Van God los. Tentoonstelling over de jaren zestig Catharijne Convent Utrecht

Deze wonderlijk geknutselde beelden van de Madonna hangt op de tentoonstelling Van God los in het Catharijne Convent in Utrecht. De kunstenaar vond het jammer dat er veel beelden in de jaren zestig uit de kerken werden gehaald en maakte er dit van.

De tentoonstelling ontroerde ons omdat hij, 66 protestant opgevoed en ik 68 met een katholieke jeugd onze geschiedenis in duikelden. De sfeer, de beelden, de teksten lieten ons snel een jaar of zestig zakken. Televisie en radiotoestellen uit die tijd, met lampen, dressoirs en stoelen verhoogden dat gevoel. We hoorden een toespraak uit de radio om homoseksuelen niet zo uit te stoten en dat God ze zo gemaakt had dus wie waren wij om hen te veroordelen? Godfried Bomans met zijn prachtige gebeeldhouwde stem over het sluiten van de kerken die vertelde dat we eerst dachten dat God in die kerk woonde maar dat we nu beter wisten, namelijk dat God overal was.

Ook de ontroerende tekst van Gerard van het Reve hangt er:

Wat werd er nog mooi Nederlands gesproken in de jaren zestig. Het stemde me weemoedig zo door de zalen te lopen en een zo’n groot deel van mijn jeugd te zien en te voelen. De foto’s van de grote klassen met een non als lerares. Ook ik zat op een meisjesschool met nonnen en mijn broers op de jongensschool. De scholen stonden naast elkaar en waren via de speelplaatsen met elkaar verbonden. We mochten niet bij het muurtje komen dat als afscheiding dienden. De hoge recht af geknipte pony bij de meisjes viel me op. Ik was dus duidelijk niet de enige die voor schut had gelopen met dat rare, rechte haar. Op de foto’s werd weinig gelachen. Bijna alle kinderen keken open in de lens, dat wel, maar lachten niet. Ze keken bedachtzaam. Dat is niet gek want een foto maken was bijzonder voor speciale gelegenheden.

Wij hadden als kind niets in te brengen. Nu worden de kinderen in bakfietsen overal naartoe gereden en gevraagd wat ze willen eten, met wie ze willen spelen en of ze zin hebben om te gaan slapen of nog niet. Van een commando cultuur naar een prinsen- en prinsessencultuur. Op zoek naar naar het heilige midden, zodat we ons weer kunnen verbinden, dat lijkt me een goede strategie. Verbinden met elkaar, de omringende natuur, de dieren, de doden en de toekomstige mensen. Daar hebben we onze handen vol aan.