Wat zienden van blinden kunnen leren

blind meisje

Krijg ik dikke billen in deze broek? Wat heeft de kapper met mijn haar gedaan? Ben ik aangekomen? Heb ik daar een puist?! Voor mij allerlei redenen om uren voor de spiegel te staan. Een tijdrovende, vaak onzekerheid verhogende bezigheid. Spiegels zijn overal. Elk moment van de dag kun je jezelf bekijken en beoordelen om vervolgens, als een soort Facebookstatus, je lichaamsbeeld te updaten. Voor velen lijkt het jezelf kunnen aanschouwen en beoordelen in een spiegel een doodnormale zaak. Maar, wat nou als je blind bent? Hoe vorm je dan een lichaamsbeeld?

Zelfbeeld

 

Een ‘normaal’ lichaamsbeeld ontwikkelen
Een lichaamsbeeld wordt gevormd op basis van vroegkinderlijke ervaringen. Liesbeth Woertman noemt in haar boek ‘Moeders Mooiste’ en ‘Psychologie van het Uiterlijk’ een aantal ervaringen die bijdragen aan het opbouwen van een ‘normaal’ lichaamsbeeld. Zo speelt bijvoorbeeld de spiegeling van de ouders op het kind een belangrijke rol: met welke blikken wordt het kind aangekeken, hoe wordt het kind aangeraakt? Ook zijn de eigen lichaamssensaties van het kind van invloed op het lichaamsbeeld; hoe voelt een kind zich in zijn eigen lichaam?

Psychologie van het Uiterlijk

Ik voel, dus ik ben
Je kunt je nu wellicht voorstellen dat het ontwikkelen van een (positief) lichaamsbeeld voor blind geboren kinderen een moeizaam proces is. Een ziende baby kan de onderdelen van zijn lichaam tot een lichaamsschema integreren door middel van visuele ervaringen. De blinde baby moet zijn lichaamsbeeld daarentegen opbouwen uit non-visuele ervaringen. De combinatie van aanrakingen, geluiden en bewegingen kan uiteindelijk tot een concept van lichaamsbeeld leiden. Maar, een volledig lichaamsbeeld komt bijna nooit tot stand.

Wel hebben blinde mensen een idee over hun uiterlijk en er vormt zich dus wel degelijk een concept lichaamsbeeld. Namelijk, enerzijds door de mening en beoordelingen van de medemens en anderzijds door concrete lichamelijke ervaringen. Er is een studie gedaan door Bullington en Karlsson (1997) waarbij duidelijk werd dat blinde participanten die aan sport deden een verhoogd gevoel van veiligheid, zelfvertrouwen en welzijn hadden.

sport

Dit alles draagt bij aan een positief lichaamsbeeld. Ik lees vaker in de literatuur dat zowel bewegen (in welke vorm dan ook) als zogenaamde ‘body-awareness training/body-image training’ waarbij de verbinding tussen lichamelijke en mentale toestand wordt versterkt, bijdragen aan een positief lichaamsbeeld. Door deze trainingen kunnen blinde mensen hun identiteit als een geheel ontwikkelen en leren ze zichzelf te definiëren aan de hand van lichamelijke sensaties.

De spiegel is overrated
Kortom, als je blind bent, is het heel goed mogelijk je een beeld te vormen over jezelf. Je kunt wellicht  de hulp van je beste vriendin goed gebruiken om te te zeggen welke broek je mooier staat, maar je kunt wel degelijk inschattingen maken over je eigen uiterlijk. Het eigen gevoel over hoe het lichaam aanvoelt, wordt gebruikt als maatstaf voor het lichaamsbeeld: ik voel me goed in mijn lichaam dus ik voel me goed over mezelf. Dus, blinden doen op gevoel waar de ziende mens een spiegel voor nodig lijkt te hebben. Maar, waarom is de spiegel nodig?

Spiegel

Een spiegel lijkt een soort objectief instrument dat helpt om een beeld te creëren van hoe je er feitelijk uit ziet. Echter, als het je keer op keer wijst op onzekerheden en daarbij voorbij gaat aan hoe je je in je lichaam voelt, in hoeverre is een spiegel dan nog betrouwbaar om een waardeoordeel op te baseren? De spiegel lijkt overrated. Mijn spiegel, in plaats van mijn gevoel, bepaalt mijn lichaamsbeeld. In de spiegel zie ik een dik buikje, maar ik voel een warm, zacht bolletje dat van mij is. Meer waarde kunnen hechten aan hoe het lichaam aanvoelt in plaats van wat de spiegel vertelt, dus een beetje meer van binnen en een beetje minder van buiten: dát zou pas mooi zijn.

Door: Lotte Berkhout