Vrijdag 9 oktober 2020 was er een bijzonder symposium in de Jaarbeurs van Utrecht over imperfectie. De Jaarbeurs is niet de meest intieme plek om met elkaar te werken door haar grootte maar in deze periode is het een pluspunt omdat het symposium, coronaproof, doorgang kon vinden. De zaal was opgesteld met rijen losse tafeltjes, zoals we dat kennen van tentamens en de gangen zijn gigantisch breed. Ik schat dat er 80 mensen in de zaal zaten, psychologen en psychiaters en een paar honderd mensen die via een link meededen. Ik mocht de openingslezing geven over het imperfecte lichaam en vooral het intersubjectieve karakter en dat het lichaam zich ook regelmatige in het onvertrouwde moet begeven, stond centraal. Hier een klein fragment:
“Om een goede verhouding tot ons lijf te hebben is het leren omgaan met het onvertrouwde van groot belang. Waar zijn we als we in het onvertrouwde zijn? Hoe kunnen we nieuwe ervaringen koppelen aan wie we zijn? De mens bevindt zich altijd voor een deel in onbekend gebied EN op vertrouwd terrein. Ons bewegen in het onbekende gaat altijd gepaard met angst. Sommige mensen verdragen dat en houden wel van een adrenalinekick. Veel mensen laten zich door hun eigen angsten leiden en zien af van nieuwe ervaringen. Ze sluiten zich op in wat hen vertrouwd is maar daardoor ontzeggen ze zich de mogelijkheden om te groeien, om te veranderen. Leven is per definitie veranderen. In iedere levensfase moeten we ons leren verhouden tot ons lijf dat we zijn en dat we hebben. In onze tijd, waarin het aangeboden schoonheidsideaal leeftijdsloos lijkt, is dat een heel moeilijke opdracht”.
Om ons een identiteit te geven, gebruiken we beelden. Alsof we pas dankzij beelden kunnen zijn wie we zijn. Stap uit je hoofd, uit de beelden en kom in je lichaam. Streef niet naar perfectie niet voor je uiterlijk en niet op innerlijk niveau. Hoe moeilijk het ook is maar laat je imperfecties onderdeel uit mogen maken van wie je bent.
De tweede lezing van Jos van Mosel en sloot prachtig aan. Hij vertelde over breuken en stagnaties in de psychoanalystische relatie die niet te vermijden zijn en besprak het concept van “de Derde” geinspireerd op het werk van Jesscia Benjamin. Ook hier gaat het om de intersubjectieve benadering en de mens als relationeel wezen.
Het middagprogramma bood prachtige therapeutische perspectieven rondom imperfectie en schaamte.
Ik vond het hoopvol dat zoveel hulpverleners het pad van de inter subjectiviteit aan het onderzoeken zijn omdat dat de enige mogelijkheid is om tot echt contact te komen waarin iedereen kan groeien.