Een roman geschreven door Griet op de Beeck over Mona als kind, als 24-jarige en als 35-jarige vrouw. Lang geleden dat ik zo geraakt was door een roman. Het verhaal gaat over zwijgen. Over niet rechtstreeks zijn, maar invullen wat je denkt dat een ander nodig heeft. Over een ander niet willen kwetsen, over trouw en ontrouw zijn. Over de gruwelijke loyaliteit van een kind. Over bang zijn en soms dapper. Over jezelf durven redden. Over eenzaamheid, over vergeten en niet kunnen vergeten.
Herkenbare thema’s en dan zo weergaloos mooi geschreven. Een willekeurige alinea om u een gevoel te geven over dit prachtige boek op pagina 195 schrijft ze: “Ik herinner mij ruzies tussen hem en mijn moeder. Ik herinner mij hoe vaak hij zich in zijn praktijk verstopte, achter zogenaamd veel werk. Ik herinner mij hoe hij naar Bach kon luisteren, met zijn ogen dicht, en hoe dat hem kon doen glimlachen, alsof hij alleen maar blij was in een wereld zonder ons. Ik zou het hem graag vragen, allemaal, ik doe het niet. Ik laat hem in zijn burcht, daar waar hij al jaren zijn dode hart bewaart.”
“Er is heel veel wat ik wel ben vergeten, weinig echte herinneringen heb ik, al bij al. Louis heeft eens gezegd dat het vaak beter is om niet te willen weten, ik vraag mij af of dat klopt. Mij kan het ook ontregelen dat mijn leven niet van mij voelt.” p. 167.
Ik kan moeilijk het hele boek overschrijven maar nog een citaat ter afsluiting. “Het is een dag zonder mysterie. Het licht scherp, de hemel helder. Ik zit op de sofa en eet een broodje krabsla. Ik ga nooit aan tafel zitten voor de maaltijd, want dan wordt de leegte aan de overkant plots zo reëel.” p. 156.
Kijk ook eens naar de afbeelding op de kaft. Het lezen van deze roman heeft me een beetje dapperder gemaakt. Grote dank daarvoor.
Door: Liesbeth Woertman
Pingback: Griet op de Beeck - Zomergasten 2016Psychologie van het Uiterlijk