Geef het beste aan jezelf en de ander

foto uit 1980

Op een of andere manier past deze foto van mij uit 1980 bij dit verhaal.

6 januari 2025 Driekoningen, een nieuw jaar, wat zal dit jaar brengen en wat zal ik dit jaar geven. De drie koningen Melchior, Kaspar en Balthasar gaven het beste van wat ze hadden, namelijk goud, wierook en mirre.

Ik droomde vannacht dat ik op de universiteit was in een oud, vuil klaslokaal. Ik zou zo Trump gaan interviewen. Ik keek nog eens rond en dacht het ziet er hier niet uit. Hoe kan ik in die korte tijd toch iets van aardigheid en orde aanbrengen in deze troep? Ik maakte wat schoon, ruimde wat spullen weg maar het maakte amper verschil uit. Ineens schoot het door me heen, verrek, ik heb me niet voorbereid en het moet ook nog in het Engels. Hoe heb ik zo stom kunnen zijn om hier ja op te zeggen? Er was niets meer aan te doen. Ik had geen tijd meer om wat dan ook voor te bereiden en daarmee werd ik wakker.

Dat Trump weer president is geworden doet me zeer en maakt me ook een beetje angstig, vooral omdat de democratie met mensen zoals hij uitgehold wordt. Had ik me hierop voor kunnen bereiden? Had ik, hadden wij daar iets aan kunnen doen? En wat kan ik er nu tegenover stellen?

Ik verwacht dat 2025 veel chaos zal brengen, vervreemding, angsten en verdriet en waarschijnlijk ook een paar mooie geschenken, dat kan niet anders, al weet ik niet wat of hoe. En wat kan ik schenken, wat kan ik geven in 2025? Ik geef mijn nieuwe boek Zeg me wie ik ben. Over grenzen van identiteit dat 23 januari uitkomt in een feestelijke en inspirerende middag in het klooster in Huissen. Ik zal zoveel mogelijk aanwezig zijn in ieder contact met een ander mens. Ook ga ik door met het werken aan mijn schaduwkant zodat mijn onvermogen, chaos en verdriet niet leidt tot het lastig vallen van andere mensen. Ik zal gespitst zijn op wonderen en verder zal ik mijn stem gebruiken om de zachte krachten te laten spreken.

Ook is het waarschijnlijk dat ik zal stampvoeten uit nijd en onvermogen en vele tranen zal laten van verdriet. En toch en toch…….. weer aansluiten bij de zachte krachten.

Welke boeken gaven me vooral vreugde en inzicht in 2024?

Naast een schrijver ben ik toch vooral een lezer. Ik lees nog steeds met plezier papieren kranten. Iedere week haal ik een stapel boeken uit de openbare bibliotheek, een van de fijnste plekken om te zijn.Fictie, non fictie en gedichten, ik lees al die vormen met interesse. En uiteraard ben ik ook een fervente boekenkoper in de plaatselijke boekwinkel. Ik las 87 boeken dit jaar waarvan een paar nieuwe juweeltjes.

Tove Ditlevsen (1917-1976) is een schrijfster die ik in 2024 heb ontdekt. Ik las de biografie over haar en haar roman de gezichten. Het is donker in haar boeken vol angsten en hallucinaties en bijzonder interessant. Ze was een arbeidersvrouw en is een aantal keren getrouwd geweest en had ook iets met drugs. Haar recent vertaalde boek Vilhelms kamer ligt op een stapel om in 2025 te lezen. Ik kijk ernaar uit.

Olga Tokarczuk (1962-heden) Empusion was een andere ontdekking. Ook een boek vol duistere krachten en prachtig geschreven.

In de categorie non fictie staken voor mij Abraham Heschel met zijn Wie is de mens en de Belgische Ann Sevant Sprekend lichaam eruit. Beide boeken traag gelezen, met een potlood in de aanslag om opmerkingen erbij te zetten. En beide boeken goed gebruikt voor mijn boek Zeg me wie ik ben dat 23 januari 2025 uitkomt.

Maar nu nog vakantie met negen boeken die naar me lonken. Veel leesplezier.

In gevecht met mezelf

De donkere dagen voor kerst. Een enorme grijze deken ligt er over ons land. Ik moet alle zeilen bijzetten om niet in somberheid en angst weg te zakken. Netanyahu die Syrie en Gaza bombadeert en zijn grondgebied weer uitbreid. Poetin die Oekraine nog steeds aanvalt en in Nederland criminelen die vuurwerkbommen gooien in woonwijken. En niet te vergeten de miss Nederland verkiezing die stopt.

Ik wil niet cynisch worden maar mensen wat is dat soms lastig. Strakgetrokken gezichten, dikke opgespoten lippen, extreem dure tassen en kleding aan de ene kant en veel mensen die heel snel praten. Tegelijkertijd gezichten van mensen uit oorlogsgebieden met diepe rimpels, zwarte kringen onder de ogen en amper kleding aan hun lijf tussen hun kapotgeschoten huizen. Het zijn beide gezichten voor mij die me vragend aankijken. Ik voel beide gezichten als een oproep. Zie mij.

Gisteren in Podium, het geweldige muziekprogramma, zag ik een prachtige jonge vrouw van 26 met een heldere stem die zingt met mensen in een verzorgingshuis. Ik zag haar terwijl ze op haar hurken zat, bij een man met autisme en dementie in een rolstoel en ze begon te zingen, zo zuiver, zo beeldschoon. Al heel snel viel hij in. Ik moest ontzettend huilen.

Al die verschillende beelden krijg ik moeilijk bij elkaar. Ik vind het ingewikkeld om al die gezichten te zien. Echt te zien. Het zijn er teveel en maakt me machteloos. Maar dan die ene, zoals de zangeres, die geeft me weer moed en troost.

Die ene durven zijn dat wens ik ons toe.

Jeroen Krabbe 80 jaar in acht schilderijen

Fotograaf Pete Pronk

Zondag 8 december gingen we naar het Cobra museum in Amsterdam. Jeroen Krabbe is 80 jaar geworden en schilderde 8 schilderijen, een voor ieder decennium van zijn leven. Via een audio tour in het Cobra museum, vertelt hij over zijn rijke leven waar zijn verschillende talenten kunnen bloeien.

Langzaam, aandachtig liepen we langs de acht schilderijen. Soms met een fragment van een groter schilderij of eerder gemaakte schilderij die aan de overkant hingen. Door de verhalen die hij vertelde zag ik ineens een detail dat ik daarvoor niet zag. Ieder schilderij is een drieluik. Hij eert bijvoorbeeld zijn schildermeester en toneelmeester door hun hoofden op een van de doeken te schilderen.

Een van de ontroerendste onderdelen was een boekje dat zijn vader voor hem had gemaakt, met tekeningen en tekst, over zijn kindertijd. Wat een liefde en aandacht zit daar in en wat heerlijk als je zoiets krijgt.

Wat een werk moeten deze acht schilderijen voor Jeroen zijn geweest en wat een keuzes heeft hij moeten maken. Er gebeurt zoveel in tien jaren tijd. Wat was nu het meest belangrijk en hoe verbeeld je dat in een schilderij? Het riep ook de vraag bij me op wat er is weggelaten.

De tentoonstelling inspireerde me om over die vragen na te denken. Wat was het belangrijkste in de eerste tien jaar van mijn leven tot aan nu. Hoe zien die 7 decennia van mij eruit? Het zullen geen schilderijen worden, want dat kan ik niet, maar misschien wel een overzicht in woorden, in verhalen.

Hier de link om je aan te melden voor mijn boekpresentatie

23 januari 2025 is mijn boekpresentatie in mijn geliefde klooster in Huissen. De kapel omarmt ons. U wordt verwelkomd met muziek vanaf 13.30 en het programma eindigt rond 17.00. We hebben een programma gemaakt met inspirerende en interessante gasten, gedichten en muziek. Bij de toegangsprijs is het boek inbegrepen. Ik kijk ernaar uit om u te ontmoeten.

https://www.kloosterhuissen.nl/programmas/workshops/programma.php?programmaID=1905

Ik, zelf, het lichaam en de rol van de Ander

Wat een wonderlijk kwartet is dat toch. Ik ben er al zolang mee bezig hoe die vier concepten zich tot elkaar verhouden. En op een of andere manier kom ik steeds weer bij Carl Gustav Jung, Emmanuel Levinas en Martin Buber uit.

Genieten, plezier in en met het lichaam, daar begint de analyse van Levinas. Wanneer het genieten doorbroken wordt door behoefte, tekort en gebrek ontstaat er afstand. Afstand is dat wat het lichaam overkomt.

Ook Jung spreekt over het ontstaan van het ik als een botsing van het lichaam met de buitenwereld. Zodra dit ik bestaat, ontwikkelt het zich verder vanuit wrijving met de buiten- en met de binnenwereld.

“Men klampt zich nu eenmaal vast aan bezittingen die eens rijkdom betekenden, en hoe minder effectief, begrijpelijk en levend ze worden, des te hardnekkiger klampt men zich eraan vast. (Men klampt zich uiteraard alleen aan steriele ideeen vast: levende ideeen hebben inhoud en rijkdom genoeg, zodat men geen aanleiding heeft zich eraan vast te klampen.) Zo verandert in de loop van de tijd het zinvolle in het zinloze “. p. 42 Ik en zelf, Jung. 3de druk, 1993.

Uit lichamelijke onvrede en angst klampen we ons vast aan gedachten en overtuigingen en vergeten we te ervaren, te voelen, wat er aan de hand is.

Wij zijn allemaal uniek, van ons is er maar een. Ik heb het al zo vaak gezegd en geschreven, maar het daalt, ook voor mijzelf, steeds dieper in. Het psychologische zelf is een transcendentaal begrip, want het bevat het totaal van bewuste en onbewuste inhouden. Dat betekent dat naast dat we uniek zijn, we ook algemeen zijn en als wij eenmalig zijn dan zijn we ook eeuwig. Lichte en donkere, mannelijke en vrouwelijk aspecten dienen opgenomen te worden, zodat we onszelf kunnen worden.

De Ander kan ons scherpen om te ervaren wat ons ontbreekt en waar werk aan de winkel is.

Zet 23 januari 2025 vast in je agenda

We zijn volop bezig om van 23 januari 2025 een mooie inspiratiemiddag te maken in het klooster van Huissen. De prachtige kapel dient ook nu weer voor de viering van mijn boek, net als mijn eerdere boeken. Ik verheug me er nu al op.

Mijn nieuwste boek wordt gepresenteerd aan de hand van gesprekken met twee en soms met drie mensen. Er worden gedichten en liederen voorgedragen die betrekking hebben op het thema van het boek, identiteit. Wat zie je als je een mens ziet? Zie je hem of haar als een ding of als persoon? Een ding nemen we waar en een persoon ontmoeten we, leerde ik van Martin Buber en rabbijn Abraham Heschel.

Ik lees een stukje voor uit mijn nieuwe boek en ga dan in gesprek met Rachel van der Pol die ook de podcast Lieve Liesbeth heeft gemaakt, aan de hand van lezersbrieven. Al snel komt Claartje Kruijff erbij zodat we het gesprek als drietal voortzetten. Gedichten en muziek door Barend Boot die uitgekozen zijn om het onderwerp, relationele identiteit, meer te laten voelen/ervaren.

Na de pauze voegen we het element van hoop en het grote belang van wederkerigheid en resonantie toe, en komt Angela Stoof erbij. Het wordt een uitnodiging om het over wij te hebben, over wortelen en thuiskomen. Afrondend lees ik nog een stukje voor ter inspiratie en klinken we met elkaar op meer wij.

We werken op dit moment aan de teksten voor de website van het klooster Huissen. Zodra die klaar zijn, kan ik jullie de aanmeldingslink geven, maar zet de datum vast in je agenda 23 januari 2025. Uiteraard plaats ik het uitendelijk programma samen met de link ook in mijn agenda op mijn website.

Zien en tekenen

Sinds september 2024 zit ik op een cursus tekenen/schilderen. Het is een beginnerscursus en we verkennen allerlei materialen. We begonnen met potlood, houtskool, inkt en allerlei soorten verf en papier en doek.

Ik heb nooit getekend. Ook niet als kind omdat ik echt dacht dat ik dat niet kon. Creatief dat zijn de anderen, zo dacht ik. En toch en toch…… het kriebelde. In het kader van mijn opvatting dat het goed voor me is ieder jaar iets nieuws te ondernemen, werd het dit jaar dus tekenen. Ik kwam terecht op het Wijksatelier samen met 8 andere cursisten die allemaal al veel konden. Sommigen hadden zelfs tekenen in hun eindexamenpakket gekozen. Daar zat ik dan, de minst ervaren van de klas met een redelijke portie weerzin. Ook dat nog.

Tijdens de eerste les kregen we een vel papier en verschillende soorten potloden en had de juf objecten liggen die je kon kiezen om na te tekenen. Ik koos een vaasje, een schelp en een veer. Daar moest ik naar kijken. Ik kreeg het heel warm en raakte bijna in paniek. Ik zag de anderen een oog dichtknijpen en met hun potlood naar voren steken. Ik begreep niet wat zij deden en vrij snel lette ik niet meer op de anderen. Ik heb heel lang gekeken en werd steeds rustiger. Eindeloos zag ik objecten veranderen. Nee dat druk ik niet goed uit, want de objecten veranderden uiteraard niet, maar mijn blik. Ik zag steeds iets anders, vlekjes, lijnen, schaduwen die ik eerder niet zag maar hoe kreeg ik in vredesnaam dat wat ik zag op papier?

Iedereen was al volop aan het tekenen, behalve ik. Ten einde raad vroeg ik de juf om te helpen. Waar moet ik beginnen? Ze zetten wat punten op mijn papier als begin, als houvast. En zachtjes probeerde ik de vormen op het papier te krijgen.

Aan het eind van de les bekeken we elkaars werk. Ik was duidelijk de minste maar dat deerde me niet. Ik was trots dat ik mijn eerste tekening had gemaakt. Ik had geleerd dat hele gewone dingen bijzonder worden als je ze werkelijk gaat zien.

Profielwerkstukken en boeken lezen

Het is blijkbaar weer de tijd van het jaar.

De verzoeken van middelbare scholieren in de eindfase van hun opleiding stromen weer binnen. Zij dienen een profielwerkstuk te schrijven en velen doen dat rond een thema over cosmetische chirurgie en lichaamsbeeld. Ik kan ze niet allemaal honoreren dus de selectie doe ik aan de hand van hun verzoek. Ze stellen zich meestal voor met hun namen en op welke school ze zitten, bijvoorbeeld Gymnasium Bernrode, klas 6. Deze meisjes hebben als onderwerp de evolutie van schoonheidsidealen en hebben niets van mij gelezen maar vonden mijn naam op internet. Leerlingen van het Martinuscollege VWO 6 schrijven een onderzoek over de invloed van sociale media op het schoonheidsideaal van westerse vrouwelijke adolescenten. Zij hebben mijn boek Je bent al mooi gelezen maar willen graag nog wat aanvullende vragen stellen. Ik geef ze een half uur en soms zijn het verrassend aardige en slimme mensen en soms denk ik wat jammer dat ik hieraan mijn tijd besteed. Het is niet altijd eenvoudig om op voorhand te beslissen wie wel en wie niet.

Naast het geven van interviews, een enkele workshop of lezing heb ik nu veel tijd om te romans te lezen. Er is zoveel moois verschenen. Honolulu King van Anne-Gine Goemans heb ik net uit. Een bijzonder knap boek met een verrassend slot. Nederlands Indie, Hawaimuziek en de vrijmetselaarij zijn de ingredienten en ik genoot vooral door de verwevenheid van heden en verleden van de hoofdpersoon.

Nu lees ik Arthur Japin Het Strawinsky spel en ook in dit boek verspringt tijd en plaats De jeugdvriendschap van Susan Sontag en Cody Garner, eind jaren veertig en decennia later zien we de vrienden in Sarajevo een toneelstuk regisseren. Voor mij springt vooral de liefde voor lezen en nieuwe gedachten naar voren. Het hongeren naar jezelf ontwikkelen. Hebben jonge mensen dat van nu ook nog, vraag ik me af.

Alle vormen van liefde kennen risico’s

Vanmorgen las ik in de Trouw een geweldig mooie tekst van Colet van der Ven over haar geliefde Huub Oosterhuis. Ik citeer: “Huub kon niet goed uit de voeten met een vereenvoudigde interpretatie van dat zelf, het ik, zijn ik. Gelaagd was hij. Complex. Vol innerlijke tegenstellingen”.

Ontroerende en liefdevolle zinnen. Het raakt me door de herkenning. Het raakt me om een mens zo in zijn totaliteit beschreven te zien. Verderop schrijft Colet dat hij huis na huis bouwde. Huizen waarvan hij hoopte dat alles er zou kunnen wonen. De Populier, de Balie, de Rode Hoed, De Nieuwe Liefde. Indrukwekkend wat een werkkracht, wat een energie, wat een voorbeeld.

Hoeveel huizen hebben we nog om elkaar in bezield verband te ontmoeten? Ik denk aan de kerken en kloosters. De stilte plekken in allerlei vormen zoals de Huijberg of de Spil in Maarssen. Ik denk ook aan bibliotheken die druk bezocht worden en waar allerlei activiteiten worden georganiseerd voor mensen van alle kleuren en vormen. Maar ook musea en tentoonstellingen en galeries kunnen zo’n bezield huis zijn. De natuur niet te vergeten.

En wijzelf? Durven wij een bezield verband te zijn voor onszelf en voor anderen?

In een van zijn laatste gedichten schrijft Huub Oosterhuis:

Die nieuwe wereld die komt anders dan wij dachten en hoopten. Zij komt met droogte wolven overstroming aardbeving, brandende wouden misbruikte kinderen liegende kerken met wreed getwitter in smoking naakt in vernedering komt zij en wij aanschouwen en omhelzen haar, zijn in haar. Niet wetend hoe verder We zullen stilte zingen, oefening in solidaiteit en volharding Wij zijn zeg maar van geloof hoop en liefde Deze drie, de grootste is de liefde.