Even wennen

Deze week een gastcolumn van Margriet van Kampenhout. Ik heb haar ontmoet in het revalidatiecentrum waar ik een lezing hield. Zij heeft een consultschap, vandaar dat haar naam onder de column staat. Liesbeth Woertman. 

Wie voor het eerst met mij kennismaakt, moet even wennen. Mijn armen zien er anders uit. Ze zijn korter dan normaal. Mijn ellebogen buigen niet en mijn polsen krijg ik niet recht. Iemand moet de eerste keer razendsnel schakelen. Hij krijgt onverwachte informatie te verwerken. Daar moet hij vervolgens iets van vinden. Gaat hij er wel of niet iets over tegen mij zeggen? En hoe geeft hij mij eigenlijk een hand? Dat gaat allemaal in één tel door zijn hoofd.

Er komt altijd iets

Ik weet dat. Ik ben er elke keer getuige van. Om de ander tegemoet te komen steek ik meestal mijn arm duidelijk naar voren. Dat vergemakkelijkt het pakken van mijn hand. Verder laat ik de ander even met rust. Ik stel mij voor, ben belangstellend en zie wel wat er komt. Want er komt altijd iets. Soms onhandig en regelmatig ontwapenend. Voor mij is het ‘t fijnst als iemand het bij zichzelf houdt. Bijvoorbeeld toen ik een saunacabine inliep waar één man in zat. Hij verschoot zichtbaar toen hij mij zag. Het was even stil, toen zei hij: “Ik ben pianist.” Het ging hem niet om mij, maar om zijn eigen besef dat er een leven kan bestaan met kromme handen. En dus zonder pianospelen, zijn passie. Daar mag je wel even van schrikken, lijkt me.

Armen als hijskranen

Een kleuter die mij bij de ingang van de supermarkt zag, riep: “Wat een armen, net hijskranen!” “Die zou jij ook wel willen hebben, zeker?” vroeg ik. “JAAH!” verstond ik nog net terwijl hij zijn karretje met oranje vlaggetje de winkel in duwde. Ik was voor hem alweer voorbij.

Niet letterlijk ingaan op de woorden die ik hoor, heb ik als kleuter van mijn moeder geleerd. Ze vertelde me dat mensen dingen kunnen zeggen waar ik geen antwoord op hoef te geven als ik daar geen zin in heb. Ze zei ook dat iemand die zegt:  “Jij bent raar” eigenlijk bedoelt: “Joh, ik schrik. Ik moet even wennen. Wil jij mij daar bij helpen?” Alleen weet hij dat zelf niet. Door die schrik.

Deze uitleg heeft mij enorme vrijheid bezorgd. Ik kan kiezen of ik de ander wel of niet help om te wennen. Want het hóeft niet. Ik voel mij niet aangevallen.  Ik ga mij niet verdedigen. Ik voel geen druk om de ander op te voeden. Ik sta onbevangen in het gesprek. Dat geeft rust. Daar ben ik mijn wijze moeder nog steeds heel dankbaar voor.

 

Margriet van Kampenhout

Argenta Consult

2 gedachten over “Even wennen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

5 × drie =