Intimiteit

Ik lees het nieuwe boek van Paul Verhaeghe Intimiteit.

Het boek gaat over onze verdeeldheid tussen onszelf en ons lichaam. De verdeeldheid tussen ik en mijn lichaam. Ik kan tevreden zijn met mijn lichaam. Ik haat mijn lichaam. Wij benoemen wat wij voelen en taal geven schept een bepaalde afstand. Ik voel me verwant met het werk van collega Paul Verhaeghe.

Op pagina 11 schrijft hij: “Een slechte afstemming tussen mij en mezelf kan twee richtingen uit gaan. Ik kan agressief uithalen naar mijn lichaam en vervolgens naar het lichaam van iemand anders. Seksualiteit wordt agressie. Of ik kan mij vastklampen aan mijn lichaam en vervolgens aan iemand anders. Houden van wordt vasthouden. In beide gevallen is intimiteit ver te zoeken”.

Hij zet ook het woord vervreemding in. Een woord dat mensen van mijn generatie kennen vanuit het communisme en maoïsme. Toen was de bron van vervreemding duidelijker. Het rode boekje! Maar nu ontstaat de vervreemding meer vanuit de beeldcultuur. De beelden proberen ons te laten geloven dat we de realiteit weerspiegelt zien, maar het is toch duidelijk een ideologie, aldus Verhaeghe. En dat deel ik met hem. Iets anders waar hij me op wees is dat als je gericht bent op het bereiken van een ideaal, dan niet kijkt en voelt naar jezelf, maar naar de ander.

Het streven naar een ideaal, dat je uiteraard nooit bereikt, dat nooit genoeg, is slecht voor intimiteit .Vroeger waren seksuele gevoelens zondig en dat maakte het afstemmen op je lichaam ingewikkeld. Nu zijn we vaak niet afgestemd op ons lichaam, maar leven we vanuit het opgelegde ideaal. Als we altijd bezig zijn met meer en beter, gaat dat ten koste van intimiteit met onszelf en met een ander.

Ik ben pas op pagina 142 maar ik heb alweer zoveel geleerd. Dank, dank.

 

Door: Liesbeth Woertman.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

achttien + twintig =