Selfie museum

Foto gemaakt door Pete Pronk

Er belde een journalist met het verzoek om met me te sparren over het selfie museum. Het wat? Het selfie museum. Er waren al twee selfie musea in Amsterdam maar nu is daar een derde bijgekomen, vertelde hij. Hij heeft een dochter van 13 en met haar gaat hij daar deze week naartoe. The Upside Down van Anna Nooshin. Ik had er nog nooit van gehoord. Maar dat is het leuke van zoveel media verzoeken dat journalisten me nieuwe vragen geven en dit is er een van. Een selfie msueum klinkt in mijn oren als een tegenstrijdigheid.

Zoals ik eerder schreef waren vriend Pete en ik vorige week naar museum Voorlinden geweest. Daar zagen we de gezichtsmaskers zoals u op de foto kunt zien. Die maskers intrigeerde me hevig. Beetje eng ook wel. Bijzonder is dat alle gezichten verschillend zijn en allemaal een ander verhaal vertellen. Loop er nog steeds over te broeien waarom deze maskers me zo raken. Kwetsbaarheid? Verval? Eindigheid? Uniciteit?

Het bijzondere van kunst vind ik dat er iets nieuws wordt aangeraakt in mij. Het laat me vaak verwonderen en ik weet nog dat Pete en ik in de tuin liepen bij Voorlinden en al die schoonheid zagen en dat ik zei: “Dit is voor mij de mensheid op zijn best”.

Que marketing knap om een plek waar selfies gemaakt worden een museum te noemen. The Upside Down verwijst naar de installaties waarbij het op de foto lijkt alsof je zweeft. Ik las in het Parool dat er medewerkers klaar staan die je helpen bij het kiezen van de perfecte pose. Het is dus de bedoeling dat je veel selfies maakt en die dan post op Instagram. De omgeving wordt dan gebruikt, net zoals bij veel toeristische plekken, om te laten zien dat je daar geweest bent. Het gaat uiteindelijk om jezelf tentoontestellen.

Echt kijken en stil staan bij wat het kunstwerk met je doet, is er dan niet meer bij. Ik moet het gesprek met de journalist nog voeren maar de woorden dat bij me opkomen over het selfiemuseum zijn: suikerspin, doolhof en ontheemde mensen.