Lichaamsbeeld afhankelijk van de context?

Contextueel lichaamsbeeld

Veel onderzoek naar lichaamsbeeld gaat uit van een ‘intra-psychisch’ lichaamsbeeld, los van de context. Alsof we overal in iedere situatie dezelfde waardering voor ons lichaam hebben. Dat lijkt niet waarschijnlijk. Thuis met een geliefde partner en eventuele kinderen zijn we minder met ons uiterlijk bezig. In het café daarentegen, zeker als we op zoek zijn naar een partner, zijn we ons meer bewust van het uiterlijk. Die verhoogde staat van bewustzijn, kan leiden tot onzekerheid.

Op dit moment onderzoeken we de rol van het lichaamsbeeld bij sporters die in een bepaalde gewichtsklasse spelen. Voor iedere wedstrijd worden zij gewogen en mogen alleen meedoen als hun gewicht werkelijk in die klasse valt.  Met name voor mensen die op topniveau mensen aan vechtsporten doen, moeten meerdere keren per jaar heel alert  zijn op hun gewicht. Het op gewicht moeten blijven, kan leiden tot regelmatige periodes van afvallen. Soms gebeurt dit afvallen in korte tijd. Dat lijkt gezondheidsconsequenties te hebben.

Het ideale lichaamsbeeld van iemand die aan vechtsport doet, zeker bij vrouwen, staat ver af van het ideale culturele lichaamsbeeld. Denk aan het gewicht en de mate van gespierdheid. Ik ben dan ook nieuwsgierig of er sprake is van meerdere lichaamsbeelden  in verschillende contexten. Of dat er wel sprake is van één lichaamsbeeld, maar dat afhankelijk van de context, datzelfde lichaamsbeeld op een andere manier wordt geëvalueerd?

Psychologie van het Uiterlijk

3 gedachten over “Lichaamsbeeld afhankelijk van de context?

  1. Ik begeleidde eens een masterstudent, Robert Myatt, die het reële en ideale lichaamsbeeld vergeleek van beginnende, gevorderde en vergevorderde bodybuilders in een sportschool. Het verschil tussen reëel en ideaal lichaamsbeeld was voor alle drie de groepen even groot. (Want) elke groep vergeleek zichzelf met mensen die net een beetje beter waren dan zij. Maar naarmate de groep meer gevorderd was investeerden zij meer uren in het bodybuilden, hadden minder andere hobbies, en minder sociale contacten….

  2. Zomaar naar een discotheek of een kroeg gaan zit er voor mij niet in, de reden daarvoor is dat ik zo overprikkeld ben door al het lawaai en al die mensen door elkaar’ dat ik er gewoon krankzinnig van word. Het voordeel, ik let dan niet op mijn uiterlijk.
    Maar ik voel mij wel erg ongemakkelijk als ik naar de stad moet, of naar een winkel gaan is mij al te veel gevraagd omdat ik bang ben voor kritiek jegens mijn uiterlijk. Ik ben niet de knapste maar ook zeker niet de lelijkste. Maar ik liet mij wel oordelen door andere mensen omdat ik mijn eigen lichaamsbeeld niet goed ken. Als ik in de spiegel kijk zie ik gewoon een gezicht, als ik een foto van mij zelf maak zie ik gewoon een gezicht, dus ik kan mij zelf niet oordelen omdat ik er altijd van uit ga dat mensen mij kunnen beoordelen of veroordelen. Dat licht allicht aan mijn autisme. Ik zie mij zelf als een object als het om het uiterlijk gaat, wat betreft inhoud dat is mijn ‘IK, en schets daar een beeld uit. Echt onzeker over mijn uiterlijk worden kan ik dus echt niet. Wel voel ik mij ongemakkelijk als mensen kritiek geven jegens mijn uiterlijk omdat, dat wel reëel is denk ik dan maar ? en zo doende mijn innerlijk gekwetst is omdat ik dat te letterlijk neem. Als mensen mij lelijk vinden dan ben ik van binnen misschien ook lelijk.

    Een voorbeeld hiervan is. Als ik wel leuke gesprekken heb (die heb ik genoeg) dan schaam ik mij letterlijk kapot want ik heb geen recht op contacten omdat ik onaantrekkelijk ben toch ?.

    Iemand die zich echt onaantrekkelijk vind, of word bevonden: beaamd juist een leuke gesprek (met zelfs een knap iemand) en word daardoor zeer zeker van zich zelf

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

een − 1 =