Rode arm

Griftpark

Het is dertig graden en we zijn in het Griftpark. Hij op zijn loopfiets en ik langzaam lopend. Hij maant mij aan tot spoed. Ik heb het al zo warm. Straks ben ik zo rood als een tomaat. ‘Ik niet’ zegt hij, ‘Want ik ben half Spaans en half Nederlands.’ Hij wil zijn shirt uit. Met ontbloot bovenlijf staan we stil bij een reiger in de boom. We gaan verder. Wat later in de middag zie ik dat zijn arm rood begint te worden. ‘He, je begint te verbranden. Kijk je arm is rood.’ In stomme verbazing kijkt hij naar zijn arm en naar mij.

‘Maar ik ben half Spaans en half Nederlands…. Jij bent heel veel Nederlands en een beetje Spaans…. Hoe kan dat nou? Ik word toch bruin en jij rood.’ Hij schudt in stomme verbazing zijn hoofd. Dit is niet te geloven. Zijn beelden in diggelen.

Ontroerd kijk ik hem aan. Hij koppelt taal aan identiteit en aan kleur. Hij is vijf jaar en teleurgesteld. Hij is niet teleurgesteld door de feiten, maar door de betekenis, die hij eraan geeft. De ellende is begonnen, denk ik en ik betrap mij erop dat ik verdrietig raak doordat ik hem zo zie.

Feitelijk is er niets gebeurd. We lopen in het Griftpark. Hij met zijn loopfiets en ik ontdek een rode arm.

Door: Liesbeth Woertman

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

10 − een =