Vandaag de grote wandeling gemaakt zoals wij die noemen. Een wandeling door de duinen naar de Slufter en dan via het strand terug naar paal 28. Het was minder nat dan gedacht want in de duinen konden we steeds via een ander paadje de grote plassen omzeilen. Heel weinig andere mensen die we terugkwamen en we genoten van het weidse uitzicht. Met de rug in de wind konden we langs het strand teruglopen. Best ook nog een pittig stuk maar wat een kleuren en geluiden om ons heen en een uitstekende manier om mijn hoofd leeg te maken.
Bij thuiskomst ging Barend pannenkoeken bakken en Pete ging aan de slag met allerlei foto’s die hij had gemaakt. Ik keek even naar mijn mail en zag dat ik een prachtige brief van een oud studente had ontvangen. Ze vertelde me dat ze mijn colleges herinnerde waarin ik voordeed hoe je tijdens je werk toch bekkenbodemspieren kon trainen. Dat had diepe indruk op haar gemaakt. Verder bedankte ze me voor mijn nieuwe boek Wie ben ik als niemand kijkt. Ze was net 40 jaar geworden en had er veel inspiratie uit gehaald. Haar moeder had het boek gekocht maar zij mocht het eerst lezen.
Daar krijg ik toch zo’n goed humeur van. Een oude studente die de moeite neemt om me een uitgebreide, persoonlijke brief te schrijven. Dan weet ik weer waarvoor ik al die moeite doe om nog steeds te blijven schrijven en spreken. Het is zo fijn om te ervaren dat er resonantie is tussen mij en de ander. In die tussenruimte groeien we beiden.