Twintigers en cosmetische ingrepen

Vandaag was ik op de Hogeschool Utrecht in de kas van de Botanische tuinen. De studenten hadden een debat georganiseerd over fillers en botox en hoe jonge mensen van nu daarmee omgaan. Melle, een influencer, die alles wat je maar kunt bedenken aan zichzelf heeft laten wegspuiten, opspuiten, snijden, drie studenten die nadenken over wel of geen cosmetische ingrepen en ik als schrijver/onderzoeker op het gebied van uiterlijk en lichaamsbeelden vormden de leden van het debat.

Ook de zaal werd erbij betrokken. Sommigen hadden al botox en fillers laten inbrengen, anderen wilden het niet en de meesten overwogen het. Deze twintigers hebben het idee dat het hun eigen keuze is en dat iedereen dat voor zichzelf moet weten.

Tot het moment dat een van de vrouwen uit de zaal vertelde dat zij ook een host is, net als Melle en dat ze heel graag beroemd, heel mooi en rijk wil zijn en in alle magazines en online te zien. De vraag die bij haar leeft was, of ze dit wilde vanuit een gemis of dat ze dit echt wil?

Ik bedankte haar voor haar mooie vraag en zei dat iedereen leeft vanuit een gemis omdat we allemaal gespleten mensen zijn. Dat wij denken dat we onze gedachten zijn, dat je jezelf niet objectief kunt waarnemen, dat waar we naar verlangen ons aangepraat wordt door de commercie, dat wij veel doen om bij de groep te horen en tegelijkertijd iemand op ons zelf willen zijn. Dat we volgens mij allemaal een en hetzelfde verlangen hebben, namelijk dat er van ons wordt gehouden en dat we echt gezien willen worden. Het werd stil in de serre. Een spoken word kunstenares maakt de samenkomst rond met een prachtige tekst over echt contact tussen mensen. Een mooie timing.

Na afloop complimenteerde ik haar en zei ik “we lijken wel zielsverwanten”. Ze knikte heftig en zei ja dat denk ik ook en dat ze genoten had van mijn uitleg over de gespletenheid van de mens in object en subject.

De studente van de mooie vraag, gaat Zeg me wie ik ben kopen en zei me tot slot. Dit weekend zijn we samen want dan lees ik u.

Ontroerd liep ik door de beeldschone botanische tuinen naar de bus.