Liesbeth’s levensverhaal

Liesbeth Woertman

Liesbeth Woertman

Ik werk al vanaf mijn vijftiende jaar. Toen schoenverkoopster en typiste op een verzekeringskantoor en nu hoogleraar in de psychologie. Mijn hele opleiding in de avonduren, naast mijn werk en de zorg voor twee kinderen. Wanneer u mijn CV bekijkt, dan lijkt het of u het CV ziet van een succesvolle vrouw. Maar het is meer het verhaal van een koppige klimgeit die niet weet waar ze naar toe gaat.

Geboren in Nederland in 1954 in de sfeer van de Koude Oorlog. Een land in opbouw, sober, hardwerkende ouders. Mijn ouders kregen in zes jaar, vijf kinderen. Ik ben de oudste en het enige meisje. We leefden in een kleine wereld van een paar straten. Jongens zijn veel liever, zei mijn moeder en God ziet alles. Buiten spelen was eng, zwemmen was nog veel enger en gymnastiek vreselijk. Het avondeten was een hoogtepunt, mijn moeder kookte geweldig en alles vond ik even lekker. Sinterklaas was mijn grote voorbeeld. Als ik toch eens als Sinterklaas zou kunnen zijn. Iedereen verrassen met datgene wat hij/zij het liefste wilden hebben. Of een engel zijn, leek me ook geweldig.

ULO???

Maar het gelukkigst was ik als ik kon lezen. Alle meisjes- en alle jongensboeken heb ik uit de bibliotheek gehaald, iedere week opnieuw. Ik leefde in mijn hoofd en was bang voor alles. Op de lagere school ging het goed, had vriendinnetjes en ik haalde moeiteloos achten. Ergens in de vierde klas lagere school kregen we breuken. En voor het eerst begreep ik iets niet. Mijn cijfer voor rekenen ging achteruit en ook mijn cijfer voor taal gek genoeg. In het rapport van mijn zesde klas staat met vraagtekens ULO????

Ik ging naar de net opgerichte MAVO en verliet deze school toen ik vijftien was in de derde klas met zeven onvoldoendes. Steeds meer wonend in mijn hoofd en steeds meer moeite met mezelf en met de wereld. Op mijn vijftiende werkte ik van maandag tot en met vrijdag als typiste op een verzekeringskantoor en op zaterdag als schoenverkoopster. Ik werd op beide werkplekken gewaardeerd. Mijn broertje haalde wel zijn MAVO diploma en ik dacht ‘Wat hij kan, kan ik ook!’.

Woertman als risicoleerling

Ik meldde me aan voor de Avond-mavo, maar de directeur wilde me niet hebben. Een meisje dat al twee jaren van school was, met zeven onvoldoendes, nee dat kostte hem zijn eindexamen-rendement. Ik praatte daar als Brugman en hij heeft me uiteindelijk aangenomen in de eindexamenklas als risicoleerling. Ik dacht alleen maar. ‘Een jaar hard studeren zie ik mezelf nog wel doen.’ Maar wat zou ik graag dat gesprek terugzien en horen. WAT zei ik tegen hem, waardoor ik hem overtuigde? Ik heb geen idee.

Goed, ik was zeventien, werkte zes dagen in de week en ging drie avonden in de week naar school en ondertussen was ik ook nog zwanger geworden. Het eerste schoolonderzoek in oktober was Nederlands; tekstverklaring. De docent kwam de klas binnen en vroeg: ‘Woertman wat denk je dat je hebt?’ Mijn hart bonkte in mijn keel. Ik dacht dat ik het wel aardig had gemaakt en zei: een zes meneer. Je hebt een tien. Nog nooit in mijn leven had ik een tien gehaald. Ik was ongelofelijk blij en leerde op die avondschool dat ik niet zo in mijn hoofd moest wonen, maar met mijn lichaam en aandacht in de klas moest blijven. Dat was studeren! Verrek, je hoeft er alleen bij te blijven, open te luisteren, en je huiswerk te maken.

Flirten met de gedachte

U begrijpt het al. Ik haalde in een jaar mijn MAVO-diploma. Het diploma waar ik het meest trots op ben, omdat het mijn leven heeft veranderd. Ik was zo in mijn sas met dat Mavo-diploma, dat ik liep te flirten met de gedachte om naar de Avond-havo te gaan. Ondertussen was ik bevallen van mijn oudste zoon, werkte vijf dagen in de week en ging drie avonden in de week naar school.

Ik ging werken in de Openbare Bibliotheek en kreeg een zodanig plezier in het studeren dat ik overwoog om een HBO-opleiding te gaan doen. Drieëntwintig ben ik dan met 2 kinderen Dat overwegen moet u zich voorstellen als: kinderlijk gegniffel om de gedachte, angst of ik het zou kunnen, een enorme vreugde in mijn lichaam alleen al de gedachte dat ik misschien hoger onderwijs zou gaan volgen, alleen in mijn eigen hoofd.

2 eigen en 4 pleegkinderen

De praktische bezwaren kon ik zelf wel bedenken. Hoe moest het met opvang voor de kinderen? Dat waren er ondertussen twee. Hoe moest het met geld? Maar er bleek een parttime opleiding sociaal cultureel werk te bestaan aan de Horst in Driebergen. Werken in een buurthuis als jongerenwerkster met de moeilijkste jongeren, want die kon ik wel aan. Gezinshuisouder worden samen met mijn man. Dat betekende concreet in een huis wonen met 2 eigen en 4 pleegkinderen. Ik was 23 jaar. Wat een durf.

Op mijn 26ste haalde ik mijn HBO diploma Sociaal Cultureel Werk en toen werd het even heel erg stil van binnen. Zou ik? Nee, nu moet je ophouden. Nu tart je het lot. Zou ik naar de universiteit kunnen? Mijn hart bonkte in mijn keel alleen al door de vraag te stellen. Nee, nu ga ik tegen een muur aanlopen, tegen mijn eigen plafond, de universiteit dat is te hoog gegrepen. Maar dat dacht ik ook toen ik nog geen diploma had, toen leek de MAVO ook onmogelijk. En met het MAVO- diploma op zak, kwam de HAVO langs als mogelijkheid, als alleen maar ietsje meer en ietsje moeilijker. Als je het niet probeert dan weet je niet wat je grens is.

Liesbeth Woertman (1994)

Liesbeth Woertman (1994)

Uiteindelijk koos ik voor psychologie. Ik meldde me aan en werd toegelaten. Ik kwam in een totaal onbekende wereld met ongeschreven regels die de andere studenten wel leken te beheersen. Daarmee stond ik duidelijk op achterstand, maar inhoudelijk vond ik het geweldig. Ik nam af en toe een kind mee naar de colleges. Leerde onder het eten met de kinderen aanwijzend op hun hoofd hoe het brein in elkaar zit. ‘Wijs me je neocortex eens aan’, vroeg ik. Tegen de tijd dat ik tentamens moest doen, kenden mijn kinderen ook de structuur van het brein.

Het was lastig, het was druk, het was chaos in die periode van mijn leven. Maar ik werd steeds meer mij. Van mijn kinderen leerde ik onvoorwaardelijk liefhebben en ik kreeg plezier in mijzelf en de wereld. Op mijn 33ste mocht ik mijn doctoraalsbul Psychologie in ontvangst nemen en kreeg direct een baan als docent aangeboden aan de Universiteit Utrecht. Ik had nog nooit lesgegeven, maar dit was mijn vorm. Op mijn 40ste promoveerde ik op het onderwerp Lichaamsbeelden en op mijn 55ste werd ik benoemd als Opleidingsdirecteur psychologie en Hoogleraar Kwaliteit en Vormgeving van het psychologieonderwijs.

Liesbeth Woertman - 2003

Liesbeth Woertman – 2003

Ik heb deze carrière niet bedacht. Ik heb deze loopbaan niet kunnen verzinnen, want mijn leefwereld begon met slechts enkele straten en geen uitzicht op de wereld. Het is een verhaal van neus dicht en springen, hoe bang ik ook was. Het is een verhaal van gewoon een boek pakken en nog een boek en nog een om op die manier in een nieuwe wereld terecht te komen waar ik thuis bleek te horen.