Een nieuw academisch jaar

 
Student Utrecht1 september het begin van een nieuw academisch jaar. Duizenden studenten zijn maandagmorgen verwachtingvol begonnen aan hun studie. Zij zijn geen middelbare scholier meer, maar ook nog niet echt student. Zij hebben een studentnummer, een OV kaart en hebben deelgenomen aan matchingactiviteiten. Een beeld over wat de studie inhoud en hoe zij zichzelf zien als aspirantstudenten, komt op 1 september samen in hun eerste echte college en andere onderwijsactiviteiten.

student

Als onderwijsdirecteur heet ik hen welkom aan de opleiding psychologie: “Van een academische student vragen we de wil om in een traditie te stappen. In ons geval de traditie van de universitaire psychologie. Kijk en ervaar of je hier bij psychologie thuis kunt geraken. Past deze studie bij wie jij wilt worden, wie jij wilt zijn? Wij bieden deze mogelijkheid, maar het is aan jullie of je wilt leren. Meedoen betekent goed voorbereiden en met gespitste oren aanwezig zijn, alertheid en bereidheid om te leren en te groeien als professional en als mens.

UU

Voor nu van harte welkom in dit paradijs van kennis en mogelijkheden. Ik ben nieuwsgierig of jullie je gaan verbinden en thuis voelen en ik ben nieuwsgierig naar wat jullie toe gaan voegen. Want instappen in een academische traditie, betekent deze traditie ten diepste leren kennen om daarna te beslissen wat je wilt behouden en wat je wilt vernieuwen. Zo groeit academische kennis en blijven we een levende academische gemeenschap.”

Liesbeth Woertman

Liesbeth Woertman

Het is een volle zaal en er wordt aandachtig geluisterd. Ik zou ze het liefst allemaal persoonlijk willen leren kennen, maar 500 is veel. Toch springen sommigen er al uit door hun manier van doen en kijken. De jongens vallen me in ieder geval meer op, omdat zij zwaar in de minderheid zijn, slechts 15% van de studenten. Maar tussen al die blonde, lange, dunne meisjes vallen de wat dikkere en kleinere meisjes me ook meer op.

Dit is het begin van een transitieproces van middelbare scholier naar student. Met het inzetten van 2de en 3de jaars studenten als mentor en jonge docenten als tutor hopen we dit transitieproces op een goede manier te begeleiden.

Het gonst in de Uithof. Er is die maandagmorgen een levendigheid ontstaan van groepen jonge mensen die lachend, onzeker en vol verwachting hun weg zoeken. Dat is prachtig om te zien. Zoveel open gezichten en lichamen die een nieuwe weg inslaan. De meesten heb wel een idee wat studeren inhoudt, en wat er van een student wordt verwacht, omdat ze ouders hebben die studeerden of een oudere broer of zus. Maar er zitten er ook een paar tussen voor wie dit helemaal nieuw is. Die de eerste zijn uit hun familie die gaan studeren. Zij doen er meestal wat langer over om het student zijn deel uit te laten maken van hun identiteit, maar het zijn vaak hele interessante mensen. Juist omdat ze op ongebaande paden durven gaan.

Ik ben zo benieuwd wat ik weer kan leren van deze eerstejaars studenten.

 

Door: Liesbeth Woertman

 

 
 

Snijden in de geest?

Schoonheid

In het tijdschrift voor Psychiatrie staat in haar meest recente nummer 56, pagina 514-522 een overzichtsartikel over body dysmorphic disorder. De auteurs Hundscheid en collega’s onderzoeken hoe vaak een stoornis in de lichaamsbeleving bij patiënten binnen de cosmetische chirurgie voorkomt in Nederland.

De auteurs hebben uiteindelijk 23 artikelen geïncludeerd. De prevalentie van BDD laat een grote variatie zien, namelijk tussen de 3,2% tot 53,6%. De twaalf artikelen over comorbiditeit laten vooral angst, stemmingsstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen zien.

BDD niet ontstaan door omgevingsfactoren?

In de DSM V valt deze sterke preoccupatie met het eigen uiterlijk onder de obsessieve compulsieve stoornissen. BDD is niet ontstaan door toegenomen mogelijkheden binnen de cosmetische chirurgie of veranderingen in de modebeeld, schrijven de auteurs. Deze laatste zin in het artikel heb ik toch zeker drie keer overgelezen. Waarom staat die zin daar? En de tweede vraag: hoe is dat gemeten?

Beoordeling uiterlijk altijd in relatie tot anderen

Volgens mij is niet gemeten of BDD is ontstaan door toegenomen mogelijkheden binnen de cosmetische chirurgie. Dat lijkt me trouwens ook moeilijk, omdat veel mensen niet door hebben dat de reclame druk om er perfect uit te zien, een grote invloed heeft. Mensen hebben de illusie dat ze cosmetische chirurgie voor zichzelf doen. Maar zoals ik al vaker heb benoemd: mensen zijn sociale dieren. Iedere beoordeling van het uiterlijk komt tot stand in relatie tot anderen.

Belofte van geluk

Iedere nieuwe techniek om ons uiterlijk te verfraaien en waar zorgvuldig reclame voor wordt gemaakt, dwingt ons om over die techniek na te denken. En juist als je somber bent en je kijkt in de spiegel dan zie met lege ogen en is het logisch dat je jezelf lelijk vindt. Dan valt een belofte van geluk, waar alle reclames rondom cosmetica mee verweven zijn, op vruchtbare bodem.

Door: Liesbeth Woertman

Saskia Noort

Saskia Noort

In het tv-programma Zomergasten was zondag de thrillerschrijfster Saskia Noort te gast. Ze bleek erg geïnteresseerd in slachtoffers van geweld en angsten.

In de fragmenten die ze liet zien was aandacht voor kinderen die in onduidelijke gezinnen opgroeien, zoals zijzelf in de jaren zeventig bij hippieouders. Het fragment van Brigitte Kaandorp sloot hier prachtig bij aan. De babyboomers die alle heilige huisjes hadden omgeschopt en hun kinderen met onduidelijkheden achterlieten, kwam overtuigend over het voetlicht. Dan hebben die babyboomers ook nog eens het lef om zelf de goede banen in te pikken en hun kinderen de generatie NIX te noemen.

De objectivering van het vrouwenlichaam was een ander belangrijk thema in het gesprek en de fragmenten die werden vertoond. Naakte vrouwenlichamen uit de jaren zeventig met allerlei vormen borsten, buiken en schaamhaar werden getoond en het was duidelijk hoeveel er veranderd is, in de presentatie van het vrouwenlichaam.

De documentaire The Invisible War van Kirby Dick uit 2012 over vrouwelijke mariniers die werden verkracht door een meerdere en zelf gestraft werden in plaats van de daders werd door Wilfried de Jong gebruikt om door te vragen over haar eigen verkrachting. De meest opmerkelijke uitspraak van Saskia Noort was dat mannen elkaar moeten aanspreken dat verkrachting verwerpelijk is. Zij sprak de hoop uit dat seksueel misbruik daardoor zou verminderen.

Het derde thema was het schrijfproces zelf aan de hand van fragmenten van John Irving, Brett Easten Ellis en J.K.Rowling. Saskia maakte indruk door haar psychologisch inzicht, openheid over haar eigen angsten en haar onvermogen tot overgave en de prachtige beelden die ze daarover liet zien.

 

Door: Liesbeth Woertman

Aanvaarden of vechten?

Kant

Kant

Zoals ik vorige week schreef, gaat het deze week over het verhaal van Pieter Verduin dat ik zeer inspirerend vind. Hoofdstuk 2 uit het Handboek Positieve Psychologie gaat over het werk van Kant, Schopenhauer en Rilke als inspirators voor positieve psychologie.
Hij beschrijft de dominante opvatting in de gezondheidszorg dat het een normaal is dat we geen pijn of ongemak ervaren. Pijn en ziekte zijn een afwijking, die bestreden moeten worden.

Verduin zet daar een andere opvatting tegenover.

“Gezondheid (geluk, kwaliteit van leven) is het steeds opnieuw kunnen realiseren van een totaal welbevinden in een radicaal veranderend bestaan. Basis van dit welbevinden is een actief aanvaarden van en aanpassen aan ouderdomsgebreken, chronische ziekten en aandoeningen, sterven en dood in ieders leven op enig moment.

Spontaan herstel van aandoeningen en ziekten of professionele ondersteuning van herstel als dat mogelijk is, kunnen scherp herkend en verwerkelijkt worden en dragen bij aan het welbevinden, maar dit welbevinden is daar niet van afhankelijk

Mensen kunnen dit welbevinden realiseren door de mogelijkheid om zich in vrijheid, in een steeds nieuwe harmonie, te voegen en aan te passen in het ongrijpbare spel van elkaar wederkerig funderende gebeurtenissen die ons leven vormen. Soms door als medespeler in deze dynamiek actief tegenspel te bieden aan de actuele gebeurtenissen en som door actief te berusten en mee te bewegen met de actuele gebeurtenissen.”

Ja-zeggen tegen het onvermijdelijke verval en pijn. Ervaren wat er nu is, in je goede of in je slechte conditie en daar het beste van proberen te maken. Eén worden met dat wat zich aandient. Ik heb daar nog veel in te leren maar zie het wel als de juiste weg, aangezien het wegduwen van pijn en ongemak en alleen het aardige willen omarmen, juist pijnervaringen oplevert. Amor fati noemde Nietzsche dat; liefde voor het lot.

Door: Liesbeth Woertman

Positieve Psychologie

Barbara Fredrickson

Een vrolijke foto van Barbara Fredrickson

Ik lees het handboek positieve psychologie in mijn vakantie en neem de tijd om me meer te verdiepen in deze stroming. Positieve psychologie richt zich op welbevinden en optimaal functioneren van zieke en gezonde mensen. Er blijkt al een behoorlijke hoeveelheid literatuur te bestaan Een van de interessantste resultaten vind ik dat welbevinden een beschermende factor is voor psychopathologie.

Positieve emoties

Een van de invloedrijkste theorieën binnen de positieve psychologie is de broaden-and-build theorie van Barbara Fredrickson. Zij beschrijft dat positieve emotie niet automatisch tot gedrag leidt in tegenstelling tot negatieve emoties, zoals bijvoorbeeld boosheid leidt tot aanvallen en angst tot vluchtneigingen. Positieve emoties draagt bij aan verbreding van aandacht, de cognitie en het handelen (het broaden effect). Naast het verbredingseffect, zorgen positieve emoties ook voor het opbouwen van hulpbronnen (het build effect).
Als er in de behandeling van klachten meer aandacht komt voor de kracht van mensen is dat zeer toe te juichen.

Goed omgaan met tegenslagen

We maken immers allemaal perioden mee van ziekte, eenzaamheid of onzekerheid, aangezien dat normale onderdelen van ons vergankelijke leven zijn. Op een goede manier om leren gaan met tegenslagen is voor iedereen zinvol. De kern van positieve psychologie is dat we binnen de beperkingen van het moment, zoeken naar het meest optimale niveau van functioneren. Het aantrekkelijke van deze insteek is dat de scheiding tussen ziek en gezond, normaal en abnormaal meer vloeibaar wordt.

Het mooiste hoofdstuk vind ik het verhaal van Pieter Verduin over Grote Gezondheid als aangrijpingspunt voor positieve psychologie, maar daar vertel ik de volgende week over.

 

 

Door: Liesbeth Woertman

Mannen en hun lichaam

Daniel Pennac

Daniel Pennac

Mijn onderzoeken richten zich vooral op vrouwen. Nu ben ik bezig samen met Femke van den Brink, mijn promovenda, bezig met mannen en hun lichaam. Ter voorbereiding las ik de afgelopen week Lijfboek van Daniel Pennac.

Van zijn dertiende tot zijn zevenentachtigste, houdt de hoofdpersoon van deze roman een dagboek bij. Het dagboek heeft slechts een onderwerp. Zijn eigen lichaam. Zijn angsten, ongelukken, ziektes, gevoelens, pijn en plezier beschrijft hij heel open.

Lijfboek

Lijfboek

Het gevoel van thuiskomen bij een ander lichaam, terwijl hij op zijn 13de een keelontsteking heeft, bij de vrouw die hem verzorgt, beschrijft hij op pagina 37:

“Mosterdomslagen, gorgeldrankjes, tinctuur, rust, allemaal goed, maar de beste remedie is inslapen bij de geur van Violette. Ze ruikt naar was, groente, houtvuur, zwarte zeep, bleekwater, oude wijn, tabak en appel. Als ze me onder haar omslagdoek neemt, kom ik thuis. Ik hoor haar woorden diep in haar borst pruttelen en val in slaap. Als ik wakker word, is ze er niet meer, maar haar omslagdoek ligt nog steeds over me heen. Dan verdwaal je niet in je dromen jochie. Verdwaalde jachthonden vinden altijd de weg terug naar de kleren van de jager”.

Ook op zijn 13de scheurde hij een pagina uit de Larousse, stak de tekening in de gleuf van de spiegel en vergeleek zichzelf met de tekening.

“Het is een feit dat we absoluut niet op elkaar lijken. Het lichaam op de tekening is van een volwassen atleet. Hij heef brede schouders. Hij staat recht op zijn gespierde benen. Ik lijk nergens op. Ik ben een slap, wit kind, met een kippenborst, zo mager dat je de post onder mijn schouderbladen zou kunnen schijven (aldus Violette). Toch hebben we iets gemeen: we zijn allebei doorschijnend. Je kunt onze aders zien, je kunt onze botten tellen, maar bij mij is geen enkele spier zichtbaar. Ik heb alleen huid, aders, zacht vlees en botten. Niets is in vorm, zou mama zeggen. Het is waar. Zodoende kan iedereen me mijn leven afpakken, me aan een boom vastbinden, in een bos achterlaten, me schoonspuiten met een tuinslang, me belachelijk maken of zeggen dat ik nergens op lijk”.

Hij gaat boksen, rennen, zwemmen om zoveel mogelijk op de tekening te lijken. Het is 1936. Een jongen voor de spiegel.

Ben benieuwd wat de mannen van nu te vertellen hebben.

 

Door: Liesbeth Woertman

Sunny Bergman komt naar Utrecht

Sunny Bergman

Sunny Bergman

Beperkt HoudbaarIk heb genoten van de documentaires van Sunny Bergman. En u waarschijnlijk ook. In 2007 verscheen haar spraakmakende documentaire Beperkt Houdbaar. Met plezier heb ik aan deze documentaire een bijdrage geleverd. Het succes was overweldigend. Haar persoonlijke en tegelijkertijd filosofische zoektocht is origineel en het onderwerp voor veel vrouwen belangrijk. De maakbaarheid van het uiterlijk is ook nu in 2014 nog actueel.

Sunny Side of Sex

Sunny Side of Sex lijkt een logisch vervolg op Beperkt Houdbaar. Hoe vrouwen omgaan met hun lichaam en seks in Cuba, Uganda, China en India is het onderwerp van deze documentaire. Heel leerzaam deze film. Ik werd er vaak vrolijk van. Veel gelach en uitbundigheid en prachtige dansen met hun lichaam. Ook leken veel vrouwen een positiever lichaamsbeeld uit te stralen dan veel westerse vrouwen.

In 2012 kwam Sletvrees uit. Dit is zowel een documentaire als een boek. Ook hier zoomt Sunny in op uiterlijk, seksualiteit en cultuur.

Persoonlijk geniet ik het meest van haar analyses over echt en onecht. De invloed van beeldvorming op onze beleving van de realiteit, zijn niet eerder in Nederland zo vertoond.
Zij schrijft in haar boek sletvrees: “We kunnen niet meer het verschil zien tussen wat echt is en wat niet. Op een gegeven moment wordt het beeld namelijk sterker dan de realiteit die het probeert te representeren. De realiteit zelf verdwijnt en de beelden verwijzen naar niets meer, behalve naar zichzelf. De betekenis van de beelden is geïmplodeerd. Deze toestand wordt door Baudrillard hyperrealisme genoemd”. Sunny geeft in haar boek een voorbeeld van hyperrealisme. Bij het zien van een zwaan moet ze aan de KLM denken.

8 januari komt Sunny naar Utrecht

Het is gelukt om deze interessante vrouw naar de Universiteit Utrecht te halen. Op woensdag 8 januari van 17.00 tot 19.00 vertonen we fragmenten van haar werk en interview ik haar publiekelijk. Ik wil graag met haar van gedachten wisselen over authenticiteit en hyperrealisme. De zaal is gevuld met studenten psychologie die uiteraard ook hun vragen kunnen stellen. Ik verheug me op een boeiende bijeenkomst. Jullie mogen je vragen ook aan mij mailen dan verwerk ik ze in mijn interview.

Door: Liesbeth Woertman

Durf nieuw te worden

student

Vanmorgen mocht ik de nieuwe eerstejaarsstudenten psychologie weer toespreken. Een grote collegezaal helemaal gevuld met meer dan 500 verwachtingsvolle jongens en meisjes. Al die grote en kleine, witte en zwarte, dikke en dunne lichamen samengepakt en vol verwachting over al dat nieuwe dat staat te gebeuren. Positieve energie gonst door de gebouwen. Spannend om je te realiseren dat in heel Nederland op allerlei scholen dit proces plaatsvindt.

Leren is ontsnappen aan de wereld

Het is een overgangsperiode voor deze 18-jarigen van middelbare scholier naar student. Het is niet alleen een nieuwe sociale rol maar er zal van alles veranderen in hun denken. Leren is ontsnappen aan de wereld tot nu toe en het ontdekken van nieuwe mogelijkheden, nieuwe werelden.

Goed leren vereist de bereidheid om eindeloos te willen interpreteren. Feiten, theorieën zo blijven draaien en kantelen dat ze telkens een andere vorm en kleur krijgen. Meedoen in het academisch onderwijs betekent goed voorbereiden en met gespitste oren aanwezig zijn. Oude schema’s en ideeën los durven laten om ruimte te maken voor iets nieuws.

Een levende academische gemeenschap

Instappen in een academische traditie, betekent deze traditie ten diepste leren kennen om te beslissen wat je wilt behouden en wat je wilt vernieuwen. Zo groeit academische kennis en blijven we een levende academische gemeenschap.

Leren en samenwerken met anderen verandert het idee over wie je bent. Hopelijk wordt deze nieuwe kennis gebruikt om de samenleving mooier te maken.

 

Door: Liesbeth Woertman

 

Wie moet jouw leven veranderen?

Je moet je leven veranderen
De afgelopen weken gestoeid met Peter Sloterdijk. Het boek ‘Je moet je leven veranderen’ schetst de mens als oefenwezen door de eeuwen heen. Mensen oefenen dagelijks om zichzelf te veranderen en daardoor zichzelf te herscheppen. Ik ben wat ik doe.

Op pagina 305 schrijft Sloterdijk:
“Om een bekwame ambachtsman of een verdienstelijke musicus te worden, zijn volgens een oude vuistregel minstens tienduizend oefenuren nodig. Neemt men een hogere graad van meesterschap in aanmerking dan mag men dat aantal gerust verdubbelen, om niet te zeggen verdrievoudigen.”

Op pagina 332 gaat hij verder in zijn vertelling hoe het handelen ons zelf creëert.

Peter Sloterdijk

Peter Sloterdijk

“Het arbeiden zet de arbeider op de wereld en drukt hem via de korte weg van het oefenende zich-vormen het stempel op van zijn eigen handelen. Geen activiteit ontsnapt aan de terugwerkende effecten van de operateur- en wat terugwerkt, werkt ook in voorwaartse richting. De handeling brengt de handelende voort, de reflectie de reflecterende, de emotie de voelende, het gewetensonderzoek het geweten.”

Door veel te oefenen word ik meester over mijn viool, de rekstok, koken, het goede en vul maar in. Maar willen we tegenwoordig nog wel zoveel oefenen? Minstens tienduizend uren om ergens goed in te worden, luidt een oude stelregel.

Willen we dat oefenen liever overslaan en die handelingen aan anderen overlaten? Willen we ons liever laten adviseren, laten gelukkig maken of laten opereren? Stellen we onszelf liever passief op en laten we het handelen steeds vaker aan anderen over?

Door: Liesbeth Woertman

Hoe gaat het met je?

Hoe gaat het

Hoe gaat het met je is een veelgestelde vraag. Meestal geven we als antwoord: ‘Goed hoor.’ Wat betekent het woordje ‘hoor’ in dit antwoord? Het lijkt op een geruststelling. Vraag maar niet verder, het is wel goed. Stellen we onszelf of de ander daarmee gerust?

We waren al een half uur met elkaar aan het praten en hij vroeg opnieuw hoe gaat het nu met je? Ik zweeg. Ik voelde. Hoe weet je hoe het met je gaat? Wil de ander het verhaal wel echt horen? Wil ik het wel vertellen?

Ik zoek in mijn lichaam en merk allerlei spanningen op. Ik voel me moe. Hij vraagt me een woord te geven aan hoe ik me voel. Ik zeg gevangen.

‘Gevangen’, beaamt hij en knikt. Hij nodigt me uit om te zingen.

Ik zing mijn gevangen zijn en kom woede en verdriet tegen. Ook ruimte en licht ontstaan in de bewegingen. Ik dans en zing.‘Hoe voel je je nu?’ Ik voel me levendiger en losser. Neem de tijd om de vraag te beantwoorden. Het is een belangrijke vraag die een ander aan je stelt.

Hoe gaat het met jou?

Door: Liesbeth Woertman

Psychologie van het Uiterlijk