De afgelopen week was ik in Dronten. Buitenkunst, heet de vrijplaatst en deze bestaat al 54 jaar. De opening is met Pinksteren in Drente en gaat dan in de zomervakantie over naar Dronten, waar 7 weken uit allerlei kunstvormen te kiezen valt. Schrijven, dansen, theater, fotografie, beeldhouwen, schilderen, animatie en zingen, heel veel zingen, vaak op hoog niveau. Op het terrein staan een aantal grote werktenten, waar de kunsten vorm kunnen krijgen maar ook het omringende bos wordt goed gebruikt.
Nooit eerder was ik daar geweest maar wel goede verhalen gehoord van mijn schoonzus en geliefde maar ik dacht dat is niets voor mij, omdat ik mezelf niet creatief vind, niet van kamperen houdt en geen groepsmens ben. Maar goed aangezien ik ieder jaar iets nieuws probeer, koos ik met grote aarzeling dit jaar voor Buitenkunst en om niet helemaal ontregeld te raken, koos ik voor de kunstvorm die ik het meest omarm en dat is schrijven, essay schrijven, dit keer.
Het essay is een vrije literaire vorm en betekent probeersel. In de folder staat de volgende wervende tekst: “Al schrijvend en lezend onderzoeken we hoe je verschillende literaire genres combineert, hoe je teksten van anderen kan gebruiken, hoe je een essay persoonlijk maakt en hoe je het geheel onder spanning zet”. De workshops werden door Anja Sicking gegeven en we waren met 17 cursisten, 4 mannnen en 13 vrouwen in de leeftijd van 19 tot dik in de 70. 12 workshops in een week, dat was aanpoten.
De eerste opdracht die we kregen was een Voetnoot bij de menselijke komedie te schrijven, geinspireerd op de voetnoten van Arnon Grunberg die dit dagelijks, acht jaar lang, voor de Volkskrant deed met maximaal 150 worden. Dat was nogal een uitdaging omdat ik meestal langere teksten schrijf. Ook is mijn werk niet doorspekt met beeldspraak en metaforen en die moesten er zeker in en dat alles op een stellige, prikkelende toon. Na de voetnoot, maakten we nog drie essays, steeds met meer woorden en met andere opdrachten, zoals zintuigelijk schrijven.
Zie hier het resultaat zoals we die uiteindelijk aan de anderen hebben laten zien in de vorm van een leestafel.
Ik sliep die week als een roos in ons tenthuisje, at in het restaurant waar prima maaltijden werden geserveerd door zeer aardige jonge mensen en ging na een week met vier min of meer affe essays naar huis, waar ik nog steeds het gezang hoor uit de zangworkshops en beelden van schilderijen en dans op mijn netvlies heb van al die kunstenmakers en bovenal de echo’s van verhalen van de andere schrijvers. Dank voor deze prachtige ervaring. Ik gun iedere stad en dorp een buitenkunst plaats, waar we aan elkaar vragen, wat ga jij maken?