Van ik-ben-het-centrum-van-de-wereld naar een zelf-in-relatie-tot-alle levende wezens

Grebbeberg Rhenen

Het kan niemand zijn ontgaan dat er op dit moment een grote internationale klimaattop bezig is. Alle wereldleiders die daar aanwezig zijn, China en Rusland niet, spreken heldere taal. Zo kan het niet langer, we kunnen niet eindeloos groeien en we vernietigen de aarde met onze mateloosheid. Allerlei maatregelen worden er bedacht om de uitstoot van CO2 te verminderen en de aarde weer leefbaarder te maken.

Maar alle maatregelen zullen weinig helpen als we onszelf niet veranderen en daar hoor je toch behoorlijk weinig over. Om de klimaatcrisis echt op te lossen is er een verandering nodig van ons mens- en zelfbeeld. We zullen ons beeld van de mens als homo economicus moeten opgeven.

In de Groene staat een heel interessant interview met Richard Powers waarvan hier een citaat:

‘Misschien ken je Andrew Carnegie – dat was een van de robber barons, de steenrijke industriëlen aan het begin van de twintigste eeuw. Hoeveel is genoeg? vroeg iemand hem eens. ‘Just a little bit more’, zei hij. Het kapitalisme is niet alleen een economisch systeem, het is ook een culturele dispositie. Het kapitalisme heeft altijd gedraaid op ontevredenheid, op mensen hongerig maken. Naar meer spullen, meer ervaringen, verdere reizen, nieuwe auto’s. Het is de bedoeling dat je een net iets beter betaalde baan krijgt, een net iets groter huis. Just a little bit more. Die culturele dispositie heeft ons getraind om op zoek te zijn naar nieuwe dingen om af te vinken, en zo zijn we betekenis gaan vinden in accumulatie, in groei, in kopen, in spullen”.

Het leven zit niet in nieuwe spullen en een perfect uiterlijk. Het leven zit in samen, in verbinding en aandacht voor elkaar. Wij hebben geen natuur, ik schreef het al eerder maar we zijn natuur.

Wie het hele inspirerende artikel wil lezen, hier onder de link

https://www.groene.nl/artikel/draait-het-niet-allemaal-om-betekenis?utm_campaign=website&utm_medium=social&utm_source=sharebyemail

We kunnen leren van de natuur wie we zijn en we kunnen leren van andere volken die meer een wij identiteit en wij samenleving hebben ontwikkeld.

Gouden bergen en andere sprookjes over nep

Botanische tuin Utrecht oktober 2021

Afgelopen week was ik in de Botanische tuin van de universiteit Utrecht. Zelden zag ik haar zo mooi. Het was wonderlijk stil op een vrijdagmorgen. Ik had een afspraak met studenten van de hogeschool en we spraken over gemanipuleerde ideaalbeelden en over het doorgeslagen idee van autonomie en perfectie. Het relationele van het zelf- en lichaamsbeeld was duidelijk nieuw voor ze maar gaf hen wel aanknopingspunten om verder te zoeken. Het samen zijn was warm en open en stimulerend. Wij zouden als volwassenen eens wat guller moeten zijn met het delen van kennis aan jonge mensen.

Dit weekend las ik een geweldig essay van Vivian Gornick in De Groene over vernederingen. Een citaat: “Ik zie een vrouw voor me die al vele jaren dag in, dag uit naar haar werk gaat, met dichtgesnoerde keel en een knoop in haar maag, bereid om de bittere pil te slikken die nodig is om haar baan te behouden. Ze praat met niemand over het verachtelijk ritueel omdat ze weet dat de mannen erop zullen lachen en de vrouwen hun blik ten hemel zullen slaan, zo alledaags is haar grief; maar dag na dag, maand na jaar, heeft ze het gevoel van binnen te worden uitgehold: een cruciaal gevoel van eigenheid dat haar ontnomen dreigt te worden precies op het moment dat ze zich ervan bewust lijkt te worden. De machteloosheid van haar positie knaagt aan haar – de schok op het moment dat ze zich realiseert dat zij geen enkel zeggenschap heeft in een cultuur waarin datgene wat zij als vernederd ervaart normaal wordt gevonden”.

Haar centrale vraag is waarom is het zo onverdraaglijk als we het gevoel hebben te worden gekleineerd? Waarom hebben we het perse nodig een positief beeld van onszelf te hebben?

En bedankt Gornick!

Nu laat deze vraag me niet meer los.

Ik las ook dit weekend Gouden Bergen, over influencers op social media van Doortje Smithuijsen en ik kwam er nauwelijks door. Wat een misselijk makende leegheid sloeg me in het gezicht. De ouders van de digitale generatie hebben hun kinderen onder druk gezet om te presteren en overal en altijd de beste te zijn, meetbaar de beste. De kinderen wanen zich het middelpunt van de wereld en zijn van jongs af aan gewend aan applaus voor hele gewone dingen. We volgen verschillende meisjes tussen de 17 en 23 die druk bezig zijn met Instagram om zoveel mogelijk volgers te krijgen. De druk van meer is in deze wereld extreem. Ook hier een citaat: “Als Robin wakker wordt, denkt ze meteen aan Instagram. Ze opent haar telefoon, gaat na of ze meer volgers heeft dan gister, of juist minder. Het cijfer dat ze te zien krijgt bepaalt de rest van haar dag: bij meer volgers voelt ze zich goed, bij minder is ze onzeker en chagrijnig, voelt ze zich waardeloos”.

De vele volgers dromen om net zo te zijn als Robin of hoe de influencer ook mag heten. Maar de volgers beseffen niet dat ze zeker zoveel invloed op de influencer hebben want uiteindelijk bepalen hun reacties en aantal of de influcencer zich goed voelt en WAT er gepost wordt.

In wat voor spiegelpaleis zijn we met zijn allen terechtgekomen? Hoe komen we hier uit? Uit het hoofd, uit de beelden en in het lichaam, genieten van wat er is en vandaaruit delen, is de weg volgens mij. Laten we elkaar daarmee helpen.

Nu blijf ik nog wel zitten met de vraag waarom we een positief zelfbeeld nodig hebben maar daarover een andere keer meer.