Mijn tweede huid

Tweede Huid

‘Wetenschappers ontwikkelen tweede huid‘, zo las ik vorige week.

Herstellende van een longontsteking lees ik naast de kranten, op dit moment Nico Tydeman ‘De gouden karper is uit het net.’ Verzamelde essays over de ontwikkeling van zen. ‘Amor Mundi’ over hoe we komen tot een betekenisvolle relatie met de ander van Peter Venmans. Het handboek Genderstudies in Media, kunst en cultuur, van Rosemarie Buikema en Liedeke Plate en de joodse essays ‘Ruiter in de wolken’ van Andreas Burnier.

Ik lees een hoofdstuk of een paar pagina’s in het ene boek, stop omdat ik moe word of stop omdat iets me raakt of aan het denken zet. Ik pak mijn schrift en schrijf ik de alinea over. Of ik reflecteer op het nieuwe inzicht. Doe een dutje.

Tweede huid

Maar goed, ik las dat wetenschappers een tweede huid hebben ontwikkeld. Het was eenvoudig aan te brengen. “De patiënt hoefde alleen een siliconensmeerseltje aan te brengen en daarna een soort katalysator crème waarna de siliconen verstijfden tot een strak vel.” De wetenschappers hebben een bedrijfje opgezet dat zich vooral met rimpels en oogzakken bezighoudt.

De gezonde, oudere mens benoemen als patiënt, irriteert me mateloos. Rimpels hebben is geen ziekte.

U merkt het. Ik ben aan de beterende hand. Dank voor de liefdevolle mails en mooie bloemen.

Ik lees nog even verder in een van mijn mooie boeken. Mijn tweede huid.

 

Door: Liesbeth Woertman.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

dertien − negen =