Fotograaf Pete Pronk
Donderdag afscheid moeten nemen van mijn zeer dierbare vriend Ad. Vrij onverwacht werd mij zijn dood gemeld. Zijn dood raakt me diep. Hij is me zo dierbaar. Ik ga zijn gulle vriendschap missen.
Vanuit de afscheidsdienst op Marienwaerdt, rijden we naar ons klooster. Ik voel me open en kwetsbaar. In een rustig tempo rijden we naar Huissen. We komen eind van de middag aan. Vriend Pete en ik mogen een paar dagen in ons geliefde klooster in Huissen verblijven. Ik schreef eerder over dit bijzondere klooster. Het is een bijzondere plek waar we graag vertoeven.
Op de bijgaande foto zijn we in de moestuin van het klooster. Een behoorlijk stuk grond zo’n twee kilometer van het klooster waar door een medewerker en vrijwilligers een weelderige moestuin aan het ontstaan is. Palmkool, courgettes, prei, andijvie, snijbiet doen het goed. Ook de tomaten in de grote kas, kruiden, pepers en paprika’s willen daar groeien. Ik geniet ook van de bloemenranden met allerlei kleuren dahlia’s. Een moestuin maakt me altijd gelukkig.
We hielden een mini vakantie in het klooster, terwijl andere mensen de stilte beoefenden of allerlei nieuwe ademhalingstechnieken en andere ontspanningsoefeningen ervaarden. Rondom de activiteiten, de gebedsdiensten waar een ieder vrij is om al dan niet aan deel te nemen. Ontroerend dat twee monniken hun traditie levend houden. Met het elkaar de vrede wensen, stromen de tranen over mijn gezicht.
Er zijn in het klooster ook verschillende stilte en mediatieruimten waar iedereen gebruik van mag maken. Het zeer vriendelijke personeel is zeker het vermelden waard. We worden bij naam welkom geheten.
Ik vond het boek van Ernst Marijnisssen De waterdruppel, weg van God in een kamer, pakte het op en begon te lezen: “Langzaam gleed de waterdruppel omlaag. De tak die haar houvast bood boog licht onder het geringe gewicht. Hij was welgevormd, maar wat hem bijeenhield, zijn inwendige structuur en binnenkant, ontging me. De tak was slank en sterk, en de druppel had nog een lange weg te gaan tot aan het einde”.
Zijn woorden en aandachtige manier van kijken, raakt me “terwijl de adem van de Levende de wateren streelt…..” De kamer waarin we ons bevinden, blijkt de oude kamer van broeder Marijnissen te zijn. Daar lees ik zijn woorden alsof hij met me praat. Ik stop het boek in mijn tas. Ik mag het mee naar huis nemen en uiteraard betaal ik het.
Pete en ik schrijven ook aan onze workshop die we begin oktober in het klooster gaan geven. We wandelen tussen de buien door en laven ons aan de rust. In de nacht ben ik veel wakker. De regen striemt de ramen. Het is niet dat ik lig te tobben. Het is meer een gevoel van alert blijven, van aandachtig aanwezig blijven en ervaren wat er allemaal in mij beweegt. Of misschien moet ik zeggen aan mij gebeurt.
Het verdriet, de tranen, de regen, de waterdruppel……. al dat water laat mij stromen. Nu, net thuis aangekomen, voel ik alweer wat aarde, wat grond onder mijn voeten ontstaan. Dank aan het klooster voor de weldadige ontvangst en dank aan vriend Pete voor ons bijzondere samenzijn. Diepe buiging en grote dank aan mijn vriend Ad voor zijn liefdevolle zorg en aandacht.