dan.
Tegenwoordig hebben veel jonge meisjes een negatief lichaamsbeeld en ondergaan ook jonge meisjes cosmetische ingrepen.
Schoonheid
WOERTMAN: Zeker. Het meisje dat net Miss Universe is geworden heeft 19 cosmetische operaties achter de rug. Hef die onzin dan op, denk ik dan. De alomtegenwoordige nadruk op het uiterlijk zorgt er ook voor dat veel jonge meisjes paniekaanvallen hebben, fobisch gedrag vertonen, onzeker zijn, uren per dag besteden aan de zorgen rondom hun lichaam, gevoelens van somberheid hebben en ga zo maar door.
Uit onderzoek blijkt verder dat mensen die heel veel televisie kijken of uren voor de computer zitten een negatiever lichaamsbeeld hebben. Er zijn zelfs experimenten gedaan in een wachtkamer. Vrouwen die daar een kwartier in vrouwentijdschriften hadden gebladerd bleken achteraf een negatiever lichaamsbeeld te hebben dan vrouwen die dat niet hadden gedaan. Zo snel gaat het en zonder dat je het beseft. Mensen denken vaak: ik laat me niet beïnvloeden. Maar zo werkt beïnvloeding niet. Een beeld is al binnen zonder dat jij goed doorhebt dat je het hebt gezien. Het enige wat we daartegen kunnen doen, is onszelf niet zo veel blootstellen aan dat soort beelden.
En toch. Waarom stoppen vrouwen zo veel geld en energie in pogingen om een per definitie onbereikbaar schoonheidsideaal te benaderen?
WOERTMAN: Omdat het natuurlijk ook een heel oud verhaal is. Vrouwen zijn cultureel-historisch erg lang alleen op het uiterlijk beoordeeld. Pas sinds kort laten we dat wat los, zeker in het Westen, waar vrouwen naar de universiteit gaan en een carrière hebben. Daarom is het een vreemde paradox dat het schoonheidsideaal vandaag groter en belangrijker is dan het ooit is geweest. Maar er is natuurlijk technisch ook veel meer mogelijk dan vroeger om je uiterlijk te verfraaien. Tegelijkertijd zie je toch dat vooral de vrouwen die al ongelukkig zijn hun toevlucht nemen tot cosmetische ingrepen.
Vrouwen die zich niet geliefd voelden als kind, blijkt uit uw onderzoek, zijn vatbaarder voor de lokroep van de schoonheidsindustrie.
WOERTMAN: Met name vanwege de belofte, en dat is het gemene van die reclames en cosmetische chirurgie, dat ze dan gelukkig zullen worden en dat er van ze gehouden zal worden. Vrouwen die zalfjes smeren, pillen slikken of cosmetische ingrepen ondergaan, zeggen vaak: ‘ik doe het voor mezelf’. Maar dat is een drogreden. Je bestaat immers niet zonder de blik van anderen. Zolang het allemaal een spel blijft – net zoals je je kunt verkleden als zeerover of prinses, kun je je met make-up en kleren als totale vrouw verkleden – is er niets aan de hand. Maar zodra het bittere ernst wordt omdat je niets anders meer hebt in je leven, wordt het eng. Cosmetische chirurgie lost voor die vrouwen ook niets op. Ze koppelen hun ontevredenheid aan iets in hun gezicht terwijl het daar niets mee te maken heeft. Als ze dat vervolgens cosmetisch laten aanpassen, staan ze geen stap verder en hebben ze nog altijd even weinig zelfvertrouwen.
Zouden cosmetische artsen vaker moeten zeggen: mevrouw, u moet eigenlijk naar de psycholoog?
WOERTMAN: Natuurlijk. Maar bij de grote meerderheid van cosmetische chirurgen is de cultuur: u vraagt en wij draaien. Ik vind dat schandalig en ik ben daarover met verschillende cosmetische chirurgen in gesprek. Sommige cosmetische artsen doen ethisch hun werk, maar cosmetische arts is in Nederland een onbeschermde titel. Elke gek kan zich zo noemen. Je hebt tegenwoordig zelfs behoorlijk veel cosmetische klinieken waar je gewoon op afbetaling kunt betalen. Daarnaast zijn er natuurlijk ook de officiële plastische chirurgen en dat is een hele andere groep.
Maar de techniek is er nu eenmaal. Mensen gaan ook naar de kapper, laten hun tanden rechtzetten. Wat is dan het probleem met botox, fillers en ooglidcorrecties?
WOERTMAN: Ik wil graag in een samenleving leven waarin er nog plaats is voor dikkerds, krommen, gehandicapten, ouderen, voor de hele menselijke diversiteit. Je krijgt onder invloed van botox ook een soort eenheidsuiterlijk. We hebben in Nederland een aantal actrices die steeds meer op elkaar gaan lijken. Willen we echt die kant opgaan? De strijd tegen het ouder worden, verlies je vanaf de dag dat je geboren bent. Dat hele idee van perfectie past ook niet bij het leven. Perfectie is bloedeloos. Kijk naar die zogenaamd perfecte reclamebeelden waaraan vrouwen zich spiegelen. Al het leven is eruit gemetseld.
Angelina
Je kunt met een gebotoxt gezicht ook minder goed emoties uitdrukken, niet?
WOERTMAN: Dat klopt. Door die botox kunnen we elkaars gezichten niet meer lezen, terwijl dat in menselijk contact ongelooflijk belangrijk is. Mensen die botox gebruiken, voelen ook minder omdat verlamde gezichtsspieren geen duidelijke signalen meer aan de hersenen geven. (praat nu met een strak, bewegingsloos gezicht) Zo praten voelt ook gewoon heel naar vanbinnen. Je hebt de beweeglijkheid van je lichaam juist nodig om te kunnen denken, spelen, werken en om in contact te zijn met anderen.
Maar in weerwil van zulke negatieve bijwerkingen worden antirimpelbehandelingen als botox en cosmetische chirurgie meer en meer mainstream.
WOERTMAN: Klopt, zeker in zuidelijke landen in Europa of in landen als Brazilië en Venezuela wordt heel veel aan het uiterlijk gesleuteld. Je kunt daaraan goed zien wat de betekenis van vrouwelijkheid is in een bepaalde cultuur. Als vrouwelijkheid smal wordt gedefinieerd en de vrouw er voornamelijk is als lustobject, dan is het logisch dat het belang van het uiterlijk heel hoog is. Bij ons in Noord-Europa is dat wat minder en ligt het aantal cosmetische ingrepen lager. Maar het zou ook kunnen dat dit komt omdat Noord-Europese vrouwen dichter bij het universele schoonheidsideaal zitten. Wij zijn langer en dunner dan Zuid-Europese vrouwen. Alle grote merken adverteren met dezelfde soort blanke vrouwen. In Azië laten vrouwen massaal plooien in hun oogleden zetten omdat ze die niet hebben. Ook in reclamespots in landen als Pakistan en India wordt gebruik gemaakt van dezelfde witte, westerse modellen. Dat is te belachelijk voor woorden. Daaraan zie je dat er in de globalisering van het schoonheidsideaal ook een sterke raciale tendens aanwezig is.
Gaan mannen straks ook voor de bijl of is dit toch vooral een vrouwenzaak?
WOERTMAN: Die schoonheidscultus is op dit moment nog steeds vooral een vrouwenzaak, maar als we zo doorgaan zullen mannen ook worden meegezogen. Elk groot cosmetisch merk heeft nu ook een mannenlijn. De druk op mannen om meer aan hun uiterlijk te doen, is begonnen. Ook omdat er een hoop geld mee te verdienen valt.
Die sterk bewerkte vrouwenfoto’s in de reclame beïnvloeden ook het beeld dat mannen van vrouwen hebben. In een interview inde Volkskrant zei u: ‘Mannen weten niet beter dan dat een vrouw wakker wordt met mascara en lippenstift.’
WOERTMAN: Dat is het perverse eraan. Kijk, mannen vinden een compleet dichtgesmeerde mevrouw helemaal niet aantrekkelijk. Ze houden van naturel. Maar als je ze dan foto’s laat aanwijzen van vrouwen die ze mooi vinden en als naturel beschouwen, blijken die vrouwen toch al flink wat aan zichzelf te hebben gedaan: fond de teint, blush, mascara.
We spelen eigenlijk een raar spel van weten en niet weten met elkaar. We zeggen vaak dat we niets aan ons uiterlijk doen, maar ondertussen doen we net heel veel en ergens weten we dat ook wel van elkaar. Het is alsof ik op mijn leeftijd opeens heel dun en gespierd zou zijn. Dan weet iedereen dat ik daar niet zomaar mee wakker ben geworden en dat ik vijf keer per week in de sportschool hang. Maar dat zeggen we niet tegen elkaar.
Bent u zelf ooit in de verleiding gekomen om naar de beautykliniek te gaan?
WOERTMAN: Nee. Ik vind fysiek ouder worden heel hard en ik sta echt niet te jubelen voor de spiegel: wat ben ik toch ontzettend knap. Maar ik ben wel gelukkiger dan ik ooit ben geweest. En ik snap niet wat het zou opleveren als ik dit hier (trekt haar rimpels glad met haar vingers) allemaal laat wegspuiten.

 

 

 

Het nieuwe programma van Sophie Hilbrand

Sophie

Sophie

Vandaag hebben we opnames gemaakt voor een nieuw televisieprogramma over cosmetische chirurgie. Ik ontmoette de mooie Sophie Hilbrand en drie aardige mannen. De regisseur, de licht- en de geluidsman. BNN zendt in september 2015 een achtdelige serie uit waarin de eerste uitzending gewijd is aan de hoeveelheid cosmetische klinieken in Nederland en de vraag, hoeveel ingrepen we met elkaar laten doen. Ik ben dus nu drie uren gefilmd waarvan waarschijnlijk 5 minuten worden gebruikt voor de tweede aflevering. Lees verder

Je zult geen beeld maken

Door Taliban opgeblazen Boeddha's

In de grote religies wordt ons opgeroepen om geen beeld te maken van God. God is zo groot, die past niet in een beeld. Dat brengt mij op de gedachte of wij als mens wel in een beeld passen. Een beeld kan immers niet samenvallen met datgene waar het naar verwijst.

Ik ben psycholoog, moeder, dochter…

Onze zelf- en lichaamsbeelden zijn gevuld met ideeën van anderen over ons. Daarna doen we er zelf nog een schepje bovenop door onze functie, uiterlijk, macht, geld en relaties onderdelen te laten zijn van het beeld over onszelf. Ik ben psycholoog, de moeder van, de geliefde van, woon in een mooi huis. De meningen van anderen en de rollen die we spelen vormen onze zelf- en lichaamsbeelden.

Zelfbeeld

Wie ben ik als dat niet meetelt? Weet ik dan nog een antwoord te formuleren?En wie ben ik als ik dat allemaal verlies? Nu mensen hun baan verliezen, ouder worden of ziek wat blijft er dan nog over van onze opgebouwde beelden? Verliezen we dan onszelf of slechts het beeld over onszelf?

Een barst in ons beeld

Het beeld vormt een gevangenis, een venster, een nauwe blik waarmee we naar ons zelf kijken. Door verlieservaringen, zoals het verlies van onze jeugd, kan er een barst in ons beeld ontstaan. Het mooie van een barst is dat er meer ruimte komt. Meer ruimte om op een bredere manier te kijken. Iets nieuws aan te pakken en op een andere manier over jezelf denken.

De meeste mensen zijn geneigd hun barst te plakken. Gauw een pleister erop. Snel lijmen en verder vanuit het oude vertrouwde beeld. Zonder beeld leven is niet mogelijk. Maar wel voor een moment.

Even uit het hoofd, uit de beelden en ervaren dat je meer bent dan een beeld.

Psychologie van het Uiterlijk

Psychologie van het Uiterlijk is uit!


Psychologie-van-het-Uiterlijk_2

Professor Woertman laat in haar inspirerende boek ‘Psychologie van het Uiterlijk’ zien dat anderen een sleutelrol spelen bij het ontstaan van een zelfbeeld. Wie in de spiegel kijkt, ziet zichzelf door de ogen van zijn vrienden, geliefden en ouders. Niet alleen de bekenden van vandaag, maar al die anderen met wie we vroeger een betekenisvolle relatie hadden. Het zijn deze anderen die ons door aanrakingen, woorden en blikken hebben gevormd tot wie we zijn.

Verwonder je over het belang van aanraking. Begrijp waarom het juist de mooiste meiden zijn, die het meest ontevreden zijn over hun eigen uiterlijk. Psychologie van het Uiterlijk legt in klare taal, lastige processen uit. Professor Woertman maakt niet alleen gebruik van haar vakgebied, maar ook van inzichten uit de biologie, sociologie en de filosofie.

Het boek rekent af met de huidige individualistische tijdgeest en geeft aan waarom mensen niet zonder elkaar kunnen.

Bestel hier Psychologie van het Uiterlijk van Liesbeth Woertman!

Men ziet mij, dus ik besta.

Men ziet mij, dus ik besta!

De verwachte verschijningsdatum van Psychologie van het uiterlijk is 25 januari 2013. Die datum wordt genoemd door verschillende sites. Nog niet leverbaar, nog niet verschenen, maar het noemen van de titel doet denken aan tromgeroffel.  De voorkant was nog niet te zien maar ik kan vertellen dat het beeld op de voorkant heel treffend is.

De vormgever laat een paspop zien, zonder hoofd, waar van het lichaam omwikkeld is door allerlei gekleurde draden. Het lijken plastic draden. Draden van verbinding met andere meningen, met blikken van andere mensen, van ervaringen met gezien of niet gezien worden, die bepalen hoe we over onszelf denken en voelen.

Al die ervaringen die de eigen blik kleuren. De blik waarmee we in de spiegel kijken. Dank aan de vormgever.

Door: Liesbeth Woertman.

 

Als artsen niet meer denken

De menselijke pop

De menselijke pop

Deze man geeft aan op Ken te willen lijken van Barbie. Hij onderging al 90 operaties. Veel mensen die deze video bekijken, zullen denken, die man is niet helemaal wijs. Wie laat zich nu zo vaak opereren?

Maar toen ik deze site zag, dacht ik vooral die artsen zijn gek. Hoe kunnen zij zichzelf recht in de ogen kijken vanuit de eed die zij hebben gezworen om mensen geen schade te berokkenen? Ik vind het al jammer dat de eerste arts het verlangen om op Ken te willen lijken, gehonoreerd heeft. Maar de 26ste of 49ste of 90ste zou toch helemaal op zijn kop moeten krabben, bladerend in het dossier.

Zou de een na de andere arts nu denken, maar dat kan ik beter? Hij lijkt nog steeds niet goed op Ken? Denken ze wel, voordat ze het mes in een levend mens zetten?
Hoeveel artsen hebben deze man geopereerd? Hoeveel van deze artsen vindt dit een normale ethische manier van werken?

Als dit praktijk is in de cosmetische wereld, wat vindt een cosmetisch arts dan te ver gaan?

 

 

Door: Liesbeth Woertman

Hoe ontstaat een zelfbeeld?

Liesbeth Woertman

Liesbeth Woertman

Wat is echt en wat is onecht? Waarom vinden we onszelf mooi of juist niet? In de onderstaande video vertelt professor Liesbeth Woertman over haar fascinaties en haar opvallende weg naar het hoogleraarschap. Liesbeth is auteur van het boek ‘Moeders Mooiste’,  in 2013 verschijnt haar boek ‘Psychologie van het Uiterlijk’. Deze video is opgenomen door de mensen van Studium Generale.

Hoe echt bent u?

Matrushka poppetjes

Matrushka poppetjes

Kent u dat gevoel van onechtheid? Het gevoel alsof je in de verkeerde film speelt?

De vraag wat echt of onecht is, is de grootste fascinatie in mijn leven en
in ieder geval de basis van mijn onderzoeken. Wat ik daarmee bedoel?
De ontdekking als je jong bent dat volwassenen met dubbele tong spreken. Ze vertellen je dat je een aardig kind moet zijn en zelf lopen ze te snauwen. Als je vraagt: ‘Mamma, wat is oneindig? En nooit meer? En ik word bang van die gedachte’, dan moet je gaan slapen.

In je puberteit, waarin jezelf en de wereld helemaal op hol geslagen lijken, neemt het gevoel van onechtheid toe. Wat zien die jongens toch als ze fluiten? Wie ben ik, los van mijn ouders? Je gaat toch niet met een vreemde man in een huis wonen? En niemand die een antwoord geeft.

Je gaat op zoek naar voorbeelden. Voorbeelden van wie je niet wilt zijn, helpen ook. Voorbeelden van levens en mensen die je wel wilt zijn. Maar de idealen zijn zo ver weg, zo onbereikbaar. Daar zijn het uiteraard ook idealen voor, maar dat leer je pas later.

Maar ook het beeld dat je van jezelf hebt, valt niet samen met jou. Help!
Ik kijk via een beeld naar mijzelf en vergelijk mezelf met ideaalbeelden. Dat zelfbeeld is opgebouwd door ervaringen met anderen. De ander bepaalt de manier waarop ik over mezelf denk.

Deze dubbele omweg moet wel tot gevoelens van onechtheid leiden.

Ik hoor graag uw ervaringen.

Liesbeth Woertman

 

Berichten uit de media

Liesbeth Woertman in de media

Liesbeth Woertman in de media

Hier houden we het bij als Liesbeth Woertman of haar nieuw te verschijnen boek ‘Psychologie van het Uiterlijk’ in de media verschijnt. We houden updates bij vanaf 1 oktober. Berichten voor deze datum vermelden we niet. We geven een korte beschrijving van het bericht en een link naar het originele artikel.

Heb je Liesbeth gezien in de media? Breng ons op de hoogte!

16 oktober 2012
Op 16 oktober verscheen er een kort interview met Liesbeth in het Belgische meidenblad Flair. Wat kunnen jonge meiden doen die ontevreden zijn over hun eigen uiterlijk?

Liesbeth’s levensverhaal

Liesbeth Woertman

Liesbeth Woertman

Ik werk al vanaf mijn vijftiende jaar. Toen schoenverkoopster en typiste op een verzekeringskantoor en nu hoogleraar in de psychologie. Mijn hele opleiding in de avonduren, naast mijn werk en de zorg voor twee kinderen. Wanneer u mijn CV bekijkt, dan lijkt het of u het CV ziet van een succesvolle vrouw. Maar het is meer het verhaal van een koppige klimgeit die niet weet waar ze naar toe gaat.

Geboren in Nederland in 1954 in de sfeer van de Koude Oorlog. Een land in opbouw, sober, hardwerkende ouders. Mijn ouders kregen in zes jaar, vijf kinderen. Ik ben de oudste en het enige meisje. We leefden in een kleine wereld van een paar straten. Jongens zijn veel liever, zei mijn moeder en God ziet alles. Buiten spelen was eng, zwemmen was nog veel enger en gymnastiek vreselijk. Het avondeten was een hoogtepunt, mijn moeder kookte geweldig en alles vond ik even lekker. Sinterklaas was mijn grote voorbeeld. Als ik toch eens als Sinterklaas zou kunnen zijn. Iedereen verrassen met datgene wat hij/zij het liefste wilden hebben. Of een engel zijn, leek me ook geweldig.

ULO???

Maar het gelukkigst was ik als ik kon lezen. Alle meisjes- en alle jongensboeken heb ik uit de bibliotheek gehaald, iedere week opnieuw. Ik leefde in mijn hoofd en was bang voor alles. Op de lagere school ging het goed, had vriendinnetjes en ik haalde moeiteloos achten. Ergens in de vierde klas lagere school kregen we breuken. En voor het eerst begreep ik iets niet. Mijn cijfer voor rekenen ging achteruit en ook mijn cijfer voor taal gek genoeg. In het rapport van mijn zesde klas staat met vraagtekens ULO????

Ik ging naar de net opgerichte MAVO en verliet deze school toen ik vijftien was in de derde klas met zeven onvoldoendes. Steeds meer wonend in mijn hoofd en steeds meer moeite met mezelf en met de wereld. Op mijn vijftiende werkte ik van maandag tot en met vrijdag als typiste op een verzekeringskantoor en op zaterdag als schoenverkoopster. Ik werd op beide werkplekken gewaardeerd. Mijn broertje haalde wel zijn MAVO diploma en ik dacht ‘Wat hij kan, kan ik ook!’.

Woertman als risicoleerling

Ik meldde me aan voor de Avond-mavo, maar de directeur wilde me niet hebben. Een meisje dat al twee jaren van school was, met zeven onvoldoendes, nee dat kostte hem zijn eindexamen-rendement. Ik praatte daar als Brugman en hij heeft me uiteindelijk aangenomen in de eindexamenklas als risicoleerling. Ik dacht alleen maar. ‘Een jaar hard studeren zie ik mezelf nog wel doen.’ Maar wat zou ik graag dat gesprek terugzien en horen. WAT zei ik tegen hem, waardoor ik hem overtuigde? Ik heb geen idee.

Goed, ik was zeventien, werkte zes dagen in de week en ging drie avonden in de week naar school en ondertussen was ik ook nog zwanger geworden. Het eerste schoolonderzoek in oktober was Nederlands; tekstverklaring. De docent kwam de klas binnen en vroeg: ‘Woertman wat denk je dat je hebt?’ Mijn hart bonkte in mijn keel. Ik dacht dat ik het wel aardig had gemaakt en zei: een zes meneer. Je hebt een tien. Nog nooit in mijn leven had ik een tien gehaald. Ik was ongelofelijk blij en leerde op die avondschool dat ik niet zo in mijn hoofd moest wonen, maar met mijn lichaam en aandacht in de klas moest blijven. Dat was studeren! Verrek, je hoeft er alleen bij te blijven, open te luisteren, en je huiswerk te maken.

Flirten met de gedachte

U begrijpt het al. Ik haalde in een jaar mijn MAVO-diploma. Het diploma waar ik het meest trots op ben, omdat het mijn leven heeft veranderd. Ik was zo in mijn sas met dat Mavo-diploma, dat ik liep te flirten met de gedachte om naar de Avond-havo te gaan. Ondertussen was ik bevallen van mijn oudste zoon, werkte vijf dagen in de week en ging drie avonden in de week naar school.

Ik ging werken in de Openbare Bibliotheek en kreeg een zodanig plezier in het studeren dat ik overwoog om een HBO-opleiding te gaan doen. Drieëntwintig ben ik dan met 2 kinderen Dat overwegen moet u zich voorstellen als: kinderlijk gegniffel om de gedachte, angst of ik het zou kunnen, een enorme vreugde in mijn lichaam alleen al de gedachte dat ik misschien hoger onderwijs zou gaan volgen, alleen in mijn eigen hoofd.

2 eigen en 4 pleegkinderen

De praktische bezwaren kon ik zelf wel bedenken. Hoe moest het met opvang voor de kinderen? Dat waren er ondertussen twee. Hoe moest het met geld? Maar er bleek een parttime opleiding sociaal cultureel werk te bestaan aan de Horst in Driebergen. Werken in een buurthuis als jongerenwerkster met de moeilijkste jongeren, want die kon ik wel aan. Gezinshuisouder worden samen met mijn man. Dat betekende concreet in een huis wonen met 2 eigen en 4 pleegkinderen. Ik was 23 jaar. Wat een durf.

Op mijn 26ste haalde ik mijn HBO diploma Sociaal Cultureel Werk en toen werd het even heel erg stil van binnen. Zou ik? Nee, nu moet je ophouden. Nu tart je het lot. Zou ik naar de universiteit kunnen? Mijn hart bonkte in mijn keel alleen al door de vraag te stellen. Nee, nu ga ik tegen een muur aanlopen, tegen mijn eigen plafond, de universiteit dat is te hoog gegrepen. Maar dat dacht ik ook toen ik nog geen diploma had, toen leek de MAVO ook onmogelijk. En met het MAVO- diploma op zak, kwam de HAVO langs als mogelijkheid, als alleen maar ietsje meer en ietsje moeilijker. Als je het niet probeert dan weet je niet wat je grens is.

Liesbeth Woertman (1994)

Liesbeth Woertman (1994)

Uiteindelijk koos ik voor psychologie. Ik meldde me aan en werd toegelaten. Ik kwam in een totaal onbekende wereld met ongeschreven regels die de andere studenten wel leken te beheersen. Daarmee stond ik duidelijk op achterstand, maar inhoudelijk vond ik het geweldig. Ik nam af en toe een kind mee naar de colleges. Leerde onder het eten met de kinderen aanwijzend op hun hoofd hoe het brein in elkaar zit. ‘Wijs me je neocortex eens aan’, vroeg ik. Tegen de tijd dat ik tentamens moest doen, kenden mijn kinderen ook de structuur van het brein.

Het was lastig, het was druk, het was chaos in die periode van mijn leven. Maar ik werd steeds meer mij. Van mijn kinderen leerde ik onvoorwaardelijk liefhebben en ik kreeg plezier in mijzelf en de wereld. Op mijn 33ste mocht ik mijn doctoraalsbul Psychologie in ontvangst nemen en kreeg direct een baan als docent aangeboden aan de Universiteit Utrecht. Ik had nog nooit lesgegeven, maar dit was mijn vorm. Op mijn 40ste promoveerde ik op het onderwerp Lichaamsbeelden en op mijn 55ste werd ik benoemd als Opleidingsdirecteur psychologie en Hoogleraar Kwaliteit en Vormgeving van het psychologieonderwijs.

Liesbeth Woertman - 2003

Liesbeth Woertman – 2003

Ik heb deze carrière niet bedacht. Ik heb deze loopbaan niet kunnen verzinnen, want mijn leefwereld begon met slechts enkele straten en geen uitzicht op de wereld. Het is een verhaal van neus dicht en springen, hoe bang ik ook was. Het is een verhaal van gewoon een boek pakken en nog een boek en nog een om op die manier in een nieuwe wereld terecht te komen waar ik thuis bleek te horen.