Wat zijn we toch wonderlijke wezens

De afgelopen dagen las ik dit mooie boek Onder een andere hemel van Joke Hermsen over heimwee, herinneringen en tijd. Eerder schreef ze het inspirerende boek Stil de Tijd. Dit boek is persoonlijker en zoekender en ik herken veel van mijn eigen weg.

We hebben veel dezelfde inspiratiebronnen zoals Rilke, Lou Andreas-Salome en Hannah Arendt waar ze rijkelijk uit citeert en over vertelt. Over Rilke schrijft ze dat hij alleen in zijn gedichten kon wonen. “Waar ik werk ben ik waar, schreef hij aan Salome en ik zou de kracht willen vinden mijn leven op die waarheid te grondvesten. Want daar is mijn huis, daar zijn de gestalten die mij werkelijk nabij zijn”.

Ook haar notities over haar schrijfproces zijn voor mij herkenbaar als ze zegt “schrijven is een plek voor jezelf vinden”.

Op pagina 137 beschrijft ze heel mooi een deel van onze ontwikkeling “We dragen een even indrukwekkende als onzegbare voorgeschiedenis met ons mee, een onkenbaar anders zijn, waarvan we ons niets bewust kunnen herinneren. We blijven er volgens Salome echter wel bewust naar terugverlangen, omdat het ons ooit met alles en iedereen om ons heen verbond; het is een van onze eerste bronnen van heimwee’.

Ik zou nog veel meer prachtige citaten kunnen tonen maar lees dit boek en ga er zelf mee aan de slag. Bij mij resoneert het sterk.

Hermsen heeft bij mij mijn heimwee weer heel sterk aangeraakt. Hoe ik absoluut geen nacht van huis kon en ik herinner me mijn moeder die in alle huizen waar ze heeft gewoond, zich nooit thuis gevoeld heeft. Ik was het op wonderlijke wijze “vergeten”en nu kwam het als een boemerang weer terug in mijn herinnering en doet me huilen.

Je nooit ergens thuisvoelen……….. ik begin te begrijpen waarom de vraag waar ik over schrijf Wie ben ik als niemand kijkt me zo bezig houdt. Ons ik is gebaseerd op verlies, op verlies van verbondenheid.

Als je leeft in de botox bubbel is het moelijk nee zeggen. Wees moedig. Durf jou te zijn

https://fd.nl/samenleving/1493153/laat-ik-me-wel-of-niet-injecteren-met-botox

Op veel plaatsen in Nederland vinden we deze reclameborden. Soms ook op bushokjes. De oproep om je te melden voor botox. Twee dagen geleden opnieuw een verhaal over het toegenomen gebruik van botox, ditmaal in het FD. Ik word er een beetje moedeloos van maar laat me toch weer verleiden tot een interview in de hoop dat ik iemand daardoor kan bemoedigen om nee te zeggen.

In 1991 schreef Naomi Wolf het belangrijke boek De zoete leugen of de mythe van de schoonheid en in 1994 promoveerde ik op lichaamsbeelden. In 2003 schreef ik Moeders Mooiste en deed een eerste inventarisatie van het aantal cosmetische klinieken. De geweldige documentaire van Sunny Bergman verscheen in 2007 waarin te zien was hoe met enkele muiskliks een gezicht en lichaam strakgetrokken kan worden. Een niet te tellen aantal artikelen in alle kranten en tijdschriften over dit onderwerp is zo te vinden op internet.

Ruim dertig jaar is er meer dan voldoende materiaal verschenen om de druk op vrouwen om er op een strakke en leeftijdsloze manier uit te zien aan de kaak te stellen, maar het helpt niet.

Hier is een deel van interview omdat de link achter een betaalmuur zit. Eva Gabeler is de interviewster, een jonge vrouw die in een botox bubbel zit en veel vriendinnen heeft die botox gebruiken.

Cosmetische aanpassingen dragen bij aan de verdere illusie van een maakbare wereld, die vervolgens bolstaat van prestatiedruk en onzekerheden. Het is een ingewikkeld samenspel van factoren, vindt Liesbeth Woertman, emeritus-hoogleraar psychologie aan de Universiteit Utrecht. ‘De hapklare brokken waarin we onszelf presenteren op platformen zoals Instagram helpen de mensheid niet verder. We hebben het voor een groot deel te danken aan social media dat we onszelf objectiveren. Met elke post die we plaatsen of foto die we zien raken we meer gericht op onszelf en tegelijkertijd onzekerder. Je kunt beter bezig zijn met wat voor mens je wil zijn, waar je voor staat, waar je hart sneller van gaat kloppen en waar je een bijdrage kunt leveren. Wat brengt het je om rimpelloos door het leven te gaan en bewonderd te worden? In het echte leven draait het daar toch niet om tussen mensen?’

Ze legt uit dat perfectie een momentopname is, haalbaar in de vorm van ultieme geluksmomenten waar je superblij van wordt. Via Instagram lijkt dat perfecte moment werkelijkheid te worden. Woertman: ‘Toeschouwers van zulke foto’s krijgen daardoor een totaal vertekend beeld van wat mogelijk is. Maar op hun beurt willen zij zich ook perfect manifesteren. Het is logisch dat we elkaar nadoen daarin. Ieder mens vindt het immers fijn om te bloeien en gezien te worden, dat zijn fundamentele menselijke verlangens. Die worden op Instagram gestild met lieve commentaren van volgers en een heleboel likes. Maar het beeld is niet realistisch. De mens is onderhevig aan verandering, al was het maar omdat fysiek gezien de hele dag celdeling plaatsvindt. Perfectie betekent eigenlijk stilstand. Als mensen het zo zouden benaderen wordt het niet meer iets benijdenswaardigs.’

Ze ziet aanpassingen aan het uiterlijk niet als iets onschuldigs. Daaronder schaart ze ook het bleken van tanden of het verven van haren. Fundamenteel verschillen ze niet van elkaar omdat je een stukje van jezelf verhult. Woertman: ‘Ik zie veel in het spel van je opmaken en je haar leuk opsteken voor een bijzondere gelegenheid. Maar wie niet naar de bakker durft zonder er top of the bill uit te zien, is doorgeslagen. Ik vind het belangrijk dat wij als mensen het lef hebben om elkaar te laten zien wie we écht zijn. Dat we durven te tonen dat niemand perfect is en dat je veel kunt betekenen voor een ander. Met botox en fillers doe je het omgekeerde. Je geeft een raar soort signaal af. Je vraagt van anderen om naar je te kijken en je te bewonderen, maar tegelijkertijd niet dichterbij te komen. Botox werkt als een schild. Het schept afstand, terwijl ik denk dat het veel mensen goed zou doen om nabijheid te creëren, zeker diegenen die zich bezighouden met zulke ingrepen.’ Er zijn doorgaans drie groepen te onderscheiden die sneller gebruik maken van botox, vertelt Woertman. Een eerste aanjager blijkt de omgeving. De kans dat mensen overstappen op botox is groter als ze leven in een cultuur waar het gebruik ervan gewoon wordt gevonden. Mensen met een laag zelfbeeld vormen de tweede groep die eerder kiest voor cosmetische behandelingen. Het treurige is dat juist zij niet gebaat zijn bij zulke behandelingen omdat ze weten dat ze valsspelen en al gauw het volgende onderdeel vinden waarover ze ontevreden zijn. De derde voorspeller is hoe belangrijk je lichaam is voor je identiteit, vertelt Woertman. Uit welke bronnen put je om een antwoord te geven op wie je bent? Als je waarde kunt halen uit bijvoorbeeld relaties, geld, talenten, werk, sport of creativiteit is de kans kleiner dat je kiest voor cosmetische ingrepen dan wanneer je denkt dat je je uiterlijk bent.

Afgaande op de cijfers verkeer ik in een uitzonderlijke botoxbubbel, ik ken immers veel meer dan 1 op de 53 vrouwen die botox gebruiken. Daarmee groeit de kans dat ik er op een goed moment ook aan ga geloven. Maar, met de woorden van Woertman vers in mijn geheugen, is dat moment niet nu aangebroken. Onwillekeurig dringt zich een herinnering aan me op uit de tijd dat ik in groep zeven van de basisschool zat. Ik wilde graag een beugel omdat klasgenootjes rondliepen met slotjes en buitenboord-stellages. Dat ik geen beugel nodig had, was reden voor oprechte teleurstelling. M’n vader vroeg me waarom ik überhaupt zou willen dat mijn gebit er precies zo uitzag als dat van andere mensen. Hij was oprecht verbaasd.

Authenticiteit of op zoek naar jezelf, een interview met Paul Verhaeghe en mijzelf door Eva Gabeler. Dit weekend in het FD

Afgelopen weekend stonden er verschillende interessante artikelen in de bijlage van het FD. Op de cover Lizzo, een Amerikaanse zangeres, die strijd voor zelfacceptie, zelfliefde en dus voor body positivity. Lizzo’s boodschap van zelfliefde wordt omarmd door miljoenen volgers. “In de entertainmentindustrie was geen plek voor zwarte vrouwen met een lichaam als het mijne”, zei ze in interviews.

Bodypositivity is jammer genoeg een commerciele term geworden en wat betreft het omarmen van allerlei kleuren en vormen van verschillende lichamen zijn we er nog steeds niet. Terwijl om jezelf te kunnen zijn, het omarmen van je eigen lichaam, heel wezenlijk is.

Eva Gabeler schreef een artikel over authenticiteit. Zij interviewde daarvoor emeritus hoogleraar Paul Verhaeghe en mij. Verhaeghe signaleert dat in de huidige prestatiemaatschappij de blik te weinig gericht is op het verleden en teveel gericht op de toekomst. Hij zegt: “De zoektocht naar authenticiteit is in het slechtste geval een commercieel product: de belofte om jezelf te vinden als je bepaalde spullen koopt of reizen maakt”.

Ik vertel over het verlies van het contact met ons lichaam. Om te voelen wie je bent, heb je je lichaam nodig. Dat is altijd in het hier en nu. Leven vanuit je hoofd, in de verwachtingen van anderen of het leven van iemand anders nadoen, maakt dat je steeds onechter wordt. Het is belangrijk om trouw te blijven aan onzekerheid, verdriet en pijn omdat precies daar de mogelijkheden zitten om te groeien. Om steeds meer jou te worden.

Authenticiteit is een lastig begrip maar met leven vanuit je lichaam, komen we er dichterbij, dan wanneer we leven vanuit ons hoofd.

Het wonder van een groep

Thuisgekomen na een prachtige driedaagse over ik en de ander en het lichaam samen met Pete Pronk. Deze foto is gemaakt in de Sjoel die zich bevindt op de zolder van het klooster in Huissen. Een grote ruimte waarin we met zijn achttienen drie dagen in stilte zijn geweest, teksten hebben gelezen, aanrakingsoefeningen hebben gedaan, geschreeuwd, gelachen en gestreeld.

18 onbekenden die aan het durfden om deze reis met elkaar te maken. Zeldzaam bijzonder om mee te maken hoe snel er vertrouwen ontstond. Zeldzaam bijzonder om mee te maken en onderdeel te zijn van een groter geheel en toch mij te blijven.

Plezier en gemak, angst en moed, zwijgen en spreken, mannelijk en vrouwelijk, kind en volwassene, taal en stilte, beweging en rust en dan ben ik vast nog tegenstellingen vergeten, transformeerden zich tot eenheid. We konden de paradoxen leven.

In de groep mooie momenten van inzichten en nieuwe vragen die ontstonden. De grond waarop we stonden, had haar dragende invloed waardoor wijsheid vrij kon stromen. Op eeuwen van stilte, gebed en reflectie mochten we verder bouwen.

Grote dank aan de gastvrijheid van de mensen van het klooster die dit mede mogelijk maken.

Ik ben thuisgekomen.

Drie dagen mogen voelen wie we zijn

Sinds zondag zijn we in het klooster in Huissen met onze driedaage workshop Ik en de Ander en het lichaam. Met zeventien mensen, vier mannen en 13 vrouwen, in de leeftijd van 39 tot 79 maken we een boeiende reis rondom dit thema. Mensen met verschillende achtergronden en verlangens die elkaar niet kennen, durven zich al snel aan elkaar te laten zien. Wat is het voorzichtig laten zakken van de maskers toch altijd iets bijzonders.

Met enige schroom, sommigen zichtbaar onthand, sommigen voor de eerste keer van hun leven in het klooster, vormen we een kring en gaan aan de gang. Er ontstaan kleine openingen, soms een woord of een blik, een uitgestoken hand en de zeventien individuen weven zich tot een groep. Mooi proces is dat. Gezichten die gesloten waren, gaan open. Bewegingen van het lichaam worden soepeler en steeds meer stemmen klinken.

We beginnen de ochtend met een gezamenlijke meditatie. Dat geeft direct voor de rest van de dag een verstilling en diepgang.

We zijn op weg om de jij’s te inventariseren, die in onze levensloop, ons tot ik hebben gemaakt. Er wordt in tweetallen gewerkt en vele stukken, ook donkere en pijnlijke stukken, worden met elkaar gedeeld. Soms vloeien er tranen of klinkt er in een groepje vrolijk gelach. En er wordt veel gespeeld en bewogen.

Uit het hoofd en in het lichaam gebruiken we onze taal zorgvuldig. Onze wensen mogen luid en helder klinken in de groep en worden door een ieder gehoord. Op die manier kunnen ze hun werking doen. Bijzonder hoe snel we met elkaar vertrouwd raken.

Nog een volle dag morgen vol avontuur. Ik verheug me erop.

Gevoelscontact met het lichaam, de ander en de ons omringende wereld

Frida Kahlo de omarming

Ik schreef al eerder over dit schilderij dat me ontroert. Frida Kahlo die haar man Diego omvat en zij beiden, omsloten en gedragen door de Mexiaanse traditie en moeder aarde. Zij was zich bewust van haar verticale en horizontale verbinding en zich gedragen weten.

Iemand op jezelf zijn en in relatie staan tot een ander is nog niet zo eenvoudig. Wij zijn onafhankelijk en afhankelijk tegelijkertijd. Het idealisme stelt vaak dat de mens vrij is (onafhankelijk) is, maar dat is niet zo. Jan Keij zegt het heel mooi met een beeld van een ritssluiting: “De mens is als het ware een ritssluiting: de twee zijden van de rits voeg ik samen, waarmee de rits niet een is, want het samenstel van de twee kanten blijft. Ik ben als mens subject en contrasubject. Ik ben de combinatie van onderwerp en onderworpen”.

Deze dubbelheid is moeilijk te denken maar wel te ervaren, te voelen, in en met ons lichaam. Wij zijn een levende contradictie. Gesplitst in subject en object en niet in staat samen te vallen ons zelfbeeld. Alleen ons lichaam is in het nu, in het heden. Om die reden zouden we veel meer aandacht aan haar dienen te besteden. Als bron van informatie hoe het met ons gaat en wat we nodig hebben op dit moment.

Gevoelscontact met ons eigen lichaam, de ander en de ons omringende wereld doet ons ervaren wie we zijn. Luister hiernaar, durf te voelen, want het heft in het levende heden, de splitsing op.

Kijk nog eens naar het schilderij en voel de omarming.

Onze schaduw zit niet alleen in ons verleden maar reikt ver naar de toekomst

fotograaf Pete Pronk

In september genoten van de zee en het strand. Heerlijk afgekoeld in het water. De kracht van het water gevoeld en de verfrissing. De speelsheid komt tevoorschijn. Pete zei “doet dit je niet denken aan je kindertijd”. Nee, zeg ik als kind was de zee niet in mijn leven. We hadden geen televisie, ik had nog nooit een film gezien. Een dag in mijn leven ben ik met mijn ouders naar Egmond aan zee geweest. Dat was eng en groots en overweldigend en warm. Mijn broertjes zaten daar in een vakantiekolonie. Een huis voor arme kinderen om aan te sterken. Om een of andere reden hoefde ik niet. Zij verbleven daar zes weken en wij bezochten ze een keer. Ik herinner mij het grote huis in Egmond bij de nonnen en mijn broertjes die bekend en vreemd tegelijk waren en in die verbijstering zag ik ’s middags de zee. Eng was het, onbekend en overweldigend. Heel voorzichtig voelde ik toen met blote voeten maar verder aangekleed het water. Ik ben nog steeds geen held in het water.

In het nu leven, vele mensen proberen dat. Maar we leven nooit in het nu. We leven altijd ook in het verleden en in de toekomst.

Ik lees het fantastische boek van Jan Keij. Tijd als kwetsbaarheid in de filosofie van Levinas. Bij Levinas is kwetsbaarheid, gevoeligheid en aanraakbaarheid maar ook sterfelijkheid en vergankelijkheid. Kwetsbaarheid en vergankelijkheid schenken ons leven waarde. Je zintuigen gaan er meer van open en je voelt meer. Je bent met je lichaam in de werkelijkheid. Keij laat heel duidelijk zien dat de mens tijd is.

En ander prachtig artikel dat ik lees dezer dagen is dat van Bregje Hofstede in De Correspondent Waarom ik niet in het moment kan en wil leven. Ik weet niet of zij het werk van Levinas of van Keij kent, maar de teksten sluiten naadloos op elkaar aan. Ook zij pleit hartstochtelijk om bewuster van ons gedrag te zijn dat altijd consequenties heeft voor onze toekomst. En ze vertelt ontroerend over haar ervaringen met haar kind wat haar doet zakken in de tijd en in verbinding brengt met haar eigen kind zijn.

Je bewust zijn van je voorouders, je verleden en je bewust worden van je gedrag in de toekomst, maakt het leven intenser, waardevoller en ons meer mens in een levend lichaam.

Klasseverschillen of zorg dat je een kantoorpikkie wordt

Iedere maandagmorgen gaan we wandelen in het prachtige bos in Doorn. Heerlijk rustig in plaats van zondagmiddag. Maar goed, we wandelen en genieten van het prachtige licht en ineens zien we een kudde schapen. Verwonderd blijven we staan. Grappig wat doen die schapen hier? Nou die waren volop aan het knabbelen aan de bladeren en de takken.

Er komt een man aangelopen met een hond. Leuk die schapen zeg ik tegen hem. Hij kijkt me vernietigend aan en zegt “helemaal niet. Nu moet ik mijn hond aan de riem houden, omdat die schapen daar lopen”. “Ja dat moet van die schaapsherder”, zei hij. De minachting droop van zijn stem. Ik moest mijn best doen om niet hard te gaan lachen. Hij was boos, zijn schouders zaten aan zijn oren. Hij vond het volkomen normaal dat hij kwaad was en met een uiterst gespannen lichaam, liep hij ons voorbij. Ik keek hem lang na.

Waarom dacht deze man dat hij recht had op het bos? Waarom raakte hij van streek omdat er iets was veranderd? UIteraard heb ik geen idee uit wat voor achtergrond deze man komt of dat hij recent iets heel ergs heeft meegemaakt, maar het riep de vraag bij me op:

Waarom of waardoor raakt iemand zo snel van streek? Waarom was het bos voor hem, zijn wereld en niet de wereld van iedereen van alle levende wezens?

Een ander moment dat mij triggerde om opnieuw over verschillen na te denken was de podcast van mijn zoon met zijn vader. Andreas Bouman interviewt zijn VADER Jan Bouman – Raaak Praaat | Podcast on Spotify

Hierin vertelt hij over zijn arbeidersafkomst en het advies van zijn oma om een kantoorpikkie te worden in plaats van een fabrieksarbeider. Kantoorpikkies hoeven niet veel te doen, worden niet moe van hun werk en jochie je verdient er meer. Zorg dat je een kantoorpikkie wordt. In de podcast vertelt hij dat hij in een volstrekt andere wereld kwam op de HBS en kinderen ontmoeten die met elkaar konden praten en vertellen…….. Het was voor hem een totaal vreemde wereld.

Het derde voorbeeld dat me deze week opviel was een journaal item waarin verteld werd dat het aantal 9 en 10 jarigen sterk was toegenomen die al naar de middelbare school gingen. We zagen een klas met alleen witte kinderen.

We gebruiken wel de woorden armoede en ongelijkheid maar het woord sociale klasse wordt amper gebruikt in onze op het individu gerichte samenleving. En er wordt bijzonder weinig nagedacht over welke vergaande consequenties de grote klasseverschillen hebben als De wereld niet ook jouw wereld mag zijn.

Laatbloeiers theaterfestival voor zestigplussers

Vanmorgen had ik een zoom bijeenkomst met Alet Klarenbeek en Anita Witzier. We hebben eerder met elkaar gewerkt, een jaar geleden, in het prachtige Doornburg in Maarssen. Anita interviewde me toen over Wie ben ik als niemand kijkt. Maar nu ontstaat er langzaam een nieuwe vraag in mij en dat komt door de uitnodiging om deel te nemen aan Laatbloeiers. Zoals ik in dit boek betoog kunnen we als mens bloeien tot op hoge leeftijd omdat er sprake is van verval en bloei tijdens onze hele leven. Ons leven is meer een spiraal dan een rechte lijn.

Vandaag spraken we over het theaterfestival Laatbloeiers dat bijna helemaal rond is met talkshows en een cultureel programma.Dit festival gaat over generaties. Op wiens schouders sta je? Wat heb je meegemaakt in je gezin van herkomst? Welke verhalen werden verteld? Kortom wat is jouw verhaal in het licht van de generaties voor en na je? Het eerste dat ik zie als ik naar mijn voorouders kijk is de extreme armoede en dat doet zeer.

Ondanks de pijn die de levens van mijn voorouders oplevert (en die pijn zit er toch of ik daar nu wel of niet aandacht aan wil geven) is het waardevol om de verhalen van je voorouders toe te laten in je eigen leven. Dat levert diepte en verbinding op in je leven en een sterker wij gevoel. Iedere generatie heeft verhalen over wat een vrouw en wat een man is of beter gezegd zou moeten zijn. Ieder mens heeft dingen overgenomen van haar (groot) ouders. Ieder mens begint veel eerder dan bij haar geboorte.

Het is niet zo eenvoudig om al die beelden en verhalen te ontwarren en te ontdekken waar jij staat. Welk stuk in jou mag niet leven? Welk verhaal wordt niet gehoord? Het is een hele ontdekkingstocht en zeker zestigers houden zich met deze vragen bezig. Mijn moeder zei eindeloos tegen ons dat we geen kuddedier moesten zijn maar voorop moesten lopen. Dat vond ik als kind afschuwelijk en nu denk ik verdomd het is een waardevolle les maar wel een lastige. Wie ben ik als al die generaties voor mij naar mij kijken? En ineens leef ik weer een andere vraag.

Ik kijk uit naar dit festival. Het is een rijk programma rondom oud zeer, familie en moedige stappen zetten. Ik ga er vast weer veel leren.

Dinsdag 31 oktober 2023 10.00-18.00 Laatbloeiersfestival tivoli.vredenburg.nl

Professor Beppie is mijn nieuwe leermeester

Relaties heb ik lange tijd moeilijk en ingewikkeld gevonden maar nu niet meer.

Iedere woensdagmiddag heb ik een afspraak met mijn leermeester. Ik haal haar uit school en we fietsen samen naar huis. Tijdens het fietsen krijg ik meestal al direct een vraag voor mijn kiezen. Deze week was de vraag eenvoudig, namelijk, ik heb niets meer te lezen, kunnen we vanmiddag naar de bibliotheek, vroeg ze. Ja hoor dat gaat wel lukken. Ik moet er trouwens toch heen om een reservering op te halen.

We lunchen iedere woensdag samen. Ik zet dan schaaltjes fruit en groenten klaar. Maiswafels en brood, hagelslag en pindakaas, alles biologisch. Ze controleert dat ook. Ze leest hardop wat er op het pak hagelslag staat. Weet je zei ze dat er 62 procent suiker zit in de hagelslag per 100 gram? Nee zei ik, ik schrik me dood, wat veel. Iedere week maak ik iets nieuws zodat ze alles kan proeven en haar smaak kan ontwikkelen. Vandaag had ik met zuur ingelegde courgettes gemengd met eieren en zalm en een tikje mayonaise. Ze pakte het direct en vroeg wat erin zat. Ik vertelde dat en ze smeerde het op haar boterham. Ze nam een hap, ze straalde en zei heerlijk. Ik zei oh jammer dat je dit ook lekker vind en we lachten samen voluit.

Ik had drie monturen meegenomen uit de brillenwinkel en ik vroeg haar mening. Welke bril vind je het beste staan? Ik zette ze een voor een op en ze gaf direct haar reactie. Ze heeft een lichte voorkeur voor de blauwe maar de rode zat er dichtbij en de derde bril werd afgekeurd. Ja nu moet je maar zelf beslissen, welke de lekkerste zit, zei ze.

We stonden naast elkaar voor de spiegel en ze zei vind je dat we op elkaar lijken. Ja best wel, zei ik, maar jij bent toch anders, want ieder mens is uniek. En van binnen, vroeg ze, lijken we daar op elkaar? Ben jij dromerig, vroeg ze. Kun jij je goed concentreren, vroeg ik aan haar en zo gingen we een poosje door. Ook de binnenkant gaf overeenkomsten en verschillen.

We gingen naar de bibliotheek en ze koos een boek en ik nam mijn gereserveerde boek mee. Thuisgenomen gingen we samen, ieder in haar eigen boek lezen. Heerlijk met haar warme benen over me heen. Na een poosje keek ze rond en zei je hebt teveel boeken. Vooral die dikke……daar doe je lang mee. Je kunt beter eerst alles lezen en dan pas nieuwe halen.

Daarna gingen we eten koken. Zij zocht in de tuin naar frambozen en tomaten die we konden gebruiken. Ik kookte de bietjes en de aardappelen en we maakten een mooie salade.

Ik ben zo gelukkig met mijn leermeester en kan me helemaal (over)geven. Ik noem haar professor Beppie en zij mij oma Lies. Uiteraard noem ik haar meestal bij haar naam Isabella. die hetzelfde betekent als mijn naam Elisabeth, verbonden aan God. Dus ook hier overeenkomst en verschil.